TRAPPEN - BASISBEGRIPPEN

Trappen zijn een zeer mooie uitvinding. Niet zo belangrijk als het wiel, maar in de categorie van nuttige uitvindingen nemen ze naar mijn gevoel een ereplaats in.

We hebben er al discussies over gehad. Wat is nu een goede trap. Wanneer is hij te steil ? Wanneer te lui ? Dat is al behoorlijk bestudeerd in het verleden.

Tussen de 30 en de 40° helling is een trap behoorlijk comfortabel.

In de Vlaamse Wooncode worden trappen boven de 45° helling niet aanvaard en dat is al redelijk steil.

Bij een trap spreken we van de aan- en de optrede. De optrede is de absolute hoogte tussen twee treden.

De brandnormen eisen dat deze optrede niet hoger is dan 18 cm. De aantrede wordt gerekend van neus tot neus. Voor een comfortabele trap is deze 23 cm.

De brandnormen stellen dat de aantrede op de looplijn minstens 25 cm moet zijn.

De looplijn is die lijn waarop je loopt en deze mag niet nauwer ligger dan 35 cm van de omgevende wanden.

We kennen rechte steektrappen, spiltrappen of combinaties van beiden.

Spiltrappen zijn wel zeer plaatsbesparend maar ze lopen niet lekker.

verdreven trap

Spiltrappen zijn ook niet toegelaten als evacuatietrappen. In de bochten moeten de treden verdreven worden.
Dit wil zeggen dat het verlengde van de opeenvolgende treden niet in één middelpunt mag uitkomen doch op oneindig uit elkaar waaieren. De tekening hiernaast laat zien hoe zoiets kan.

De scheluwtrap - erg populair in Hollandse woningen - is de meest volkomen verdreven trap.


Een trapneus van 2 à 3 cm verhoogt het loopcomfort, vooral in dalende richting. Hierdoor ontstaat voldoende ruimte voor de teenpartij en de hiel.

Een trap moet minstens 80 cm breed zijn.

Trappen die tè breed zijn lopen ook niet lekker. Men voelt zich rap onzeker en dat zie je als de mensen hun armen dan lichtjes van hun romp verwijderen.

Bij breedtes groter dan 160 cm is het geraadzaam om een handgreep op de treden te plaatsen, tenzij het een erg luie trap is.

Waar vaak tegen gezondigd wordt is de vrije hoogte van trappen. Bij het bestijgen van een trap word je dat niet zo gewaar maar bij het dalen zijn kopstoten hoogst onaangenaam wanneer het trapgat niet groot genoeg is. Een vrije hoogte van 220 cm is voor ons wel het minimum.











Evacuatietrappen moeten een brandweerstand hebben van minstens 30 minuten.

Gewone stalen trappen binnen een compartiment voldoen hier niet aan.

Houten trappen kunnen hier wel aan voldoen  als de treden maar dik genoeg zijn en aan de onderzijde beschermd door voldoende dik plaatmateriaal.

Betontrappen scoren het best op vlak van brandveiligheid.






FUNDERINGEN - CASUS 1

Bij de verbouwing van bestaande gebouwen is het goed om de funderingen te onderzoeken.

Hier ziet u drie mannen. Links de aannemer, daarnaast de bouwheer en dan de ingenieur, met zijn handen in zijn zakken.

Ze zijn op zoek naar de goede draagkrachtige lagen. Eerst voorzichtig, met een spade; you never know.

Nadien met een kraan.

Toen zagen we al meer.

Wat zo merkwaardig was op deze site: bestaande betonkolommen aan de buitenzijde van het gebouw die niet veel te dragen hadden, hadden  een veel grotere zool (160 x 160) en een diepere funderingsaanzet dan de kolommen in het midden (130 x 130) die veel meer te dragen hadden.

Snapt u daar de logica van ?

Het gebouw is een kleine honderd jaar oud. 
Redeneerde men toen anders ?