Maar goed, beter laat dan nooit.
Hoe dat komt ga ik hier gevat proberen uit te leggen.
Ik heb hier drie bakkers, één beenhouwer, twee delicatessenzaken, een fruit- en groentenwinkel, wat kledingzaken, vier nachtwinkels, twee krantenwinkels, één boekenwinkel met wereldliteratuur, een exclusieve handtassenzaak, een centrum waar ze mijn phone weer aan de praat krijgen, negen restaurants waarvan drie vegetarisch, twee volkse cafés, één frituur en één frietkot, een bloemenzaak, een opticien, een psychologe en een waarzegger, een drankengroothandel waar je nog steeds niet met bankcontact kan betalen en waar BTW-bonnetjes en facturen onbekende documenten zijn, een weggeefpizzatent, drie apothekers en één café waar ik niet pas tussen de tooghangers, een kinesist en een tandarts, een rommelwinkel, twee artsen en één architect, een administratieve toren vol ambtenaren, drie kappers en één zaak die net het omgekeerde doet: uw haar verlengen.
Dat en nog veel meer, binnen wandelafstand van max vijf minuten, en ik stap echt niet alsof er iets of iemand mij zit op te jagen.
Op acht minuten heb ik ook nog twee musea: één is zeer SMAKKERIG en het ander herbergt de Schone Kunsten met onder andere werk van de gebroeders Van Eyck. Niet slecht toch ?
Dan geniet ik ook dagelijks van een station met twaalf perrons, waarvan vier nog niet zo lang geleden vernieuwd zijn en acht waarvan we op tien jaar nauwkeurig niet kunnen zeggen wanneer ze vernieuwd zullen zijn. Ik beschik ook over drie tramlijnen die in zes verschillende richtingen rijden en dan nog een stuk of twintig buslijnen, maar wie mij een beetje kent weet dat ik zelden lijn.
Parkeren kan ik quasi altijd: voor mijn deur en gratis.
Dagelijks mag ik hier zo'n 25.000 fietsers zien rondtoeren, maar er zijn slechts vijfduizend fietsstallingen. Dat is dus nog een werkpunt.
Van groen ben ik ook goed voorzien: om de zeventien stappen een boom, ook langs de overkant van de straat, en dat in de vier belangrijkste straten rondom mij. Op het einde van de straat bloeit een kerselaar. Aan het station is er ook nog een groene gordel van platanen en binnen die hoger vermelde loopfastand beschik ik ook nog over twee parken; het ene is het Citadelpark, het andere is het Delphine BOËL-park.
Op zondag komen hier bioboeren en kaasstekkers hun producten rechtstreeks afzetten, een pak duurder dan in het aanpalend carrefourke, maar die radijzen en champignons smaken tenminste naar radijzen en champignons. Zo straf soms, dat onze overburen, als ze er teveel van gegeten hebben, naakt door hun huis beginnen lopen. Ik heb daar geen foto's van maar het is echt waar.
Het aanbod overtreft hier meerdere malen het eerste het beste champignon- en shoppingcentrum.
De voorzitter van mijn beroepsorde stoefte deze week op zijn faceboek dat hij in zijn Brussels voorstadje een score van 7, 3 haalde. Bij ons op de faculteit wordt dat afgerond naar 7, 0. Het is een beetje typische score voor voorzitters; dat ze al best tevreden zijn met een matige onderscheiding. Ik kan het weten, ik ben ook een paar keer voorzitter geweest van een aantal organisaties die zichzelf ook au serieux namen.
Kunnen die inwoners van een agrarische gemeente een potje zagen zeg.
En hun burgemeesters ook.
Ze wonen daar rustig, weg van alles, maar willen wel hetzelfde comfort zoals ik hierboven beschreven heb.
Stephan, dat kan dus niet. In de hoofdstraten van uw gemeente heb ik trouwens om de zeventien stappen ook nog geen dubbele rij bomen zien staan.
Stephan Mourisse, als bij ons op de faculteit een student zo'n score haalt, dan voeren we daar een voorzichtig heroriënteringsgesprek mee, desnoods in het bijzijn van het lief, de ouders of co-ouders.
Het gaat u - lezer - niet aan waarom ik de burgemeester van Fleteren met Stephan mag aanspreken, maar hij maakte zich ook boos over de Vlaamse Bouwmeester.
Ik wil mij niet in die discussie mengen - ik heb al problemen genoeg - maar Stephan, het was toch één van de vorige Vlaamse Bouwmeesters die ervoor zorgde dat dat trappistenklooster in één van uw deelgemeenten zich uitbreidde en ervoor zorgde dat daar van over heel de wereld, nu mensen met hun auto daar naar toe komen gereden, om twee bakken bier in te slaan. Twee bakken. Wekelijks komen daar ook minstens twee motorclubs neerstrijken om er minimaal twee glazen Sint-Sixtus in hun kelen te gieten.
Van overtollige verplaatsingen gesproken.
En dan hoorde ik op de radio een inwoner van Voeren ook klagen dat zijn score maar 0,6 was, maar dat hij zeer gelukkig was en zeer ontstressed, omgeven door groen.
Dat kan zijn, maar dààr zou ik pas stress van krijgen. Als u onthouden hebt over wat ik hierboven allemaal mag genieten binnen loopafstand, en dat ik daar in dat groen gebied daar volledig van onthouden zou worden, dààr zou ik een beroerte van krijgen.
Ziet ge mij al voor alles en nog wat de auto nemen ?
En dan ben ik nog iets belangrijks vergeten: mijzelf niet meegerekend zijn de meeste bewoners en passanten hier echt vriendelijke en sympathieke mensen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten