BANKIERS I



Wat is dat toch met die bankiers ?

Hier ziet u de gebouwen van een huis van vertrouwen.

De Société Genérale de Belgique.
Hèt huis dat geld uitgaf nog voor België bestond. Opgericht door Willem I maar toen de Belgische omwenteling er aan kwam koos de Société voor België.

Gelegen langs het Warandepark waar langs de korte zijden het parlement ons koningshuis in het oog houdt en omgekeerd.

Aan de langste en gaafste zijde ligt dan het hoofdkwartier waar alles beslist wordt over waar en naar wie het geld zal gaan, ervoor zorgend dat het nuttig besteed wordt voor de opbouw van 's lands economie en waar ze er zelf ook een flinke brok aan verdienden.

De bank was niet vies van passief participeren in de nieuwe industrieën maar was ook een spaar- en depositobank. Dat bracht haar af en toe in moeilijkheden en in 1838 èn in 1848 moest de Etat Belge bijspringen om het faillissement af te wenden. Toen ook al. 

Ik herinner mij het paviljoen van de honderdvijftig jarige Société op de Heizel waar ik als zeventienjarige zag, in welke vooruitstrevende industrieën dit huis van vertrouwen haar geld investeerde.
Een revelatie.
Opgewonden thuiskomen was het.

Noodgedwongen werd in de jaren zeventig een Nederlands klinkende naam aangenomen: de Generale Bank van België.
En het bourgeois cliënteel - zeker in Gent - bleef maar klant zijn in de taal van Molière.

Later was er de naamsverandering: FORTIS.
Klonk sterk en stoer. 


Een fusie met Nederlandse bankjongens. Terug naar het huis van Oranje.
Bankieren werd plots een zaak van jongens onder elkaar die alleen maar één ambitie kenden: de grootste bankier willen zijn.
Investeren in 's lands economie bleek een bijzaak te zijn geworden.

Met alle gevolgen van dien.
De bank struikelde over haar eigen megalomanie, de Warandeberg af, bijna verdrinkend in de stinkende Zenne.

Dat gebouw, uit de jaren zeventig moest er dan ook maar aan.

Alsof de recente malafide geschiedenis moet weggewist worden.
Niet platgebombardeerd in één of andere oorlog, maar deskundig neergehaald door mensen die daar hun vak van gemaakt hebben.

Die bank zag er als een robuuste kluis uit waar ons geld veilig was.

Nu het ontmanteld wordt ,zien we dat het geen uiterlijke schijn was.

Vanbinnen was het inderdaad ook nog eens een kluis.

Wat er in de plaats komt oogt lichter, luchtiger, verfijnder, ontdaan van plompheid.

Maar jammer dat het hier zal gebouwd worden.

Steden zullen in de toekomst behoren aan voetgangers en fietsers, openbaar vervoer.
Stedelijke wanden zullen zich opnieuw moeten aanpassen aan dat fijngevoelige contact dat nodig is tussen die voetgangers en het volle leven.
Gevels moeten aanvoelen alsof ze het verlengde van uw broekzak zijn. 
Deze witte tempel zal dat niet doen, spijts de licht groene sluier die over de renders verstoven lijkt.

Gebouwen in steden zullen in de toekomst meer respect moeten vertonen voor die voetgangers en fietsers.

De nieuwe bankiers van BNP - PARIBAS - FORTIS (wat een naam zeg)  hebben dat nog steeds niet begrepen blijkbaar.

Ze blijven maar gebouwen optrekken waarin hun werknemers keihard moeten werken om zich een vakantie te kunnen veroorloven waar ze eventjes tijd mogen laten verdampen langs straatjes en pleintjes en terrasjes waar je wèl heerlijk van de stad kan genieten.

Want kijk eens goed: als er al eens mag verpoosd worden zal het aan de binnenzijde zijn.
Met de rug naar de stad gekeerd.

Genieten langs de straatkant staat niet op bankiers' agenda.

Spijtig. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten