WERVEN - RUSTIGE VASTHEID

Op werven wordt meer en meer met groot en zwaar materieel gewerkt.

En er wordt ook meer precisie verwacht.

Dat vraagt om bouwvakkers met een rustige vastheid.

Mogen we ze nog bouwvakkers noemen ?

STEDELIJKE VERDICHTING LXII - MEGALOPOLIS

Mijn vorige blogpost (kroonlijsthoogte) heeft wat reacties losgeweekt.

Rommelig en wansmakelijk klonk het.

Ik mag dergelijke reacties graag.

Voor ons VSL (Vlaams Stedelijk Landschap) zou ik nu ook niet zoveel moeite hebben om er de adjectieven rommelig en wansmakelijk op te kleven.

Maar soit.

In Willem Elsschots' Villa des Roses is het in de eerste paragraaf ook al van dat:

En zoals de straat was, zo was ook het huis, dat slechts één enkele verdieping had, terwijl de buurt heinde en verre volgebouwd was met huizen van vijf en zes verdiepingen, welke aan weerszijden torenhoog boven de 'Villa' uitstaken. Hierdoor deed het pension wel enigszins aan een gewezen landhuis denken, belegerd en ingesloten door de stuwende vloed der grote stad, doch de nadere omschrijving welke opgesloten lag in de toevoeging 'des Roses' had nooit iemand een gangbare verklaring weten op te duiken. Wel was er een tuin aan het huis, wat in Parijs toch reeds een zeldzaamheid is, doch sedert mijnheer en mevrouw Brulot de woning betrokken hadden - en zij woonden er al meer dan zestien jaar -  was er geen zorgzame hand meer naar uitgestoken zodat alle rozen en andere bloemen reeds lang tot het verleden behoorden.

De stuwende vloed der stad, zo noemt Elsschot het.

Er zijn steden die een grotere stuwende vloed kennen dan andere.

Het hebben van een haven, een industrie, een paar peutertuinen, scholen en universiteiten, parken met banken er in, banken met parken er rond, een uitgebreide zorgsector, eten en drinken voor iedereen: elk onderdeel apart of allemaal samen zijn het de stuwende krachten die steden doen groeien.

Wie gaat dit tegenhouden ?
Als het groeien niet in de hoogte mag, dan in de breedte.

Beide dimensies kennen hun voor en tegenstanders.

Als u het mij vraagt, mag het best in de hoogte.

Terug naar Tokyo.

Tokyo-stad telt zo'n dertien miljoen inwoners.

13.227.730.

Op een oppervlakte van 2.187 km².

Dat is omgerekend bijna 6.000 inwoners per vierkante kilometer.

Die oppervlakte mag u vergelijken met de provincie Vlaams Brabant, inclusief het Brussels Gewest.

Als u die provincie al redelijk overbevolkt vindt, dan moet u zich bedenken dat heel de Belgische bevolking, inclusief nog zo'n twee miljoen niet belgen, allemaal leven, wonen,werken en sterven in die ene Vlaamse provincie plus het Brusselse gewest.

Dat is die huidige bevolking, maal tien.

MAAL TIEN.


Het gaat daarbij niet enkel over wonen: daar zitten ook alle industriële activiteiten,  diensten, ontspanning, handel en wandel, kortom alles wat u en ik dagelijks doen, geconcentreerd in één enkele provincie.

De rest van het land, van Zeebrugge tot Maasbracht, naar Aarlon en dan terug naar De Panne; heel dat gebied wordt beheerst door reeën, vossen, everzwijnen, schapen en koeien.

Zo dens is Tokyo-stad.

Wees daar eens burgemeester van. 

Als u overstapt naar een iets grotere schaal, wat ze de Tokyo Megalopolis noemen, dan wonen daar, al naar gelang de bronnen, 36 à 42 miljoen inwoners.

Dat gebied is zo groot als de Vlaamse Ruit; het gebied dat in het inmiddels begraven Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen omschreven werd als een archipel, drijvend tussen Antwerpen, Leuven, Nijvel en Gent.

Nu moet u zich dat eens proberen in te beelden: heel de bevolking van België, Nederland, de zone Lille en Nord, Pas de Calais plus alle Luxemburgers en hun bankiers, plus de jongens en meisjes van  Koln, Aachen und Düsseldorf wohnen auf diese archipel, gaande van Antwerpen, Leuven, Nijvel en Gent.

Van Groningen over Düsseldorf naar Luxemburg tot aan Calais ziet u buiten die ingeblikte archipel niets anders dan reeën, vossen, everzwijnen, schapen en koeien.

Zo mag u zich dat proberen voor te stellen.

Dat noemen we dus, geconcentreerd wonen.

Voor wie beter de Amerikaanse steden kent: de bevolking van alle hier opgesomde grootsteden woont en leeft in Tokyo en haar ruime omgeving.


En denkt u maar niet dat heel dat gebied vol staat met woontorens.

Bij lange niet. In Tokyo tref je heelder buurten met laagbouw en open ruimte.

Alleen, rond de knooppunten van openbaar vervoer klimmen de gebouwen de hoogte in.

Logisch en ook comfortabel.

Tokyo groeide op één eeuw tijd van één tot dertien miljoen inwoners.

Er zijn weinig steden die het zo netjes en ordelijk hebben weten aan te pakken.

Weinig stedenbouwkundige regels maar veel eerbied en wederzijds respect blijken de sleutelwoorden te zijn.

En oh ja, het aantal 65-plussers bedraagt er 20 %; het aantal vreemdelingen in heel Tokyo is 350.000 waarvan ruim de helft Chinezen en Zuid-Koreanen,  de rest is verdeeld over Amerikanen, Australiers, Nieuw Zeelanders, Europeanen en een paar Belgen.





TROMPE L'OEIL LIV - PONT DE LANGLOIS

In Arles is de Rhone niet constant bevaarbaar en daarom heeft men er ooit een kanaal gegraven dat parallel met de stroom loopt en uitmondt in Sainte-Marie-La Fosse, dit om de binnenschippers van dienst te zijn.

Op een viertal kilometer van Arles is er een brug die ook de aandacht trok van Vincent Van Gogh.

Hij maakte er vier schilderijen van, twee tekeningen, een aquarel en een schets.

Oefenen, oefenen, oefenen, schreef zijn broer Theo altijd.

Vandaag staat die brug er verveeld verlaten bij.

Dat kanaal heeft niets romantisch.

U moet eerst door een slordig lichtzwaar industriegebied om de brug te vinden.

Buiten een verschenen paneel van de toeristische dienst is er niets dat herinnert aan de miskende schilder en zijn brug.

De brug is opgelapt maar een grondige restauratie zou niet misstaan.

De streek rond Arles heeft wel genoeg relicten die naar Van Gogh verwijzen maar te weinig werken van Van Gogh om de publieke belangstelling naar een hoger niveau te tillen.

Die brug zal het nog wel een tijd volhouden, denkt men daar.

In die woning naast de brug - van de sas-meester ? - is er anders wel ruimte genoeg voor een café met terras, chambres d'hôte misschien.

Maar wellicht hebben anderen het voor mij reeds geprobeerd en hebben ze er al eerder andere conclusies uit getrokken.

Toen ik er was, was aan de éne zijde Vaclav Climt de brug aan het schilderen en zuivere en zeer herkenbare Vaclav Climt stijl; aan de overzijde zijn vader, Theodor ook in zuivere en even herkenbare Theodor Climt stijl.

Beiden zijn gekende Tjsechische schilders, die zonder gehinderd te zijn door gebrek aan de kennis van tien woorden Frans, Engels en Duits samen, op doorrit waren, op zoek naar inspirerende plekken.
Zonder vrouw en kind.

In 1902 zag de brug er nog zo uit en klopt het dat tijdens Van Gogh's verblijf, daar mogelijks vrouwen de was aan het doen waren, naast die lek geslagen sloep.

Later heeft men er een vaste brug voor gebouwd en de landvasten ertussen met elkaar verbonden tot één kade.


WERVEN - PROJECT VEERPOORT

Links en rechts (klik), zelfde architect.

Alleen een paar jaar ertussen.

En andere opdrachtgever.

En ander programma.

TROMPE L'OEIL LXXI - OCTAVIUS

Dit is mijn stedelijke voortuin en daar ziet u de zevenjarige en dertig centimeter grote Ocativius.

Hij is aan het bekomen van weer eens de zoveelste aanval van meneer de reiger.

Toen ik op deze Pinkstermorgen de deur opentrok, zag ik die meneer nog net wegvluchten.

Ocatvius lag te zieltogen op het voetpad; een paar van zijn schubben kleven er nog aan.

Nu zie ik de in choc verkerende Octavius af en toe nerveuze trekjes maken.
Het nadeel van karpers en andere vissen is: ze kunnen hun wonden niet likken.

Meneer de reiger heeft al vier van Octavius' soortgenoten van dat kaliber opgevreten dit jaar.

Normaal gaan vissen van 25 cm er nog redelijk gemakkelijk in bij reigers.

Ocatvius is al ruim dertig centimeter en daarom dat het gevecht een beetje duurde en ik op tijd tussen beide kwam.


Reigers zijn gulzige vetzakskes en een beschermde diersoort, maar zijn goudvissen dat ook niet ?

Ik weet het, ik kan draadjes spannen, een valse reiger zetten, spiegelballen laten drijven, een elektronische fontein installeren die reigers, als ze in de buurt komen, natspuiten.

Ik kan dat allemaal doen, maar mag ik hem gewoon niet neerknallen, om mijn vissen te beschermen ?


TROMPE L'OEIL LXX - JUNKO FUKUTAKE

De familie Fukutake behoort tot één van de rijkste families van Japan en op wereldschaal der rijken betekenen ze ook wel iets.

Ze zitten in de uitgeverswereld en taalopleidingen en houden er ook een Foundation op na.

Hun bedrijf doopten ze om tot de naam BENESSE - het latijns voor goed bevinden  of het zeer Franse bien être.

De niet zo mobiele, maar zeer bescheiden aristocratisch uitziende mevrouw Junko Fukutake is erg bezorgd om het welzijn van de studenten op de campus Okayama University. 


Ze liet er een auditorium bouwen dat wel een beetje mocht afwijken van wat wij traditioneel een auditorium noemen.

Het soort auditorium dat enkel openstaat voor lezingen van special guests of laudatio's.

Geen ordinair auditorium waar proffen bakken stof over de studenten uitgieten en waar studenten ijverig pennen en aantekeningen maken.

Tweede zits moeten ook in Japan niet zo aangenaam zijn.

Het was alvast de bedoeling er een open huis van te maken met veel transparantie en met daken erboven die lichtjes gebogen, in vier richtingen wijzen.

Die overhangende daken doen denken aan die van klassieke Japanse tempels en dito woningen .

Daken zonder afvoergoot.

Daken die de bewoners beschermen tegen de regen als ze bij weer eens een bui, rond hun leefruimtes lopen willen lopen zonder nat te worden.


Het zijn daken die de regen duidelijk maken dat die zachtjes en op gerieflijke afstand moet neervallen.

Daken die dienen om welkom te heten of recepties te houden na een geslaagde lezing. 


SANAA heeft het hier wel een beetje erg hoekig aangepakt.

We zijn - ik geef het toe, een beetje verwaand - elegantere projecten van hen gewoon.

Kijk maar eens op de Ronde Doos (klik).


WERVEN - INDUSTRIEEL ERFGOED

Als ik door het raam kijk, dan zie ik dit.

De lucht is wel niet altijd zo vol van zichzelf.

STEDELIJKE VERDICHTING LXI - KROONLIJSTHOOGTE

Het lijkt er op dat ze in Japan geen juiste omschrijving hebben voor wat ze bij ons kroonlijsthoogte noemen.

Ook niet met verplichte voorbouwlijn. 

En als ze die begrippen al zouden kennen, dan gaan ze daar erg zwierig mee om.

Ze hebben zeker geen behoefte aan straatbeelden waar ze met krampachtig ineengeknutselde plannen van aanleg of ruimtelijke uitvoeringsplannen voor jaren en jaren gaan vastleggen hoe een straatbeeld er moet uitzien.

Bouwhoogtes mogen er blijkbaar hun eigen weg gaan wat een lekker swingende stad op levert.

Let ook op de subtiele manier waarmee ze met zichten en lichten omgaan.

Vlaamse bouwmeester Leo Van Broeck heeft dat ook reeds in andere steden opgemerkt en heeft vastgesteld dat zulks zelfs geen nadelige invloed heeft of de zogenaamde bezonningsregels.

Schaduw op de naburige erven is niet per sé zondigen tegen het licht.

We zegden het al: Japanners blinken uit in het elkaar respecteren en beleefd zijn tegen elkaar. (klik)

En ziet: ook op stedenbouwkundig vlak weten ze dat blijkbaar heel goed te combineren.

Vooral in Europa zijn onze verouderde regels inzake bouwhoogtes een erfenis uit de Renaissance waar men uitging van een ideaalbeeld voor onze steden.

Dat is overduidelijk achterhaald.

Een stad is een dynamisch gegeven, hield wijlen professor Charles Vermeersch ons voor in zijn lessen ruimtelijke ordening. 

Overigens, de stedelijke beleving hangt niet af van de kroonlijsthoogtes. Dat is een zeer foute benadering. Stedelijke beleving hangt voor het grootste deel af van wat je beleeft op het niveau van de straatplint.

Uniform kroonlijsthoogtes zijn geen toegevoegde waarde voor een stad.

Jammer dat er in die ondermaatse opleidingen ruimtelijke ordening en stedelijke planning van ons, niet meer aan onderzoek gedaan wordt wat dynamische stedenbouw zou kunnen betekenen en teweegbrengen. 

TROMPE L'OEIL LXIX - TADAO ANDO

Japanners die het ernstig menen trouwen minstens vier keren.

Een eerste keer op het gemeentehuis, net zoals bij ons.

Een tweede keer volgens het shinto ritueel; de oer-godsdienst van Japan.

Een derde keer volgens de boeddhistische ritus; de oosterse filosofie ligt hen nauw aan het hart.

Een vierde keer doen ze het op zijn katholiek's; dat westers ritueel, helemaal in het wit ligt hen nauw aan het hart en maakt het gevoel van een liefdeshuwelijk compleet.

Of bijna.

De vijfde keer trouwen ze met Claude Monet.

Een beetje een merkwaardige gedachte, denkt u, maar hun adoratie voor Claude Monet en zijn waterlelies is een emotionele mijlpaal waar ze nauwelijks om heen kunnen.

Als die rituelen niet handenvol geld zouden kosten, ze trokken allemaal op huwelijksreis naar Giverny, om in die tuin op tachtig kilometer van Parijs, vol bloeiende waterlelies, op dat bruggetje, het trouwritueel compleet te maken.

Daar in Giverny, zie je ook Monet's Japanse prentenverzameling, wat bewijst dat de kruisbestuiving niet zo toevallig is.

Monet begreep de ziel van de Japanse kunst en de Japanners begrijpen de ziel van Monet's kunst.

Het betasten van die wederzijdse gevoelens krijgt niet alleen vorm in Giverny, waar het wemelt van Japanners; in het bijna volledig onder de grond gebouwde Chichu Art Museum toont de Japanse kunstliefhebber Fukutate, slechts drie kunstenaars: James Turell, Walter De Maria en Claude Monnet. 

En dan nog.
Enkel de Monets komen uit zijn verzameling.

De rest zijn ter plaatse uitgewerkte kunstwerken.

Alles in dit museum draait rond beleving.


Van Monet zijn er 'slechts' vijf doeken te zien, vijf keer waterlelies.

That's all.

Maar wat een ruimte.

Zacht witte mozaïk, bijna zonder voegsel, op de vloer en de wanden. Er zijn geen strakke hoeken en er is indirect licht waarvan je weet dat het er is maar niet ziet waar het vandaan komt.

Perfect fluweel licht.

U merkt niet dat de doeken achter glas zitten. Dat glas is nodig om de verf helderder weer te geven.

Nooit zo'n ideale belichting gezien die Monet's kleuren zo fris en levendig weergeven.

Dit is geen toeval; hier is wetenschappelijk onderzoek aan vooraf gegaan.

Ik heb er geen foto van, alleen een schets.

Naast de vraag om je schoenen uit te doen vraagt men ook om stilte en geen gefotografeer.

Hier moet je Monet volledig kunnen ondergaan.
En daar is Tadao Ando volkomen in geslaagd.

Die foto heb ik van tinternet geplukt, van iemand die zich niet aan de regels kon houden.

Die huwelijksreis naar Giverny is natuurlijk van een andere orde.

WERVEN - RAL-KLEUREN

Het College had er over beslist: ook de Muinkkaai zou fietsstraat worden.
Het baanvak moest dus in het rood.

Iets te rood bleek reeds bij de eerste verfstreken.

SCENARIO 1

Stel, stel dat de ambtenaar de verkeerde RAL-code aan de aannemer had doorgegeven.

Dat zijn zo van die dingen die gebeuren, reageert het kabinet. Tja en wie maakt er nu eens geen fout ?

Daarbij, na een paar dagen, weken, maanden is dat fel rode er af en ziet het er even flets uit als alle andere ooit eens rood uitziende fietsstraten.

Gaan we om die menselijke fout nu moeilijk doen, zeg ? 

Nog een geluk dat het kabinet van openbare werken een beetje soepel kan omgaan met haar eigen fouten.

T'is toch waar zeker ?

SCENARIO 2


Stel, stel dat de aannemer de verkeerde RAL-code had doorgegeven aan zijn leverancier.

Zou het dan kunnen dat hierop een P.V. van ingebrekestelling komt ?
 
Geachte Heer Aannemer,

Uw argument dat het hier om een menselijke fout gaat is geen gegrond verweer ten aanzien van  de ingebrekestelling.
De Algemene Aannemings-voorwaarden stellen heel duidelijk dat de herstelling als volgt dient te geschieden:
- de aangebrachte laag dient volledig verwijderd te worden;
- er dient eerst een nieuwe hechtlaag aangebracht te worden;
- de nieuwe correcte verflaag dient aangebracht te worden.

De uitvoeringstermijn voor deze werkzaamheden bedraagt vijf werkdagen te rekenen vanaf de datum van ontvangst van onderhavig schrijven. 

De kosten voor tijdelijke onbruikbaarheid en bijkomende maatregelen in verband met de gewijzigde verkeerssituatie zijn te uwe laste.

Ook zal u de boete van 10,000 € wegens laattijdigheid aangerekend worden.

Voor het College,

Die aannemers toch, die kunnen toch ook nooit eens iets correct uitvoeren, wel ?



TROMPE L'OEIL LXIII - RONDE DOOS

In Kanazawa staat sinds 2004 een grote doorzichtige ronde doos.

Spijts het doorlopende glas rondom en rondomrond en de vele doorzichten - als fijnmazige straatjes - blijft het raden wat u aan binnenzijde zal zien.

Bedacht en uitgetekend door SANAA, het architectenkoppel uit Tokyo dat terecht behoort tot de wereldtop omdat ze zo subtiel Japanse gevoeligheid weten te vatten. De uitstraling die van hun werken uitgaat doet uw mondspieren samentrekken tot een voldane gelukzalige glimlach.

Hier moet niets aan toegevoegd worden, hier mag niets meer weggelaten worden.

Wie zo dicht in de buurt van volmaaktheid komt mag na vijftien jaar pareltjes neerzetten, terecht de de Pritsker Prize ophalen. (2010)


Het plan van het museum heeft iets van een stedenbouwkundig patroon. Blokjes en cilinders netjes ge-ordend rond een binnenkoer. Zo ontstaan er perspectieven en binnenruimtes waarin u rondkuiert zonder de weg te verliezen tenzij u zo'n oriëntatieloze zombie bent.

En zoals vrijwel altijd bij de gebouwen van SAANA is het licht heel subtiel alomtegenwoordig, als de alkohol die tegen jouw gehemelte verdampt bij het proeven van een glas wijn.

De verwachtingen van wat er te zien zou zijn was groot.
Als je de naam van museum van de 21st CENTURY MUSEUM FOR CONTEMPARY ART adopteert, zijn de verwachtingen groot.


Die eeuw is amper aan haar meerderjarigheid toe en toch reeds zo vol van contradictorische
verwachtingen.

Musea van dit genre willen gecontesteerde gevestigde waarden als basisverzameling.

Anish Kapoor, James Turrell, Leonardo Erlich, Lea Gensken, Olafur Eliasson, Johan Grimonprez en ons aller Jan Fabre met De Man Die De Wolken Meet.

Zoals hij dat al op het dak van het SMAK, Oostende, Zaventem, De Singel, het Kröller-Muller Museum en vele andere plaatsen gedaan heeft.

In de Hemel, op de Aarde en op  Alle Plaatsen.

Dit was hèt antwoord in mijn catechismus van 50 jaar geleden op de vraag: Waar is God ?

Hier in Kanazawa staat Jan de wolken ook te meten.
Krijgen we van dit kunstig onderzoeksproject ooit de resultaten ?

Er liep ook een tentoonstelling van een heel andere orde.
Schilderwerken, foto's en andere resultaten van ijverige Japanners die in de lokale academies hun schitterende best doen.

Vergelijkbaar met de beste resultaten van de academies van Lokeren, Hasselt en Lier.
Denk ik .

Dat een dergelijk ambitieus museum zijn mooiste zalen leent voor dergelijke manifestaties snap ik niet.

Mocht die andere Jan het weten, hij herrijst uit zijn graf, sleurt al die werken van de muren en verbrandt ze op het binnenplein.


Van Kazuyo Sejima en Ryue Nishizawa, (SAANA) hoort u nog.

TROMPE L'OEIL LXII - VREEDZAME DRAKEN

Een binnentuin met rotsen, badend in een netjes geharkt keientuin.

Dat is de kern waar massa's toeristen - waaronder ook ik - naar komen kijken in het Boeddhistenklooster van Ryoan-Ji, niet zo ver van Koyoto.

Die rotsen hebben al verschillende interpretaties gekend, gaande van tijgers over bergtoppen boven wolken of eilanden in de zee.

Feit is: denk al die toeristen weg, u bent daar alleen, met een paar monniken, om te bezinnen.

Zen.

Hoe ze het aan boord leggen om die tuin dagelijks te harken ?

Voor het rechtlijnig patroon kan ik mij daar nog iets bij voorstellen. Maar hoe ze er in slagen om rond die vijf rotsgroepen een perfect cirkelvormig harkpatroon te trekken blijft mij een raadsel.

Dat is - vermoed ik - ook een beetje het opzet.
Net zoals het feit dat er vijftien rotsen zijn, maar, van waar u ook kijkt, u er steeds slechts veertien kan zien.

Die muur er rond is ook essentieel. 
U moet zich kunnen afsluiten van de omgeving en toch de natuur rondom ervaren.

Dat op zich is reeds een vondst die de tijd moeiteloos trotseert.

Deze plek voelt aan als eeuwig tijdloos.

Ik zei het al eerder over de waterdruppel van Teshima:  
Japanners slagen er in om met heel weinig iets te maken dat het niets benadert.

Dat abstraherend denken zit er al een paar eeuwen in;

Zou hier één van de bakermatten van abstracte kunsten uitgerold liggen ?

U moet zo'n tuin niet willen begrijpen of verstaan.

Hoe lang zou u hier overigens moeten blijven om iets van dit denken te snappen ?

Hier vloeit een onophoudelijke stroom rustig over deze zee van gedachten waar u af en toe er eentje uit plukt en weer mag laten vallen in alle stilte.

Beschut onder een afdak, want in Japan kan het ook wel eens flink regenen, zoals in die laatste roman van  Haruki Murakami waar het in het najaar om de twee bladzijden regent.

Zo beeld ik het mij in.

Maar dat was moeilijk, met al die kwetterende toeristen waarvan u niet kan verwachten dat ze hun tettergedrag eventjes op zen zetten.

Zelfs al moesten ze hun schoenen uitdoen.

Beeldt u in, eventjes komen bezinnen op hoge louboutins.