STEDELIJKE VERDICHTING XXXVII VILLA 'DE WARANDEKES' TURNHOUT



Dit is niet meteen wat we stedelijke verdichting gaan noemen. 
Dit was het inpalmen van landbouwgrond voor de gewestplannen bestonden. 

De Vlaamse Bouwmeester zou hierbij steigeren.

Maar we zijn in 1966.

De wet op stedenbouw was nog maar vier jaar goedgekeurd en het belangrijkste luik ervan – de opmaak van de gewestplannen - moest nog wachten tot 1972 voor de besluitwet er kwam die dit mogelijk maakte. 

De welgestelde familie C-J kocht intussen een enorm stuk weiland, midden in landbouwgebied, en bouwde er een villa op. 

Het was nog de tijd dat het individuele beslag op de ruimte niet afgewogen werd op het algemene belang. 
 
Toch zeker niet een stadje als Turnhout.

De familie sprak architect Edward Van Steenbergen jr aan, een Antwerpse stedeling die op achtendertigjarige leeftijd een opdracht krijgt waarvan menig  architect slechts kan dromen.
 
In een ongerept landschap een villa bouwen met als enige voorwaarde: zorg ervoor dat het even goed past als ons meubilair. 

En dat waren niet toevallig zetels van Charles en Ray Eames.


Wie in dit soort zetels reeds heeft mogen vertoeven weet wat het betekent: fitness for use.

Van Steenberghe kende duidelijk zijn klassiekers: Henri Van de Velde en Frank Lloyd Wright.

En hij heeft het niet verknoeid. Integendeel.
 
Ik ben nogal wantrouwig tegenover geijkte uitdrukkingen maar hier past ze wel: gebouw en landschap elkaar versterken en omgekeerd.

De toegang tot de woning is een sobere uitnodiging en zet die trend door naar de warme living rechts en de eigenlijke leefruimtes links. 

Langs de achterzijde één aangesloten doorlopende luifel. Een element dat zijn effect nooit mist. 

De geborgenheid van de binnenruimte loopt door in het terras, geeft schaduw in de zomer en voedt de melancholie op het ogenblik dat de zomer oververmoeid aan de herfst begint.

Er staat een piano en cello klaar om dit in klanken en akkoorden te verdelen. 

Grootse opdrachten van dit formaat verleiden architecten vaak tot het maken van over-gedimensioneerde zit en leefruimtes. 

Edward Van Steenbergen is niet in deze val getrapt. 
Alle dimensies kloppen.
Je maakt ze niet zo gauw, leefruimtes waar je je zowel met tienen als alleen lekker in voelt.

Der vohltemperierte Salon.

De familie maakte er een salon van in de oorspronkelijke betekenis van het woord: een kamer waar welgestelde burgers intelligentia en kunstenaars ontvangen.

Om er filosofische reflecties neer te zetten en ongeschreven encyclopedieën te verzamelen.

Het soort salon waar televisie kijken heiligschennis is.

Boven de conciergerie is er het slaapgedeelte. 
De vier kinderen kijken op een dichtbegroeid bos; pa en ma slapen op de kop en mogen vanuit de hoogte op het landschap kijken.

Dat landschap is inmiddels een park geworden van berken en pinussen die evenwichtig – ogenschijnlijk at random – verdeeld zijn over de helft van het domein.

De rest blijft een open veld met daarop koeien.

De lieve blik en de zachte stem van de bewoonster laten voelen dat de woning past als een handschoen bij haar manier van leven: sober in gedachten, rijk aan cultuur, vrede, geluk en troost putten uit de omgeving. 

Met dank aan vzw ARCHIPEL

Geen opmerkingen:

Een reactie posten