JONG TALENT

 Er is veel te doen rond voetbalclubs. Vooral veel gedoe.

Over de vele miljoenen die daar circuleren en over de vele sociale bijdragen die niet hoeven betaald te worden zoals bij normale werkgevers.

In de discussie of die bijdragen nu wel of niet verschuldigd zijn komt heel vaak dit argument naar boven: wij, voetbalclubs, wij hebben ook een jongerenwerking waar wij ervoor zorgen dat jonge knullen van straat gehouden worden door ze in te schakelen in onze trainingsprogramma's en oefenmatchen.

Kijk maar hoe ze daarin opgaan, hier op de zeedijk in Nieuwpoort. Die gastjes van AAGent springen op hun up-tempo clublied, lachend naar hun toekomst. Wie weet, dromend van een grote carrière en voor veel geld verkocht worden aan een andere ambitieuze club. 

Die gasten worden werkelijk deel van het systeem . (klik)

EXTRA VEILIG

Je kijkt er wel van op. In volle coronatijd zes gewapende paracommando's van Franse makelij die om acht uur 's avonds op de zeedijk met ondergaande zon, nog een patrouilleke lopen.

Para's van het genre waar je liefst geen woorden mee hebt.

Ze waren er niet om het maskerdracht te controleren.

Het is nog steeds een uitloper van de Franse terreuraanslagen. Ik keek daar wat van op. De andere vakantiegangers - voornamelijk Fransen - niet.

Ik versta dat, ze het daar in Malo les Bains ernstig nemen; zo dicht bij de Belgische grens.

Grens- en terreurbewaking tegelijk. (klik)

EENVOUDIGE VRIENDSCHAP

 

De jongen rechts gooide visvoer in de vijver en voerde het woord.

De jongen links was wat ouder maar scoorde wat minder op het vlak van begaafdheid. 

Maar je moest die twee zien als een karper toch zo dwaas was geweest om in het aas te bijten.

Een zonnig team: de jongste stuurde de hengel en karper naar het visnet; de oudere hield die voor hem klaar.

Dan haalde de jongen de vishaak voorzichtig uit des karpers muil en gooide hem weer de vijver in. 

Heerlijk hoe ze dat samen regelen, daar in Zonnebeke. (klik)

BRIEVEN AAN KUNSTENAARS - WILLIAM KENTRIDGE

.


 Dag meneer Kentridge,


Ik heb uw werk gezien en gehoord in het museum Voorlinden.

Uit drie mini megafoons waarin u telkens een luidsprekertje bevestigd hebt, klinken klagende gezangen, gezongen door niet geschoolde mannen die van klagen wel kaas gegeten hebben. Geraspte stemmen hoorde ik.

De megafoontjes draaien mooi synchroon heen en weer, aangedreven door een elektrische motor die ook drie bejaarde naaimachines aandrijft. Drie Singers die niet zingen maar klagen.

Kenners hebben respect voor zo'n naaimachines van Singer. De joodse Isaac Singer bracht ze rond 1850 op de markt en dertig jaar later had hij een marktaandeel van meer dan 80 procent. Vanuit New York - waar hij in den beginne op markten zijn machines zelf demonstreerde - veroverde hij heel de wereld. Mits een minimum aan onderhoud doen die machines van toen het nog altijd. En met een voetpedaal geniet u van de vrijheid ze overal te kunnen gebruiken. Ook in streken waar permanent over elektrische stroom beschikken, geen evidentie is. Zoals in Afrika, uw continent.

Die naaimachines hebben de wereld veranderd. Ook in uw land waar moeders vlijtig de naaimachine hanteren om de uniformen van hun kinderen te naaien als ze naar school willen om hopelijk uit de sloppen te geraken. Soms lukt het om met die naaimachines een mini-onderneming te starten.

Wij westerlingen zijn erg gesteld op dat soort self-employment. Wij verwachten dat heel de wereld ons economisch model overneemt. Produceren, winst maken, investeren, exporteren; u kent vast het hele verhaal.

Ik hoef u niets wijs te maken. U bent als joodse-blanke Zuid-Afrikaan al heel lang tegen apartheid aan het vechten op uw manier. Documenta, de Biënale van Venetië, Moma; u bent al op vele plaatsen welkom geweest om uw activisme te verspreiden onder mensen die op een beschaafde manier in hun cultuurpaleizen kennis willen nemen van het onrecht in de wereld. Drie jaar geleden was u nog in Brugge, alwaar u een record aantal bezoekers lokte.

Eigenlijk mag het uw wens zijn dat de zwarte bevolking van Afrika ooit zal kunnen lachen met onze merkwaardige manier van kennisname en confrontatie van wat hen allemaal aangedaan wordt.

In afwachting hiervan, dank om de creatieve manier waarop u ons wakker schudt.

Getekend, 

 

J.J.J. R.

 

 

 



 

 

BRIEF AAN MEVROUW LYDIA PEETERS, MINISTER VAN OPENBARE WERKEN EN MOBILITEIT

 Dag mevrouw Peeters,

Zondagavond waren wij te gast op één van uw werven: de voorbereidende werken voor dè realisatie van de eeuw: de Oosterweelverbinding in Antwerpen.

We waren niet de enige gasten. Het duurde wel een uur en drie kwartier voor we uw verwelkomingscommittee mochten ontmoeten. Dat vonden we wel aardig maar wat lang. Dat is tenslotte honderd en vijf minuten. De tijd van een goede film, toch ?

Vijf goedlachse werklui wiens lichaamstaal zelfzekerheid uitstraalde: mannen, dit fikken we wel.

Na deze voorbode dachten we nog een hele reeks andere teams tegen te komen die ijverig aan het werk zouden zijn, of het werk zouden bespreken of het werk zouden bekijken.

Dat was eerder terleurstellend en u zou waarschijnlijk ook teleurgesteld zijn indien u van de kust over Antwerpen naar Limburg zou gereden zijn.

Anderhalve kilometer voor de tunnel: niemand te zien. 

In de tunnel: niemand. 

Tot vijf kilometer voorbij de tunnel: niemand.

En toen snapte ik het. Het was zondagavond verdomme, bijna middernacht. Nee serieus, wie werkt er dàn nog ?

Ik wil u wel beleefd waarschuwen: als het uw geoorloofde ambitie is om nog tijdens deze legislatuur de werken plechtig op te leveren, dan zal dat niet volstaan met vijf - laten we ze werkwilligen noemen - die aan de vernauwing van vier naar één rijspoor,  de wagens en hun inzittenden staan te keuren.

Ik denk dat uw administratie toch eventjes één en ander moet monitoren.

Ik wens ze alvast veel succes toe en laten we hopen dat de door u geïnvesteerde kapitalen zullen leiden tot een algemene tevredenheid van het land en haar bevolking.

Met beleefde groeten, 


J.J.J. R.



LEERBOEK ELEKTRISCH RIJDEN

In DS verscheen op de opiniebladzijde mijn ervaring als elektrisch automobilist. Daar die pagina achter een betaalmuur zit vragen velen de tekst eens op te sturen; bij deze. De hoofdredacteur noemde het een dyotopische ervaring. Ik beaam.


LEERBOEK ELEKTRISCH RIJDEN.(let op, het is een 'lang' artikel)

 

Daar mijn elf jaar oude diesel auto non grata geworden was in een aantal steden besloot ik een nieuwe te kopen. Ik zou voortaan elektrisch rijden, het voortouw nemen. Niet een hybride, dat is teveel van twee walletjes eten; neen ik zou voor full elektrisch gaan.

 

Eerste teleurstelling : er is nog maar weinig keuze op de markt. Al meer dan twintig jaar rijd ik met een familiale monovolume. Veel auto voor weinig geld, vond ik. Mijn kinderen ook. In die categorie van monovolumes vind je niets elektrisch. Het is ofwel een omgebouwde camionette, een SUV ofwel een duurdere kar of een model dat nog moet gebouwd worden.

 

Elektrische wagens met een rijbereik rond de 450 km zijn echt wel prijzig. Dus werd het iets met een theoretisch rijbereik van 260 km.

 

Al veertig jaar geleden, voor de voormalige bouwmeester ons een schuldgevoel aannaaide, heb ik gekozen voor wonen in de stad. In mijn geval betekent dat : geen autogarage of oprit. Ik ben dus volledig aangewezen op publieke laadpalen.

 

De tarieven voor laden willen wel eens variëren. Dat is afhankelijk van de laadkaart die je connectie maakt. Er zijn zo’n tiental verschillende ‘providers’ met elk hun eigen voordelen maar ook beperkingen die je pas later ondervindt zoals een app die nog wat prematuur is, een redelijk aantal palen in België en Nederland beschikbaar maar dan weer niets in Frankrijk of Duistland bijvoorbeeld. Bij sommigen kan je ook snelladen, bij anderen al helemaal niet. Sommigen vragen een vast maandtarief, bij anderen varieert de laadprijs. Dat heb ik allemaal moeten ervaren en uitpluizen. Mijn garagist kon mij daar niet bij helpen. Hij had voor mij wel de radio op MNM geprogrammeerd maar dat is een zender waar ik nooit naar luister. Toen ik vroeg of hij op het navigatiesysteem ook de laadpalen kon laten verschijnen, verwees hij naar het instructieboekje en als dat niet helpt naar de website. Van het ene noch van het andere ben ik wijzer geworden. Voel je klant bij de middenstand. De volgende keer kan ik net zo goed een wagen bestellen bij boldotcom.

 

Als ik mijn laatste factuur bekijk zie ik dat het tarief van laden varieert van 0,39 € tot 1,06 € per kW. Daar is wellicht een verklaring voor maar in een land waar de maximum tarieven voor benzine en diesel vastliggen, is dat toch een beetje merkwaardig. De ene keer laadt hij op tot het theoretisch maximum, een andere keer kan dat gerust tien tot vijftien procent daaronder liggen. Ik heb mij laten vertellen dat de stroomkracht op het net niet altijd dezelfde is.

 

Op een actieradius van 250 km betekent zo’n slappe stroomkracht algauw 25 tot 30 km rijcapaciteit minder. Dat wil zeggen dat ik nooit tochten onderneem die heen en terug meer dan 100 km bedragen. Want onder de dertig km reserve durf ik echt niet meer rijden. Niets zegt dat het plotseling heel snel bergaf kan gaan met je capaciteit. Ik betrouw die elektronica voor geen haar. En daar sta je dan.

 

Want ook dat heb ik moeten ondervinden; al ben ik wat men noemt ‘een gezapig rijder’, toch ligt het verbruik dertig procent hoger dan in de brochure staat. Autohandelaren zal je niet gauw terugvinden in de hoek van academici die hun onderzoeksresultaten eerst voorleggen aan hun gelijken, alvorens ze die in hun folders plaatsen. Die wagen rijdt zo zuinig als voorgeschreven als ik niet meer dan 50 km/uur rij, ook op de autostrade.

 

Laden, dat levert ongeveer 25 à 30 km rijcapaciteit op per uur. Als ik vanuit Gent naar Genk moet, dan wil dat zeggen dat ik zeker 4 à 5 uren moet laden in Genk om zonder stress terug te geraken. Daar kan ik nog best mee leven maar in heel veel steden staan die laadpalen in betalende parkeerzones en de besturen van die steden vinden dat we gedurende die hele sessie, soms acht uren, ook nog eens het parkeergeld moeten betalen. Dat begint dan toch aardig op te lopen. Opladen in betalende parkeergarages is qua basistarief al meestal de duurste categorie, te vermeerderen met het parkeergeld : dat is dan twee en een half keer zo duur als met benzine rijden.

Als de plaatsen niet afgebakend worden kan Jan en Alleman daar staan.

 

Het is ook al voorgekomen dat een laadsessie slechts een vierde opleverde van wat je normaal kan verwachten. Ik ben op de terugweg in een stad afgezakt om bij te laden. Ik heb daar drie uren rondgekuierd en omdat het fel regende ben ik in een restaurant beland. Volgende keer neem ik voor de veiligheid mijn slaapgerief mee en een proper washandje.

 

U kan toch ook snelladen ? Laat u niets wijsmaken. Dat vraagt minstens een half uurtje om twee honderd km bij te tanken. Als u niet moet wachten tot een ander voor u volgeladen is. En dat snelladen doet u best niet te veel want uw batterijen van een elektrische wagen in de categorie tot veertigduizend euro raken vlug oververhit bij snelladen. In de duurdere versies worden die gekoeld met een airco. Een reisje naar het zuiden : daar doe ik dus heen en weer tien à twaalf dagen over. Lekker ouderwets, genieten van het landschap en de plaatselijke geneugten. In de Tour de France zijn de meeste etappes langer.

 

Lang niet alle laadpalen slagen erin de laadsessie tot stand te brengen. Na vijf keren proberen bel ik dan de helpdesk. Die zijn dan zo vriendelijk om de paal te reboten. Ik heb ondertussen geleerd dat er een korte en een lange reboot versie bestaat. Maar geen van beide werkt. Dan zullen ze wel iemand sturen.

 

Zo kreeg ik laatst een factuur met een laadsessie van meer dan acht uren in een straat waar ik de laatste tien jaren niet meer geweest ben. Ik zweer het : ik ben daar niet geweest, nog geen minuut. Maar stel dat ik betrokken ben in een gerechtelijk dossier waar mijn where abouts nagegaan worden. ‘Neen meneer de onderzoeksrechter, ik was daar niet. Echt niet.’ Hoe kan ik zoiets ontkrachten ? Gelukkig pluist mijn vrouw niet al mijn facturen tot in het detail na.

 

In mijn straat zijn we nu al met drie volledig elektrisch rijdende auto’s en minstens twee hybrides. Toch kunnen we hier geen laadpaal krijgen want het past niet in algemeen strategisch plan dat de dienst stedelijke ontwikkeling heeft vastgelegd. Vragen – enkel per mail - worden behandeld volgens het principe: ‘wij alleen weten hoe het moet.’ De vraag zal zich wel aanpassen aan het aanbod en niet omgekeerd. Wat denkt de burger wel.

 

Het vrijwaren van laadpalen voor autogebruikers die wensen te laden is nog zo’n heikel punt. In mijn stad is men er nog steeds niet in geslaagd om, ruim een jaar na installatie van die laadpalen, de laadplaatsen met een groene strook af te bakenen zodat niet elke fuelgebruiker deze inneemt. Ik versta dat. Dat is vermoedelijk een andere dienst en je kan niet altijd verwachten dat die op elkaar goed afgestemd zijn.

 

Moet ik mij nu beklagen dat ik voor full elektrisch heb gekozen ? Neen, zeker niet want die auto rijdt wel zalig en ik blijf erin geloven dat we op middellange termijn erin zullen slagen om duurzaam elektriciteit op te wekken en we met alsmaar efficiëntere batterijen zullen rijden die geen roofbouw op onze aardkorst zullen plegen. Maar als men elektrisch rijden wil aanmoedigen zullen zowel de openbare- als de private sector de handen in elkaar moeten slaan om het elektrisch rijden even praktisch bruikbaar te maken als rijden op fuel of gas. Van de vele relanceplannen die we zullen nodig hebben om de coronacrisis te verteren, is dit er één van.

 

 

541

De weddenschappen rond de langste regeringsformatie zijn weer geopend. We maken - spijts de grote economische en maatschappelijke uitdagingen - ernstig kans ons vorig record te verpulveren. Vijfhonderd een en veertig dagen.

Er zijn er die zeggen dat aan de Belgische structuur ligt; dat we er moeten in slagen om eerst die structuur te wijzigen en dat het nadien allemaal veel gemakkelijker zal zijn.

Ik ben daar zeker niet van overtuigd.

Er zijn gewoon teveel partijen in dit land.

Een wijs man met veel politiek doorzicht - neen, niet Luc Devos - leerde mij vijftig jaar geleden: een goede democratie bestaat uit drie sterke partijen: een religieus geïnspireerde, een liberaal geïnspireerde en één die beweert socialer ingesteld te zijn dan de twee andere.

Zo krijg je altijd een sterke coalitie èn een sterke oppositie.

Voilà.

Het is inmiddels duidelijk dat we in dit land met veel te veel partijen zitten. Moeten we dan het aantal partijen dan beperken ? Neen, maar een verkiezing met twee rondes waar partijen die geen achttien procent (landelijke score) halen in de eerste ronde, doen in de tweede ronde niet meer mee. 

Een aantal van de huidige partijen zullen spontaan gaan verbroederen met hun zusterpartij.

Wedden dat er binnen de week na de tweede ronde een regering in de maak is. 


OORMASKERS

Ik ben gisteren naar theater geweest. In de tuin van een parochiaal centrum.

Met een koptelefoon want dat is veiliger dan een mondmasker. Als je uit je oren niest besmet je niemand.

Lang, heel lang geleden - vorig jaar dus - ben ik tijdens TAZ ook naar een koptelefoon voorstelling geweest van en met den diene van 't zesde metaal. 

Tof hoor. We zaten daar allemaal in de duinen van Raversyde en op het einde werd het wat frisjes maar iedereen sloeg een boyke over zijn schouders en verder geen gezeik.

Nu lopen alle productiehuizen te zagen en te janken over niet meer kunnen spelen. 

Voor wat dienen al die grote pleinen eigenlijk? Al die parken, openluchttheaters, stranden en duinen waar met een eenvoudige en stevige installatie iedereen kan komen genieten van muziek, toneel, stand up of als't echt moet: poëzie. 

U moet geen ingangsticketje kopen; u brengt uw oortjes of koptelefoon mee, u betaalt een deelname voor de blue tooth verbinding en we zijn vertrokken. Zo eenvoudig kan het tegenwoordig. En voor de rest houdt u zich aan de afstanden.

Waar zitten toch al die ondernemende creatievelingen ?

Zagen, ja dat kunnen ze goed maar iets simpels bedenken, dat lukt ze nog niet. 

Straks is zomer voorbij en dan is het te laat natuurlijk, gij jankers.

En ja, we hebben elkaar horen lachen tijdens de voorstelling.

En bij wijlen is het ook zeer stil geworden.

RECENT WERK

Deze dame kon het nogal uitleggen.

In Brussel en in het Frans.

Die vier mannen kregen er geen speld tussen en luisterden gelaten.

Ik ben trouwens niet zeker of het geraadzaam was een speld boven te halen en die er ergens tussen te steken.

Ik was op weg naar een vergadering en wilde niet wachten tot ze gezegd had wat ze meende te moeten zeggen aan die mannen. 


Er zijn nog wat foto's te zien op deze site: johanrutgeerts.com (klik maar)


NORBERT DE TAEYE

Ik ben deze week voor het eerst sinds lang naar een optreden geweest. Voor Norbert De Taeye was het ook zeer lang geleden. Van zes maart zeg.


Ik heb mij afgevraagd wat hij heel die tijd heeft zitten doen ? 

Drieenzeventig jaar en heel de tijd zijn stem en vingers oefenen voor ... ja voor wie eigenlijk. 

Vijf maanden gevangenisschap binnen zijn eigen kunnen.

Dat doe je jezelf niet aan.


Maar Ivan van den Abt heeft er iets heilzaams op gevonden: dinerconcerts. 

Je reserveert een tafeltje voor jouw bubbel en kijk, daar komt een zanger doen wat hij altijd al zo graag wil doen: zingen.

Neen, er wordt niet gedanst, er wordt niet wild heen en weer gesprongen. 

Er wordt intens geproefd van het lekkers en genoten van ragtime, blues, boogie woogie, New Orleans, neen geen disco, wel gospel. 

Norbert De Taeye, dat is jazzgeschiedenis.

 

De reeks met andere kunstenaars is reeds volzet maar de herfstconcertjes komen er aan en daar kan je nog reserveren. Er vlug bij zijn is aangewezen. (klik)

Ik heb Norbert gevraagd of hij ook geen avond wil geven met Randy Newman

Ik ken hem wel, maar die krijgde nie naar hier

Maar neen Norbert: jij zingt Randy Newman. Je heb net dezelfde stem. 

Hij zou er eens over nadenken, met een vleugje Tom Waits erbij. 

U kan er bij zijn op donderdag 12 november.