VERDICHTE STEDEN II GENT

In de vorige bijdrage had ik het over het broekzakgevoel van mijn stad.

Ik ga daar niet lyrisch over doen. Zou ongepast zijn. En onwetenschappelijk ook.

Ik toonde u eerst een kaart met enkel de contouren van straten en waterwegen op. Bijna een rooilijnplan.
Als je de bebouwde blokjes invult krijg je een ander beeld.
Dan begin je te ontwaren wat er gaande is.

Je ziet volgebouwde blokjes maar ook de witte 'gaten'.
De plaatsen waar er pleintjes ontstaan zijn.

Niet omdat men behoefte had een pleintjes.
Wel omdat men behoefte had aan ruimte om handel te drijven.

Dat is de voornaamste reden waarom we op sommige plaatsen het enen pleintje naast het andere treffen. Koornmarkt, Hooiaard, Groentemarkt, Groot Kanonplein, Veerleplein, Bij Sint-Jacobs, Kouter, Koophandelsplein, Bisdomplein, Sint-Micheilsplein.

Om nog niet te spreken van de kleine marktpleintjes die verdwenen zijn: Botermarkt, Gouden Leeuwplein, ...

U hoort mij niet spreken over de Vrijdagmarkt.
Dat was het eerste plein dat - na de Korenmarkt - echt aangelegd werd. Groot en als er geen markt is of iets anders te doen is, ook niet echt gezellig.
Geen genietplein. 
Maar wel nuttig. Om een parking er onder aan te leggen.

In het uitstekende werk KAARTEN / PLANNEN VAN / VOOR GENT van André Coene en Martine De Raedt wordt een analayse van loopwegen uit de verschillende buitengebieden gemaakt waar dan op de knooppunten die pleintjes ontstaan om er handel te drijven. Soms klopt het, soms ook niet.

De willekeurige vorm van al die pleintjes verwondert mij steeds weer. Geen echt geometrische vormen uit één of ander meetkundig boekje. En ook niet ontstaan door de grillen van het reliëf.

In een boek over het ontstaan en de groei van Antwerpen kwam ik de afbeelding van dit boekje van één of andere landmeter tegen. Hoe een verkaveling geschetst werd, hoe de straatjes ontstonden, een driehoekig pleintje, hoe er voorzien werd in een riolering.

Niet gehinderd door veel neo renaissancistische stedenbouwkundige inzichten, gewoon, zoveel mogelijk zuinige vierkante meters halen uit een amorf stuk eigendom. 

Met wat rekensommen erbij.

Dat lijkt mij het geheim.

Is het ook zo gegaan in Gent ?
Ik denk soms van wel, maar dit soort boekjes ben ik nog niet tegengekomen.
Als u in één of andere kast of op zolder nog zo'n middeleeuws boekje liggen hebt, dan weet ik het graag.
Of weet hebt van zo'n verkaveling
, dan weet ik het ook graag.




VERDICHTE STEDEN I GENT


Dikwijls hoor ik: Gent, dat is toch een fantastische stad.

Voor alle duidelijkheid, dit is een uitspraak van niet Gentenaars.

Ik beaamd dat altijd maar weet niet precies waarom.
Waarom vinden mensen dat zo'n fantastische stad ?

Meestal bedoelen ze: het centrum.
Maar kunt u mij eens zeggen waar precies het centrum van Gent te vinden is ?

Ik heb het aan een paar prominenten gevraagd. Aan de leden van mijn schepencollege. Ik kan mij geen mensen inbeelden die meer voor hun stad staan als deze.

Hun antwoorden vond ik, nou ja, boeiend.

De burgemeester was resoluut: de Korenmarkt. Schepen Peeters ook.
Anderen waren vager en hadden het meer over de omgeving rond het stadhuis en één schepen vond hèt centrum van Gent: de Voorhoutkaai.
Voor wie dat niet weet liggen: dat is op de plek waar de Schelde de Leie gaat versterken.

Maar erg duidelijk is dat niet te zien. De Leie is er drie keer zo breed als de versmalde en gekanaliseerde Schelde. En het zal nog een poosje duren voor de Schelde weer open gelegd is.

Het is dus niet zo duidelijk om te zeggen waar het centrum nu precies ligt.

Hoeft dat ook ?
Bij sommige steden is dat wel heel duidelijk.
Sienna bijvoorbeeld. Of Aalst, Sint-Niklaas, Kortrijk of Brugge.
Omwille van die ene markt.

Maar in Gent en in sommige andere steden is dat niet zo.

Het centrum voelt als een broekzak.




Een broekzak, wat is dat eigenlijk ?

Jongetjes ervaren een broekzak al heel vlug als een bijzondere plek.

Een plaats waar je alles verstopt en op de tast terugvindt. Je kijkt er nooit in. Al wat er in zit vindt je terug op de tast. Vingers kunnen net bij dat wat je nodig hebt.

Later komt daar een stuk nonchalence bij. Een broekzak dient om jezelf een houding te geven.

Zo heb ik ook altijd mijn stad aangevoeld.
Eerst als plek waar ik al mijn indrukken en ontdekkingen mocht opslaan.

Later een plek om er mij thuis te voelen.

Ik leg dat eens uit in een volgende bijdrage, over twee dagen. Beloofd.

ALVAR AALTO II

Ik blijf nog eventjes hangen in de Tiilimali nr 22 in Helsinki.

Alvar Aalto bouwde er zijn bureau in 1955, en hield er kantoor tot 1976.
Zijn bureau werd verder gezet door zijn dochter Elissa tot in 1994.

Vandaar dat u ook wat computerschermen in het bureau ontwaart. Toen Alvar ermee ophield waren computers nog aan het ontwaken.

Op de voorgrond ziet u een armatuur naar het ontwerp van AA.
Buiten het bureau is een terrasvormig auditorium.

Mag ik enige gelijkenis zien in de vormgeving van beide ?

Aan de linkerzijde ziet u de ramen van het tekenatelier.
De lage ramen zijn die van de ontvangstruimte waar
AA persoonlijk zijn klanten ontving.

De vormgeving ervan staat voor zijn werk. Eenvoudige vormen die af en toe organisch mogen aansluiten bij wat hij de menselijke schaal noemde.

Een vergelijkbare zienswijze met die van Le Corbusier die de mens ook als uitgangspunt voor zijn architectuur zag.

Dit bureau is nu een beschermd monument geworden dat je vrij kan bezoeken.

Het mooiste element vindt u aan de straat.

Een muur die een binnentuintje vormt voor het atelier.

Een muur ? Die dan nog eens het zicht op de straat afschermt ?

Voor velen niet te begrijpen. Maar toch.

Kent u de intimiteit van binnentuintjes ?
De mystiek van het vermoeden van wat achter de tuinmuur ligt ?

Zo'n afgeschermd tuintje is een geschenk voor wie er op mag kijken.
Er is niets te zien buiten gras en een witte muur.

Maar voor wie heeft leren kijken, een oase vol rust, een oord waar de verbeelding te rapen ligt.



ALVAR AALTO I

Ik wil graag beginnen met het tonen van de persoonlijke tekenplank van de grootmeester himself, hier in zijn atelier in Helsinki.
In de Tiilimaki nr 10 als u het precies wil weten.

Gebouwd in 1950 op een golvend terrein.

Het voelt een beetje aandoenlijk als je hier zo dichtbij staat op de plaats waar hij ooit gezeten heeft.


Was hij rusteloos ?

Bedaard ? Geduldig ?

Dat kom je in biografieën nauwelijks te weten.

Moeten we dat ook weten ?

Ik vind van wel.

Ik wil op zo'n momenten graag een paar uren vertoeven tussen hem en wijlen zijn medewerkers.

De geur van thee of koffie, was er muziek op de achtergrond, werd er veel gepraat of was het er zo stil als in een klooster ?

Een architectenbureau zou zowel rust voor het individuele als de mogelijkheid voor groepswerk moeten in zich hebben. Dat is het hoofdkwartier van het gebouw.


Dat zeg ik niet; dat zei Alvar Aalto over zijn eigen bureau. 

Hoe vaak werden kalken over reeds gemaakte tekeningen gelegd om een verbeterde versie te maken ?

Wie gewend is op een hedendaags architectenbureau te werken, heeft nauwelijks nog voeling met het ambachtelijke dat hier tot stand kwam, tussen potlood, gom, winkelhaak en passer. Of een pistolé begot.

Er hangen ook wat geveltekeningen aan de muren.

Pareltjes van expressie. Lijnen met karakter.

Tekeningen waar over iedere lijn is nagedacht voor ze getrokken werd.


En, al lijkt het gewoon een vertikale projectie, er zit toch een stukje perspectief in de luifel, om een beter beeld te hebben van wat je mag verwachten.

Meesterlijk getekend. 






MAOff

In januari starten we met een nieuwe cyclus Management van een Architecten Office.

MAOff dus.

Deze cyclus richt zich tot alle architecten, interieurarchitecten of stedenbouwkundige planners die hetzij een zelfstandige praktijk hebben, die onder associatievorm werken of plannen er één op te richten . Voor hen die pas gestart zijn, voor hen die bezorgd zijn om hun toekomst, voor hen die meer uit hun bureau wensen te halen of willen bijsturen.

Het programma ziet er als volgt uit

don 19 jan 2017
doc. Johan Rutgeerts
Architecten en management, samenwerkings- verbanden tussen architecten, visie, meerwaarden, éénmanszaak vs vennootschap.


don 26 jan, 02 feb, 09 feb en 16 feb 2017
Kim Bollez - KMO-adviseur - AB-PARTNERS
Financiering van de onderneming - boekhouding en balans lezen - fiscale doorlichting van een architectenbureau - ratio's - waardebepaling van de onderneming - aandelenstructuur - financiële planning - in- en uitstappen van vennoten - vastgoed inbreng.

don 23 feb 2017
doc. Johan Rutgeerts
over lonen en inkomens - wat is een correcte verloning - statuten en zelfstandige medewerkers

don 09 mrt 2017
doc. Johan Rutgeerts
productie - organisatie - bureelplanning - management in het bureau - rendementsanalyse - beheersen informatiestromen - omgaan met data - kwaliteitsbeheersing en controle - opstellen contracten - trajectplanning

don 16 mrt 2017
doc. Johan Rutgeerts
marketing - communicatie - websides - vermarketing van diensten

don 23 mrt 2017
doc Johan Rutgeerts
leiding geven - commedia del arte ? -  interne communicatie & discipline - rollenspel

don 30 mrt 2017
doc Johan Rutgeerts
HRM - coaching - competentie- management - rollenspel

don 20 apr 2017 -
STRAMIEN - Antwerpen
Architect Bart VERHEYEN
analyse multidisciplinair kantoor - historiek - financiële structuur - HRM-management - remuneraties - wedstrijden - WORKING APPART, THINKING TOGETHER


don 27 apr 2017 -
doc Johan Rutgeerts
leiding geven - omgaan met conflicten - onderhandelings- technieken deel 2 - rollenspel

don 04 mei 2017
VERDICKT & VERDICKT - ANTWERPEN
Architect Nico VERDICKT
analyse van een dynamisch
architectenbureau -  opbouw - structuur - finaciering - remuneraties - vast-goed inbreng.

don 11 mei 2017
ARCHITECTEN GROEP III - BRUGGE
Delphine Bostoen / Leen Janssens / Lien Vansteenkiste / Hein Verbeke / Pieter Verfaillie / Omer Vermandele
Analyse van een architectenassociatie -
bureelorganisatie - vennootschapsstructuur - financiële structuur - visie en opbouw - communicatie


don 18 mei 2017
doc. Johan Rutgeerts
werkavond met praktijkbegeleiding

don 01 jun 2017
doc. Johan Rutgeerts
veranderings- management - do's en don'ts - hoe beginnen we er aan

don 08 jun 2017
doc. Johan Rutgeerts
managementgame - werkavond

15 jun 2017
doc. Johan Rutgeerts
slotavond - presentatie managementgame

De cursus gaat door telkens op donderdagavond van 17:30 tot 21:30 - gatering is voorzien - afwisselend campus Gent en Brussel.

De colleges zijn opgevat in de vorm van informatieoverdracht en ervaringsuitwisseling.
De cursisten werken tegelijk aan het managementgame. Hier wordt de opgedane kennis door de cursisten verwerkt in een managementspel en presentatie.

Om die reden wordt het aantal deelnemers beperkt tot 24 cursisten.

Deelname voor de 18 avonden kost
gewone cursisten 1.190 €
alumni Sint-Lucas  990 €

INSCHRIJVINGEN 




KULeuven
Faculteit architectuur - campu s Sint-Lucas Gent
Hoogstraat 1  9000 Gent
tel 09.225.10.00
secretariaat  Ingrid Devos  ingrid.devos@kuleuven.be







COLORA

Colora kent u van de reclamespotjes op de radio. Die naam Colora springt u zingend toe.

Weinigen weten dat Colora het distributiekanaal is van BOSS-paints, de succesrijke verffabriek van de familie Bossuyt uit Waregem, dat reeds drie generaties kwaliteitsverven fabriceert. De iets oudere generatie leerde BOLATEX kennen als merknaam.
Nu vloeit de verf via de franchiseketen COLORA.

Hier ziet u een uitbreiding die we mochten doen voor één van die COLORA-winkels.
Wat vroeger een autogarage was van een goedkoop Japans automerk, werd omgebouwd tot winkelruimte.
Gelegen langs de Antwerpsesteenweg in Gent Sint-Amandsberg.
Het ruimtelijk beleid van de stad Gent kent op het vlak van winkeloppervlakte geen genade.

Vierhonderd vierkante meter langs de invalswegen is zowat het maximum dat toegelaten wordt. Nog geen twee kilometer verderop, in Lochristi, malen ze niet om 1.000 m² meer of minder.
Laat maar komen, hebben ze daar ooit gezegd en vastgelegd in een Algemeen Plan van Aanleg.

Daar hebben ze nu een beetje spijt van, daar in Lochristi, maar het kwaad is geschied.
Het contrast tussen 400 m² en een paar duizend vierkante meter winkeloppervlakte zie je duidelijk in de bouwvolumes; maar het scheelt ook een slok op de borrel in de omzetten.

Meer oppervlakte doet meer verkopen. Zo simpel is dat, maar dat hebben ze in Gent op de dienst ruimtelijke planning nog niet begrepen.

Er moesten ook nog twee woningen bijkomen om aan de verzuchtingen van het beleid te voldoen.
Op zich is daar niets mis mee, maar het vergt wel extra investeringen van de initiatiefnemer, die niet in zijn businessplan vallen.
Een lening versieren voor een commercieel project is niet hetzelfde als een lening losweken voor een private woning, bovenop een commerciële exploitatie.

U moet maar eens met bankiers praten om te weten hoe vlot zoiets loopt.

Het was een hele uitdaging om die tweede woning bovenop de bestaande niet zo stabiele showroom te zetten.
Een houten constructie is in dergelijke gevallen de meest geschikte oplossing.

Een paar netjes verborgen stalen profielen zorgen voor de stabiliteit van de uitbouw. De bovenbouw is hout gebleven.

Het staat er nu al een paar jaren.
Ik ben er onlangs nog eens langs geweest. Het eerste ontwerp met slechts één exploitatiewoning was lichter en boeiender, maar de ambtenaar stelde zijn eisen, en zo werd het volume groter en lomper.

Maar nu ik het terugzag, had ik er vrede mee.

Het is geen eye-catcher geworden, maar hoeft dat ?

We moeten werken aan eenvoudige, goede, niet versierde gebouwen, gebouwen die in harmony en organisch geschikt zijn voor de gewone gebruiker.  

Zo zag Alvar Aalto het.

Als u binnenkort een potje verf nodig hebt: COLORA aan de Antwerpsesteenweg in Sint-Amandsberg. Niet twijfelen. 

BANKIERS EN HUN VRIENDEN

In New York staat een toren.

Daar staan wel meer torens zult u zeggen.

Maar dit is een presidentiële toren geworden.

Sinds vorige week toch.

Men kan van the president elect veel zeggen maar niet dat hij geen smaak heeft.

Zo te zien laat hij zich op het vlak van interieur-inrichting adviseren door de beste en creatiefste brains die er momenteel te vinden zijn.

We mogen hopen dat zijn andere adviseurs van het zelfde hoogwaardige en geïnspireerde gehalte zijn. 


Ik zou het jammer vinden mocht u hierop kritiek hebben.
Dit interieur verwijst duidelijk naar een diep respect voor de klassieke Europese bouwstijlen, al is dat aan de buitenzijde van het gebouw jammer genoeg niet te zien.

Het siert hem ook dat hij niet overdreven heeft in de vrije hoogte van zijn flatje. Beeldt u in dat hij een vrije hoogte van zes meter of meer zou geambieerd hebben zoals wijlen LOUIS XIV.

Of het koninklijk paleis in Brussel. Met die kevers aan het plafond.

Dat zou pas getuigen van hoogheidswaanzin.

Neen, ik bewonder zijn respect voor onze culturele waarden en de zeer bescheiden aanpak.

Je ziet duidelijk dat hij bovenal een echte family-man is met eerbied voor het gezin, de vrouw en iedereen die in de pas loopt. 


Er mochten wel wat meer wereldleiders hier een voorbeeld aan nemen.

Ik vermoed zelfs dat de heer Poetin een beetje jaloers is op zoveel smaak.



Vanaf 10 januari 2017 is het flatje voor minstens 4 jaar te huur. Met mogelijks een verlenging van vier jaar.

BANKIERS II

Duizend driehonderd miljard dollars.
Ik herhaal, 1.300.000.000.000 $. *
Dat is het vermogen van de JP MORGAN Bank (USA) dat dit jaar geïnvesteerd wordt in allerlei renderende economieën over heel de wereld.
JP Morgan is de zesde in het klasje van wereldbanken.

Dat bedrag is meer dan al het geld samen, dat de Belgen op hun spaarboekjes staan hebben. Of nog anders, vijf maal 's lands Belgische traditioneel deficitaire begroting.

Als u honderduizend € spaargeld te beleggen hebt, dan mag u al tevreden zijn met een rendement van pakweg 3%.
Als u één miljoen te beleggen hebt, krijgt u wellicht al wat professioneler advies en stijgt uw redement lichtjes.

Maar als u miljarden te beleggen hebt, dan kan je 's werelds beste financiële experten binnenhalen alsof je Real Madrid bent.

Dan haalt u rendementen die doen watertanden. Dan springt u al een gat in de lucht mocht u maar één uurtje JP Morgan zijn en de winst van dat éne uurtje in uw zakken zou mogen steken.

JP Morgan, the faunding father himself, was naast bankier en investeerder in de Amerikaanse staalindustrie, ook verzamelaar van alles wat hem cultureel waardevol leek.
Vooral alles wat Europese roots had.
Boeken, handschriften, maar ook schilder en beeldhouwkunst.

Bijvoorbeeld, een manuscript, getekend Galileo.


Of een originele partituur van WA Mozart.

Of een belangrijke brief van Thomas Jefferson.

Om die verzameling comfortabel te herbergen mocht er ook een uitbreiding komen van zijn reeds imposante persoonlijke bibliotheek.
Getekend Renzo Piano bijvoorbeeld.
In hartje New York, naast de reeds imposante woning van wijlen dhr Morgan.

Uit respect hiervoor ging het museum voor een groot deel ondergronds.

Piano zorgde er wel voor dat het licht mooi naar beneden zou vallen.

Een ondergrondse concertzaal behoort, naast de tentoonstellingsruimtes, ook tot de infrastructuur die de collectie zichtbaar moet maken voor het publiek. Voor u en mij dus.

Af en toe wordt hier ook nieuw talent ge-exposeerd.
In ruil voor een paar werkjes die de reserve duiken, krijgt de kunstenaar een tentoonstelling die dan in de New York Times verslaan wordt.

Een win-win noemen ze dat bij JP Morgan.

Als je regelmatig werken binnenhaalt, die je later naar een hogere status promoveert, groeit de waarde je verzameling nog sneller dan dat al hoge rendement dat bij bankieren
gehaald wordt.

Begrijpt u nu waarom er dan wèl zo'n gebouw, getekend Renzo Piano, van af kan ?

* De Standaard, woensdag 19 okt 2106

TONDEUSE



Op woensdag 4 november 1964 mocht ik om kwart voor drie in de namiddag mij installeren in de kappersstoel.

Ik was toen 9 jaar, 7 maanden en 29 dagen oud.

De kapper begon zoals gewoonlijk aan mijn jongenscoupe.

Om één minuut voor drie begon hij aan de finishing touch.
Met de tondeuse scheerde hij mijn nekharen bij.

Om precies drie uur legde hij het apparaat af en draaide de knop van de radio iets luider.
Op sobere wijze deelde de nieuwslezer mee dat Lyndon B Johnson tot de volgende president herverkozen was.

Is't Johnson ? vroeg de man die achter mij die zijn beurt afwachtte.

Ja, 't is Johnson antwoordde de kapper.
't Was beter Kennedy geweest, zei de man, maar jah ...
en ik zag hem in de spiegel aan zijn sigaar trekken.

Ik fietste naar huis en zei tegen mijn moeder dat het Johnson was en niet Kennedy.

Ze was er het hart van in geweest dat ze Kennedy zo maar vermoord hadden.

Uw haar is schoon gedaan, zei ze, en begin nu maar aan uw huiswerk.

Amerikaanse presidentsverkiezingen, ooit waren ze sober. 

BANKIERS I



Wat is dat toch met die bankiers ?

Hier ziet u de gebouwen van een huis van vertrouwen.

De Société Genérale de Belgique.
Hèt huis dat geld uitgaf nog voor België bestond. Opgericht door Willem I maar toen de Belgische omwenteling er aan kwam koos de Société voor België.

Gelegen langs het Warandepark waar langs de korte zijden het parlement ons koningshuis in het oog houdt en omgekeerd.

Aan de langste en gaafste zijde ligt dan het hoofdkwartier waar alles beslist wordt over waar en naar wie het geld zal gaan, ervoor zorgend dat het nuttig besteed wordt voor de opbouw van 's lands economie en waar ze er zelf ook een flinke brok aan verdienden.

De bank was niet vies van passief participeren in de nieuwe industrieën maar was ook een spaar- en depositobank. Dat bracht haar af en toe in moeilijkheden en in 1838 èn in 1848 moest de Etat Belge bijspringen om het faillissement af te wenden. Toen ook al. 

Ik herinner mij het paviljoen van de honderdvijftig jarige Société op de Heizel waar ik als zeventienjarige zag, in welke vooruitstrevende industrieën dit huis van vertrouwen haar geld investeerde.
Een revelatie.
Opgewonden thuiskomen was het.

Noodgedwongen werd in de jaren zeventig een Nederlands klinkende naam aangenomen: de Generale Bank van België.
En het bourgeois cliënteel - zeker in Gent - bleef maar klant zijn in de taal van Molière.

Later was er de naamsverandering: FORTIS.
Klonk sterk en stoer. 


Een fusie met Nederlandse bankjongens. Terug naar het huis van Oranje.
Bankieren werd plots een zaak van jongens onder elkaar die alleen maar één ambitie kenden: de grootste bankier willen zijn.
Investeren in 's lands economie bleek een bijzaak te zijn geworden.

Met alle gevolgen van dien.
De bank struikelde over haar eigen megalomanie, de Warandeberg af, bijna verdrinkend in de stinkende Zenne.

Dat gebouw, uit de jaren zeventig moest er dan ook maar aan.

Alsof de recente malafide geschiedenis moet weggewist worden.
Niet platgebombardeerd in één of andere oorlog, maar deskundig neergehaald door mensen die daar hun vak van gemaakt hebben.

Die bank zag er als een robuuste kluis uit waar ons geld veilig was.

Nu het ontmanteld wordt ,zien we dat het geen uiterlijke schijn was.

Vanbinnen was het inderdaad ook nog eens een kluis.

Wat er in de plaats komt oogt lichter, luchtiger, verfijnder, ontdaan van plompheid.

Maar jammer dat het hier zal gebouwd worden.

Steden zullen in de toekomst behoren aan voetgangers en fietsers, openbaar vervoer.
Stedelijke wanden zullen zich opnieuw moeten aanpassen aan dat fijngevoelige contact dat nodig is tussen die voetgangers en het volle leven.
Gevels moeten aanvoelen alsof ze het verlengde van uw broekzak zijn. 
Deze witte tempel zal dat niet doen, spijts de licht groene sluier die over de renders verstoven lijkt.

Gebouwen in steden zullen in de toekomst meer respect moeten vertonen voor die voetgangers en fietsers.

De nieuwe bankiers van BNP - PARIBAS - FORTIS (wat een naam zeg)  hebben dat nog steeds niet begrepen blijkbaar.

Ze blijven maar gebouwen optrekken waarin hun werknemers keihard moeten werken om zich een vakantie te kunnen veroorloven waar ze eventjes tijd mogen laten verdampen langs straatjes en pleintjes en terrasjes waar je wèl heerlijk van de stad kan genieten.

Want kijk eens goed: als er al eens mag verpoosd worden zal het aan de binnenzijde zijn.
Met de rug naar de stad gekeerd.

Genieten langs de straatkant staat niet op bankiers' agenda.

Spijtig. 

BEROEPSAANSPRAKELIJKHEID



Donderdag 20 oktober, deelde de ministerraad mee dat er een wetsontwerp op de regeringstafel ligt, dat aannemers, architecten en andere dienstverleners hun tien-jarige aansprakelijkheid zullen moeten verzekeren.

Hoezo, doen die dat dan niet ?

Jawel, architecten hebben zichzelf die verplichting opgelegd in 1985 via deontologische regels, opgesteld door de Orde van Architecten. In 2008 werd dit een wettelijke verplichting, onder toedoen van de minister voor consumentenzaken.

Architecten hebben het steeds onredelijk gevonden dat zij de enige partij zijn die zo’n verzekering verplicht afsluiten; dat aannemers dit niet hoefden te doen. Aannemers hielden lang de boot af door te stellen dat zij altijd het recht moeten krijgen hun fouten eigenhandig te herstellen. Dat was een vals argument want in vaak complexe situaties is dat lang niet altijd mogelijk bij schadegevallen. Ook de opdrachtgever moet hier overigens mee instemmen. 

Architecten trokken bijgevolg naar het Grondwettelijk Hof om deze ongelijkheid en discriminatie aan te klagen. Het bekende artikel in het burgerlijk wetboek stelt immers dat architecten èn aannemers tien jaar aansprakelijk zijn voor het geheel of ten dele tenietgaan van een gebouw. 


Het Grondwettelijk Hof oordeelde terecht, dat hier sprake was van ongelijkheid en discriminatie. 
Het kan immers niet dat enkel architecten moeten opdraaien voor mogelijke bouwschade, zeker als het aannemersbedrijf opgehouden is te bestaan binnen die tienjarige periode. Bij architecten gaat die aansprakelijkheid zelfs over op hun erfgenamen. 
Kinderen van architecten kijken bij het aanvaarden van de erfenis dus best goed na of alle werken uit het verleden nog wel voldoende verzekerd zijn.

De bal lag dus in het kamp van de regering en na een reeks onderhandelingen met de vertegenwoordigers van het aannemersbedrijf, komt minister Kris Peeters met een voorstel op de proppen. Alle betrokken partijen moeten nu hun tienjarige aansprakelijkheid verzekeren, beperkt echter tot de private woningbouw en tot een bedrag van 500.000 €. 


Het voorstel zou eveneens inhouden dat architecten slechts verplicht worden zich te verzekeren tot deze bovengrenzen.
Wie zal overigens vaststellen hoeveel een woning precies kost ?

Alle andere gebouwen, zowat meer dan 80 % van de bouwmarkt, moeten niet behoorlijk verzekerd zijn, oordeelt de minister blijkbaar.

Dat getuigt van weinig professionalisme, beroepsfierheid noch ethische ingesteldheid van de bouwsector. De eeuwige consensus is weer aan de orde. De kool en de geit moeten gespaard worden. Kris Peeters was in een vorig leven nog secretaris generaal van de Federatie voor Vrije Beroepen; als minister van werk zit hij in de greep van de aannemerslobby.

U kunt zich toch niet inbeelden dat uw verplichte autoverzekering zich zou beperken tot schade aan particuliere auto’s en tot een maximum bedrag van 25.000 €; alle andere schade zou dan voor uw eigen rekening zijn.

Alle partners in de bouwsector, dus niet enkel de architecten, zouden baat bij hebben bij een verplichte verzekering van de tienjarige aansprakelijkheid. 
Ook als bouwbedrijven en architectenvennootschappen hun activiteiten stopzetten, moeten ze verplicht worden hun tienjarige aansprakelijkheid blijvend te verzekeren, via een éénmalig te betalen eindpremie, zodat de opdrachtgevers met meer vertrouwen hun initiatief tot bouwen kunnen aanvatten. 

Ook de overheid, die jaarlijks goed is voor 20 % van het bouwvolume in België, zou er wel bij varen.
Het is dus aan de minister, en bij uitbreiding het parlement, om de moed te hebben eens verder te kijken dan de minimale consumentendrempel, want het burgerlijk wetboek maakt geen onderscheid tussen bouwwerken, of ze nu voor particulieren en ‘slechts’ 500.000 € kosten of niet.