STEDENBOUWKUNDIGE VERGUNNING - BOUWAANVRAAG

Wie iets wil bouwen of verbouwen moet voorafgaandelijk hiervoor een vergunning hebben.

Wanneer moet men zo'n vergunning aanvragen ?

Bij bouwen en verbouwen lijkt logisch.
Maar ook bij afbreken, herbouwen van een constructie en ook bij bestemmingswijziging.
Maar ook voor het vellen van bomen of bossen, een terrein gebruiken voor opslag, voor parkeren van voertuigen of aanhangwagens, plaatsen van één of meerdere verplaatsbare constructies, het aanleggen van recreatieve (sport)terreinen.


Procedure
De aanvraag wordt ingediend bij het college van burgemeester en schepenen van de gemeente waar je de werken plant.
Het dossier wordt eerst op zijn volledigheid en ontvankelijkheid gecheckt.
Dit wil zeggen dat men nagaat of alle gegevens die op de plannen moeten staan aanwezig zijn en of ze duidelijk en leesbaar zijn.
Dit vooronderzoek duurt maximaal 14 dagen.
Na deze periode ontvangt de aanvrager en de architect een bewijs van volledigheid en ontvankelijkheid.
Vanaf dat ogenblik start het inhoudelijk onderzoek.

Inhoudelijk onderzoek.

De gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar (GSA) heeft de leiding van het onderzoek.
Gedurende de eerste 30 dagen stuurt hij het dossier naar de verschillende instanties die over het dossier een advies zullen uitbrengen.
Welke instanties dit zijn hangt af van de aanvraag en de ligging.
De diensten moeten binnen de 30 dagen hun advies uitbrengen.

Advies GSA

Na deze periode maakt de GSA zijn advies op.
Dit advies is gebaseerd op
- de adviezen die hij ontvangt van de diverse instanties,
- de wettelijke en verordenende  bepalingen die voor deze locatie van toepassing zijn;
- de ruimtelijke overwegingen.
Dat laatste wil zeggen dat de GSA een advies uitbrengt over de opportuniteit van het ontwerp binnen de ruimtelijke context.
Het advies omvat bijgevolg zowel de legale interpretatie als de ruimtelijke beschouwingen.
Het eerste heet een objectieve interpretatie te zijn, het tweede heet een ruimtelijke opportuniteit te zijn.

Beslissing van het CBS.

Dit verslag maakt de GSA over aan het college die op basis van dit verslag een beslissing neemt.
Deze beslissing is voor het merendeel van de gevallen het besluit van de GSA.
Het college kan drie houdingen aannemen:
- een vergunning verlenen - met eventueel lasten en voorwaarden;
- een weigering;
- geen beslissing.
Dit moet gebeuren binnen de 75 dagen na het attest van volledigheid en ontvankelijkheid.

Aanplakking.

Binnen de 10 dagen na de beslissing moet de aanvrager en de architect van de beslissing op de hoogte gebracht worden.
De aanvrager moet dan binnen 10 dagen de gunstige beslissing op de plaats van geplande werken uithangen.
Vanaf dan hebben derden (buren, adviesverleners, derden en de gewestelijk stedenbouwkundige ambtenaar) 35 dagen de tijd om de vergunning aan te vechten bij de Bestendige Deputatie.
In geval van weigering van de vergunning of indien het college binnen de voorziene termijn geen beslissing neemt, kan de aanvrager ook beroep aantekenen tegen de beslissing of tegen de niet-beslissing.
Klik naar: de stedenbouwkundige vergunning - beroepsprocedure






Geen opmerkingen:

Een reactie posten