EERO SAARINEN I

Volgende week vlieg ik naar New-York. Landen is er altijd leuk maar heel de wereld strijkt er neer in een - in mijn herinnering - niet zo'n fraai gebouw.

Een beetje lelijk zelf.

Maar vlakbij staat een pareltje van moderne architectuur.

Een gebouw dat valt onder de categorie shaping the future. 

Een vliegtuighal voor de TWA (Trans World Airlines),  naar hedendaagse normen, een kapel ten opzichte van een kathedraal. Het gebouw bedoel ik dan, niet de maatschappij.
TWA werd in 2001 overgenomen door de AA.

AA ?
AA = American Airlines. 

De eerste keer dat ik het gebouw in immobiele lijve zag was rond 8u 's avonds, koud, winderig en ik had slechts drie minuten om er een schets van te maken.

Spannend want het was of het vliegtuig missen of een schets mislukken.

Het werd geen van beiden.

Het zijn niet zo'n voor de hand liggende vormen, die vogel die zijn vleugels uitslaat, klaar om weg te vliegen.

Toen twee jaar later, we iets meer tijd hadden hebben we het ook binnenin bezocht.

In vergelijking met de vliegtuighallen zoals we ze nu kennen: een wachtkamer, zoals een student het onlangs benoemde.

De studenten die toen samen met mij afscheid namen van New-York, vonden het maar niks.  

Geplukt uit een Suske en Wiske-album, de Wolkeneters of zo, zeiden ze .

Ze moesten het weten; Willy Vandersteen stal het van Saarinen. 


Saarinen, de uitgeweken Fin, architectenzoon van zijn architectenvader, schitterende carrière gemaakt.

Ik ben benieuwd om volgende week zijn ander werk te zien.



En als u geen gebouwen van hem kent, dan hebt u vast en zeker zijn stoelen al gezien.

Of misschien hebt u er zelfs in gezeten.


DE TIEN GEBODEN VAN STADSONTWIKKELING

Bovenal geef uw stad, uw dorp een kern,
maak pleinen, parken, lanen, steegjes, soms ook een berm,

Bestuur, overleg en timmer aan de weg,
luister naar uw bewoners, geef ook de kleintjes hun zeg,

Hou u ver van ambtelijke regelneverij,
want een stad is meer dan gebouwen, netjes op een rij,

Verbouw die buurt naar juiste maat en schaal, streef naar harmonie,
stimuleer wederzijdse zorg, maar ook die broodnodige economie,

Bezorg er uw kinderen een veilige jeugd zonder zorgen,
leer ze er denken aan die samenleving van morgen,

Plan, wroet, bouw, groei samen, groei graag,
heb ambitie, groei gestaag,

Respecteer het waardevolle verleden,
en sloop wat u hindert in het heden,

Geef ruimte aan bomen, bloemen, groen en water,
zorg voor beweeglijkheid, denk ook aan later,

Bevorder een bloeiende handel en wandel, koester filosofie,
vermijdt leegstand, verkrotting en megalomanie,

Bouw aan welzijn, onderwijs en cultuur,
en zorg dat mensen er graag wonen, als prima buur.

copyright by Johan Rutgeerts


LANGE KRUISSTRAAT - THE MAKING OF --- VII

Jongelui kopen jeans met gaten in opdat die er reeds versleten zouden uitzien, vanaf de eerste minuut dat ze er hun onderste ledematen erin wringen.

Dan lijkt het of ze die al lang hebben.
Jongeren zijn op zoek naar authenticiteit.
Ik versta dat.

Dat is niet alleen bij jongeren zo.

U en ik hebben daar ook last van.

Een fles wijn met een heel klassiek kasteel erop in klassieke typografie straalt vertrouwen uit, en dus kopen we die voor als vrienden komen eten.
Een laagje stof erop verhoogt het genoegen.

U gaat zo'n fles toch niet hygiënisch afstoffen voor u ze gaat uitdrinken ?

Ouderen, ook al zijn ze dan wat ouder, zijn nog steeds op zoek naar authenticiteit.
Het wordt bij de meesten met de dag erger.

We zijn niet tevreden over de wereld waarin we leven en dus voegen we daar graag iets (fake) aan toe om te ontsnappen aan dat onbehagen.


Kijk, hieraan moest ik denken toen we dit ontdekten. Nou ja, ontdekten ...




Het was er al.
Een paar eeuwen zelfs.
Verminkt door een niet dragende tussenmuur die waarschijnlijk dure van dagelijks consummeerbare producten moest scheiden.

Als die muur eruit zou zijn, wist ik, zaten we met iets echts, iets authentieks.

Niets fake.

Het was Ivan die al eerder het idee geopperd had om dit ondergronds schrijn  zichtbaar te maken.
En kijk, nu de zaak een beetje opgeklaard is, is iedereen ervan overtuigd dat we het moeten doen.
Nog een beetje geduld en u mag ook komen kijken.

Naar iets authentieks.
Want dat wil u toch zo graag, niet ?

LANGE KRUISSTRAAT - THE MAKING OF - V

Dit was weer zo'n verrassing.

Als je muren in stokoude woningen afbreekt, dan riskeer je dit soort ontdekkingen.

Dit moet een oud raampje geweest zijn.

In het midden zie je de oude steenfragmenten. Balegemse of Doornikse steen. Ruw gekapt.

En dan een raampje in die muur.
Dat zie je aan die dorpel, en als je goed kijkt zie je twee duimscharnieren waar een luikje aan gehangen heeft.

En de houten latei erboven.

Later hebben ze links er een muur voor gebouwd, om er een groter gebouw van te maken, denken we.

En nog later hebben ze er een schouw voor gemetst.

Maar deze holte was te klein voor het paneel van de Rechtvaardige Rechters.

Maar geen erg, het paneel hebben we reeds op een andere plaats in het gebouw teruggevonden.

Maar, zoals gezegd, we moeten dit nog een beetje geheim houden. We zijn nog aan het onderhandelen met het Bisdom.

BOUWKUNDIG ERFGOED I

Als we aan bouwkundig erfgoed denken, vliegen onze gedachten vlug rond kathedralen, belforten, stadhuizen, oude kloosters.

Links een beschermd monument geworden, rechts staat er nu een banaal appartement.
Stevige monumenten en liefst zeer oud.

Tot 1970 beperkte de belangstelling voor bouwkundig erfgoed zich tot dergelijke gebouwen.
Burgerlijke- of industriële architectuur behoorde schijnbaar niet tot ons erfgoed.

Zo zijn er heel wat mooie merkwaardige gebouwen verdwenen.

Zoals in 1964 het Volkshuis van Victor Horta, maar dat is een beetje een apart verhaal.

In 1975 was er internationaal het MONUMENTENJAAR en onze toenmalige minister van Nederlandstalige Cultuur - mevrouw Rika De Backer-van Oocken had het gelukkig idee een project op te starten dat erin bestond al onze cultureel waardevolle gebouwen te inventariseren.
Cultuur mocht nu echt in de brede zin van het woord geïnterpreteerd worden.

De inventarisering begon eerst in de kernen van de historische steden, nadien kwamen de buitenwijken aan bod, vervolgens de mindere goden en tenslotte alle gemeenten.

Het inventariseren nam meer dan 30 jaar in beslag en werd regelmatig gepubliceerd bij uitgeverij Brepols onder de reeks Bouwkundig Erfgoed in Vlaanderen.

In 2010 werd deze inventaris gepubliceerd in het Belgisch staatsblad en kregen al deze panden het statuut van BOUWKUNDIG ERFGOED.

 Dit statuut is niet te verwarren met het statuut van een BESCHERMD MONUMENT.

Een aantal van de gebouwen uit de lijst Bouwkundig Erfgoed hebben dit statuut van Beschermd Monument gekregen maar lang niet allemaal.

Het statuut van Bouwkundig Erfgoed houdt in dat er bij een aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning, de cel onroerend erfgoed een niet bindend advies moet uitbrengen aan de gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar en, bij uitbreiding aan het college.

Dit advies is niet bindend; dit wil zeggen dat het college er geen rekening mee hoeft te houden. Als het college dit advies naast zich neerlegt, doet ze er goed aan doet om de reden tot het niet volgen sterk te motiveren.

De cel streeft er van nature naar om het bouwkundig erfgoed zoveel mogelijk te doen respecteren.
Slopen is vaak uitgesloten, verminken, denk er niet aan. Hoogstens verbouwen waarbij er volgens de VCRO soepeler mag omgegaan worden met vigerende regelgeving of toegelaten bestemmingen.

Slopen van bouwkundig erfgoed zoals in de jaren 1970 en 80 schering en inslag was, is door de huidige regelgeving quasi uitgesloten. 

So far, so good, maar dit statuut legt wel een reeks beperkingen op de eigenaars van dergelijke panden. In naam van het cultureel erfgoed dat door deze regelgeving als gemeenschappelijk cultureel bezit van de gemeenschap beschouwd wordt, worden de eigenaars van deze gebouwen opgezadeld met een meer dan gewone onderhoudsplicht waarvoor de eigenaars geen extra tussenkomsten kunnen bekomen.
Wie eigenaar is van een beschermd monument daarentegen, kan zelfs voor de elementaire onderhoudsplicht tot 30% van de kosten die hieraan verbonden zijn, bij wijze van subsidies recupereren.



LANGE KRUISSTRAAT - THE MAKING OF - VI



Vroeger bouwde men in bouwloges.
Lodges in het Engels.

Gesloten bouwplaatsen waar de bouwgeheimen en de regels van de schone verhoudingen doorgegeven werden door de bouwmeesters als deze oordeelde dat zijn opvolger daar rijp voor was.
Klinkt lekker mysterieus en het geeft aanleiding tot mythevorming.
Archeologen gaan op zoek naar geheime tekens om deze theorie te bevestigen.
Geheime tekens die enkel door ingewijden begrepen werden.

Kijk, hier op onze zolder hebben we ook dit soort tekens teruggevonden.

Kijk eens, links op het spantbeen en rechts op het spantbeen.

Drie streepjes links; rechts drie streepjes met een dwarsstreepje.



Een geheime code ?

Verwijzend naar de Rechtvaardige Rechters ? (klik)

Zou kunnen, maar ik denk het niet.

Timmerlieden maakten die spanten eerst op de grond.
Die staken ze daar in elkaar om te zien of ze pasten en gaven nadien elk onderdeel van een spant een nummer.
 
Hier hebben we dus de onderdelen van spant nr III en spant nr III maar dan het rechter deel met dat dwars streepje erbij.

Als alles klopte demonteerden ze het spant en staken het vlotjes in elkaar op het dak.

Slimme jongens, die timmerlui vroeger.

Nu doen we dat nog en heet het een mock-up.











Hieronder zie je zo een paar tekens die louter wijzen op afspraken die in verschillende bouwkorpsen gehanteerd werden.