STEDELIJKE FUNCTIES STIMULEREN HET GEBRUIK VAN HET OPENBAAR VERVOER

Het lijkt wel een mantra van heel wat ruimtelijke planners: hoe meer diensten binnen de stadskernen georganiseerd worden, hoe beter je het openbaar vervoer kan organiseren en hoe meer je het autoverkeer kan reduceren.

Klinkt logisch maar men zal mij dat toch eens moeten verduidelijken.

In Gent zijn er vier grote ziekenhuizen.
Alle vier liggen ze aan goed tot zeer goed uitgebouwd openbaar vervoer.
Trammen om de drie à vijf minuten. Op het UZ zelfs tot in het hart van de site.
Wie gaat daar nu over klagen ?

Ik ben een beetje ervaringsdeskundige en heb vastgesteld dat het aantal patiënten en het aantal bezoekers van patiënten dat de tram neemt, laag is.
Zeer laag.

Wat wel opvalt: alle vier de ziekenhuizen hebben zelf geïnvesteerd in parkeergebouwen met capaciteiten om U tegen te zeggen.
Het UZ heeft een capaciteit van meer dan 3.200 parkeerplaatsen. De campus krijgt tot 8.000 wagens per dag te verwerken.

Mocht daarvan slechts één tiende met de tram komen, dan weten ze bij De Lijn niet wat hen overkomt.

Het Sint-Lucas ziekenhuis heeft zelfs een voor een parkeergebouw, zeer zwierige en elegante parkeerhaven neergezet.

Het succes van de die parkings voor personeel, patiënten en bezoekers is gegarandeerd.

Bij het UZ willen ze de parkeercapaciteit nog uitbreiden en investeren in een nieuw parkeergebouw, liefst ondergronds.

Raar maar waar; het groen-rood-blauw-oranje bestuur van Gent wil hierin meedenken.

Van de planologen hadden we net het omgekeerde gehoord: verminder het aantal parkeermogelijkheden zodat mensen meer op openbaar vervoer overstappen.



Die stelling van die planologen klinkt mooi op papier maar blijkt in de praktijk toch anders uit te draaien.

Planologen zijn evangelisten die altijd gelijk hebben, als je ze maar hard genoeg gelooft.

WE PRATEN ER VERDER OVER OP  21 MEI IN PINT OF SCIENCE IN AALST  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten