TROMPR L'OEIL LXXVI - TATTOO

Van deze sympathieke man mag u maar één keer raden wat zijn beroep is.

Ik geef toe, het is niet altijd zichtbaar.

Alleen bij korte mouwkes weer.

Als hij ernstig nadenkt is het opwaarts gericht.

Als hij gewoon wat rondloopt: neerwaarts.

WERVEN - LUPULUS

Het gaat vooruit, daar aan de Markt in Asse.




Nog een paar weken en de terrasjes zullen er al spijt van beginnen krijgen dat ze hun open zicht kwijt zijn.

Eén zomer maar.



Nadien wordt de markt weer een gesloten driehoeksplein, zoals het nu al een paar honderd jaar geweest is. 




Wat het wordt: klik op project LUPULUS



TROMPE L'OEIL LXXV - OH MY BOOKS

Echt verslaafd aan boeken ben ik niet, maar een boekenwinkel zomaar voorbijlopen bezorgt mij een naar gevoel.

Na jaren trainen kan ik het al.
Af en toe: een boekenzaak buitenlopen zonder een boek te kopen.

Dat komt omdat ik eindelijk doorheb dat uitgevers zeer goed kunnen lijmen.

Beter dan Boorman en Laarmans samen.

Of de kaften zijn te aanlokkelijk.
Of de achterflaprecenties zijn te beloftevol.
Of de auteur is iets te bekend.
Of, dit zou ik eigenlijk eens moeten lezen.
Of, dit mag ik toch niet missen.

Mijn huis herbergt nu al meer dan duizend boeken.

Van wat we literatuur noemen - ik moet hier een beetje voorzichtig zijn - is er zeker (x/2+1) % dat nog gelezen moet worden.

Van deze die ik volledig uitgelezen heb, kan ik moeilijk afscheid nemen.

Dat zijn soms vrienden geworden en die zet je niet zomaar op de stoep.

Boeken die geen vrienden geworden zijn mogen wel op de schop.

Van het nog niet gelezen gedeelte, zal ik pas afscheid nemen als ik weet of ze vooralsnog geen vrienden zullen worden.

Van de vracht kijkboeken kan ik zeer moeilijk afscheid nemen.
Op het overgrootste gedeelte ervan raak ik niet uitgekeken.

Dus die komen - voorlopig - ook niet op de stoep.

Omdat de stapelcapaciteit zijn limieten bereikt heeft doe ik mijn overbodige boeken wèl op de stoep.

Daar zitten naast de niet tot mijn vriendenkring behorende literatuur, ook een pak weetboeken tussen waarvan geweten is dat het weetgehalte achterloopt op het huidige weten.

Die boeken moeten dus zeker de deur uit.

Ik doe dat zo: in een kartonnen doos zet ik ze op de rand van mijn voortuinvijver, met een aankondiging erbij dat iedereen ze gratis mag meenemen op voorwaarde dat ze niet meer teruggebracht worden.

Dat is al een paar keren echt ordentelijk verlopen.

U moet eens kijken hoeveel mooie vrouwen ik daar een plezier mee doe.

De laatste keer was ik wel geschrokken.

Bij mijn thuiskomst was de doos in de vijver gekieperd met nog twee boeken erin.

Iets over ruimtelijke ordening waarvan geweten is dat zo'n boek maar zes maanden actueel is want La Schouwvlieghe en haar voorgangers maken er een sport van om per kwartaal aan de regelgeving te sleutelen.

Een dynamisch proces noemen die ambtenaren dat dan.
Een vooruitschreidend inzicht noemen de politici het.

Het tweede boek was een handboek van Excell 2003.

Ik kan mij inbeelden dat de vandaal zijn woede wou bekoelen op zowel het ministerie van ruimtelijke ordening als op de miserie van microsoft.

Maar ze zomaar in mijn vijver kieperen en al mijn goudvissen een trauma bezorgen; dat kan alleen maar een man gedaan hebben.

Raar maar waar, 's anderendaags was de drenkeling van microsoft verzopen en doornat, toch nog opgepikt door iemand die van zijn leven nog iets wil maken met de versie van Excell uit 2003.


MAOFF - MANAGEMENTGAME

Congressen aflopen, studiedagen volgen, uiteenzettingen bijwonen; het is allemaal mooi en wel maar wat blijft er in je hersenen hangen ?

We gaan naar huis met gretig meegeritste info-mapjes, misschien wel een betere publicatie en als het enigszins lukt belandt het gedrukte materiaal op die stapel nog nader te bekijken hyperinteressante documenten.

Het belangrijkste is vaak de receptie nadien.

Netwerken noemen we dat.
Binnenwerken denk ik dan.

Niet zo bij MAOff.

Daar gaan de cursisten alle opgedane kennis plus de eigen ervaring gieten in een werkbaar document dat hen zal helpen en steunen om hun bureau een nieuw elan te geven.

Managementgame noemen we dat.

Uitwisselen en luisteren naar elkaar.
Daar is tijd voor nodig.

Af en toe een briljante ingeving: zo kan het ook.


En is het allemaal een beetje haalbaar ?

Benieuwd wat ze het er van af zullen brengen.

Meer weten over MAOff (Management van een ArchitectenOffice) ?


STEDELIJKE VERDICHTING LXV - CO-HOUSING

Het fenomeen geraakt wereldwijd bekend.

Hier, in Japan heeft co-housing een wel heel speciale vorm aangenomen.

Hun woningen zijn er zo piep klein, dat de meeste mannen, en schoorvoetend ook de vrouwen, er zo weinig mogelijk verblijven.

Blijven hangen in de eettent op weg naar huis verkiezen honderdduizenden boven het klaarmaken van een gelijkaardige maaltijd in die veel te kleine keuken in die veel te kleine flat.

Heel de avond doorbrengen onder het gereutel van je kantooroverste wordt als draaglijker ervaren dan het huishoudelijk geluk, opgepropt in een klein vouwdoosje.

Zelfs al is het al tien of elf uur in de avond.

Co-housing, het kent al veel varianten.

TROMPE L'OEIL LXXIV - SCHOOIERS

Het was een merkwaardig beeld op die vrijdagmorgen.

Twee kinderen die staan schooien onder een raam van een statig herenhuis

Je voelt je zo terug geblazen naar een 19°eeuwse roman waarin het proletariaat zijn kinderen met uitgehongerde ogen wanhopig ziet smeken om een korstje of een paar patatten.

Het waren twee pleisteren beelden die door wat houten spijltjes ondersteund worden.

Een afstudeerproject van een student beeldende kunsten vermoed ik.

's Middags waren de twee schooiertjes al weg.
Vluchtelingen en hun kinderen, of vluchtende kinderen zien er anders uit.

Maar 't is even erg.


WERVEN. SLOPEND BEROEP

De discussie over slopende? kapot-makende  beroepen is zeker nog niet in de eindfase belandt.

Belandt ze daar ooit in ?

Fysieke belasting, mentale belasting; de ene kan het aan, de andere is er helemaal niet geschikt voor.

Niet iedereen beschikt overigens over die onbeperkte keuzevrijheid wat hij zijn verdere leven zal doen.

De meeste beroepen verorber je ook niet a la carte.
Dit wil ik wèl doen, de overschot laat ik aan een ander over.
De lekkere beetjes eerst, de hardere brokken zijn voor wie van niet beter weet.

Centen wil ik niet zuur verdienen.

Als, zoals hier, vier van de vijf bouwvakkers
al van ‘s morgensvroeg, niet meer op eigen benen kunnen staan en op hun knieën belanden, dan mogen we wel spreken van een zwaar beroep, toch ?


STEDELIJKE VERDICHTING LXIV - MEGALOPOLIST

Ik hoor Leo Van Broeck - de Vlaamse Bouwmeester - graag bezig over geconcentreerd wonen rond stations, desnoods in woontorens want daar is niets mis mee, zegt hij.

Daar kan je op creatieve wijze veel meerwaarde aanbieden.

Dus moeten we met zijn allen inzetten op bundeling rond die transferia.

Dat is niet nieuw.

Veertig jaar geleden schreef Geert Bekaert al een lijvig boek 'OMTRENT WONEN' waarin precies hetzelfde gezegd werd.

Veertig jaar al.
Van oudere publicaties heb ik geen weet want voor die periode las ik dergelijke boeken niet.

De cel  Ruimtelijke Ordening van de Provincie Oost-Vlaanderen heeft reeds aardig wat onderzoek gedaan en wat blijkt: bijna 60 % van de inwoners van Oost-Vlaanderen woont op loopafstand van de vele transferia die we hebben.

We zitten dus aardig in de buurt van die grondregel van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen dat stelt dat 60 % moet wonen in de stedelijke kernen en 40 % in de
buitengebieden.

En toch, en toch neemt maar vijf procent het openbaar vervoer.

Het zit dus fundamenteel fout met die theorieën dat, als de mensen dichter bij de stations wonen, ze van zelf meer het openbaar vervoer zullen nemen.

Fout, fout, fout.

Zo blijkt maar eens te meer.

Is er al onderzoek gedaan vanaf welke kritische massa die theorie wel werkt ?

Is dat vanaf een paar honderdduizend inwoners ?
Vanaf een paar miljoen ?
Of vanaf een paar tientallen miljoenen ?

Zoals in TOKYO. (zie vorige blog)

Dat men dat eerst eens onderzoekt, alvorens veertig jaar oude theorieën te verspreiden die kant nog wal raken.