STEDELIJKE VERDICHTING XXXIII - JULIAAN LAMPENS

Er zijn zo van die mensen die een onvergetelijke eerste indruk achterlaten.

Juliaan Lampens was zo iemand, en ik denk dat er nog zijn bij wie die eerste ontmoeting is blijven plakken tegen de wand van het geheugen.

Het was in het eerste jaar op Sint-Lucas, atelier kleurstudie en broeder André werd vervangen door een man in een loszittend ribfluwelen pak, een warm hemd en een strikje dat paste bij de herfst waarin we beland waren.

Dat die man met die snor dè Juliaan Lampens was wist ik toen nog niet.

Er werd niets afgesproken en wij begonnen wat te aquarelleren, een opgezette vogel die ik zo goed
mogelijk probeerde weer te geven.

Na een tijdje kwam hij bij mijn tekentafel langs, zei eerst niets maar prees mij dan om de lepelvorm van de staart die ik naar zijn oordeel, goed weergegeven had.

Dat de rest van die vogel op niets trok liet hij ongemoeid.

Krachtig die lepelvorm weergeven, daar ging het om.

En toen vroeg hij of ik dit graag deed.
Architectuurstudies bedoelde hij

Ik zei ja.
Hebt ge niets bij dat ge kunt laten zien.

Ik haalde een ontwerptekening boven - onze eerste opdracht - een verbouwing van een eerder banaal rijhuis.

Hij keek ernaar en loofde mij weer.

De zijgevel had een afgeknotte scherpe halve driehoek en dat vond hij sterk.

En één raam moest ik wat inkorten, want die volgde de ooglijn niet, zei hij.

Ik denk dat Juliaan Lampens daar in die tien minuten mijn goesting om architect te worden op juiste temperatuur gebracht heeft om nadien nooit meer af te koelen.

Pas later ontdekte ik wat voor een architect hij was, zijn oeuvre en ook zijn schetsen.

Het was Le Corbusier, vertaald door Lampens himself.

Ik heb zelden schetsen gezien die zoveel liefde voor architectuur uitstralen als die van Lampens.

Beeldig genoeg om te zien wat hij bedoelde, abstract genoeg om je niet te verliezen in details.

In het vierde jaar stond ik voor de keuze:
bij Lampens atelier volgen of voor iemand anders kiezen.

Ik twijfelde heel sterk, maar het werd iemand anders.

Lampens' architectuur was zo sterk dat ik vreesde dat ik wel zijn manier van werken en tekenen zou proberen over te nemen maar nooit diezelfde ziel erin zou kunnen leggen zoals hij dat kon.

Mijn ziel betekende toen niets.

Over wat mijn ziel vandaag betekent zwijg ik liever.

Wat ik en anderen heel sterk betreuren is dat Lampens in Vlaanderen nooit de opdracht heeft gekregen om een publiek gebouw van formaat te realiseren.

Buiten de bescheiden bibliotheek van Eke, die inmiddels afgebroken werd, en de kapel van Ename is er niets waar we kunnen proeven van de grootse gebaren en gedachten van deze te bescheiden architect.

Zijn tekentafel met zicht op zijn vijver, de eendjes, het groen,de rust; het was dè voedingsbodem voor zijn joie de l'architecture.

1 opmerking: