VOORLINDEN |
Ik liep zijn werk - Rentue d'eau 1998 - twee keer tegen het lijf deze zomer.
Een eerste keer in het museum Voorlinden in Wassenaar, een beetje boven Den Haag, als u in de noordelijke richting kijkt.
De tweede maal in Watou, in de Douvie-hoeve.
Watou, dat is veilig voorbij het Wilde Westen.
Daar klinkt het in de catalogus: door honderden plastieken zakjes aan dunne draden te hangen en aan één draagpunt te bevestigen creëert François een werk dat honderden kilo's weegt, maar toch heel licht oogt. Hij geeft een alledaags voorwerp monumentale proporties, en maakt daardoor van het gewone iets bijzonders.
VOORLINDEN |
WATOU |
Nu ben ik iemand die nooit eerst de museumtekstjes lees en dan kijkt of het klopt; mijn zelfverzekerde ik kijkt eerst naar het object - of kunstwerk als u dat liever hoort - en dan wil ik wel eens lezen wat ik eigenlijk had moeten zien.
In Voorlinden dacht ik onmiddellijk aan onze onredelijke plastiekconsumptie en ons verspillen van water. Afijn, aan mijn onredelijke plastiekconsumptie en mijn waterverspilling.
Bij u is dat waarschijnlijk veel minder.
Geen haar op mijn hoofd dat daar Nederland dacht dat het werk al twintig jaar oud is. Dat het stamt uit de periode toen plastiekconsumptie meer een dagelijkse zonde was; nog niet zo'n doodzonde zoals vandaag.
Van waterverspillen weet ik al ruim veertig jaren dat onze gemiddelde dagelijkse consumptie meer dan 800 liter per dag bedraagt, all in, maar dat ik daar zelf niet zoveel kan aan doen.
In de catalogus van Watou zaten ze meer met het moeilijk te omschrijven jaartema Soudade in hun hoofd, dan met die zaken waarvan we echt wakker zouden moeten liggen.
Het mag ook wel eens een keer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten