VILLA LA SCALA


Stel, u bent succesrijk beeldhouwer, designer en u hebt een lapje grond aan de boorden van het Gardameer en u bent niet onbemiddeld.

Zou het dan niet verleidelijk zijn om een villa te laten bouwen aan de rand van datzelfde Gardameer met uitzicht op een eilandje dat daar zo hulpeloos charmant in het water ligt te baden.

Zoiets overkwam Andre Bloc, beeldhouwer en zijn architect Vittoriano Vigano, tussen 1956 en 58.

Beiden hadden wel iets gemeenschappelijks: de eerste ontwierp stoelen, de architect ontwierp naast gebouwen ook lampen en was artistiek adviseur voor Arte Luce.


De villa beschrijven is een beetje moeilijk maar laat het mij hierbij houden: de villa bestaat uit een groot plateau dat vertrekt vanuit de tuin en dan begint te zweven boven de steile meerboorden.

Het Gardameer zuigt uw blik en het moet zich daar geen moeite voor doen.

Je krijgt voortdurend de neiging om de naar de balustrade te willen stappen, een martini coctail dry in de hand, shaken, not stirred.



Een geluk dat de villa gebouwd werd in de jaren waarin ze gebouwd werd; geen last van koude bruggen of (on)voldoende isolatie.

De enige norm die telde was logisch afwateren en constructief degelijk in elkaar zitten.

En constructief mocht de villa zijn.

Met betonbalken die doen wat ze moeten doen: dragen en steunen.

Om het meer te bereiken is er één lange trap bestaande uit een betonnen boom waarin stalen treden gegoten werden.

Voor die inspanning wacht u beneden een boothuis, een strandje, een steiger.

Romantiek waait er door je haren.

Er zijn slechtere plaatsen te bedenken waar kunstenaars hun creativiteit tot volle bloei kunnen laten groeien.

De huidige eigenaars zagen er minder kunstenaar uit maar daarom niet minder kunstlievend.

Als u in de buurt bent van Ortesse, het ligt aan de via Benaco maar of u er binnen mag, dat is wat anders. 


TORE DEL BORGO

Een zottekesspel.


Een dorpje in Noord Italië - Villa D'Adda in de streek van Bergamo - en daar stond een oude toren leeg te zijn.  Daar moest iets mee gebeuren, want leegstand, daar kunnen we niet goed tegen.

Iets publiek liefst.

Misschien wel een bibliotheek.

Dus begon architect Gianluca Gelmini aan een ontwerp.

Maar als je zo'n toren echt wil benutten, dan heb je een beetje vertikale circulatie nodig.

Een trap of een lift is daarbij zeer nuttig.

De architect koos voor trappen maar dan moesten er so wie so nog een trappengebouwtje tegenaan gekwakt worden.

Hij moest het er gedeeltelijk naast zetten om al dat trappenvernuft  er in te krijgen.

Maar een heel nieuw trappenhuis tot helemaal boven zag Gialuca Gelmini dan ook niet zitten want dan was de toren een beetje van zijn torenlook kwijt.

Dus, in de bovenste verdieping van de toren zitten de trappen wèl ingewerkt in het torenvolume.

Dat levert momenteel een gebouw op met veel trappen, proper ontworpen, maar momenteel redelijk functieloos.

Of er nu ooit een bibliotheek in komt is niet zeker.

Want veel ruimte om er boekenrekken in te zetten is er door die trappenhistorie nu ook weer niet overgebleven.

Misschien wordt het een multimediacenter.

Of een verzamelplaats voor de plaatselijke heemkundige kring, want de voorzitter ervan keek ons een beetje meewarig aan.

Wat komen die hier nu in godsnaam bekijken ? zag je hem denken.

Zo'n zottekesspel. 

TWAALF PALEIZEN - AMSEL KIEFER

Amsel Kiefer is een kunstenaar die ik niet zomaar kan vatten.

Zijn kunstwerken verpletteren de molshoopjes die ik heb aan een zeer beperkte kennis over sagen, mythologieën, de Thora, de Mitswa, de Jacobsladder, bijbelse verhalen en associaties met de Joodse diaspora, vernietiging en vertwijfeling.

U hoeft geen kenner te zijn van al deze verhalen en mythen om Amsel Kiefers werk te waarderen, maar het helpt wel om het te begrijpen.

Amsel Kiefers werk is zo buitengewoon sterk dat het u zo al aanspreekt; of om in sommige gevallen u omver te blazen.

Zoals toen ik het gordijn van de laatste hal in de HANGAR BICCOCA opzij schoof en uit de donkere achtergrond De Twaalf Paleizen opgesteld zag staan.

Niet dat dit bouwschroot er als paleizen uit ziet, integendeel; het zijn de restanten van een verbeelde wereld die aan stukken geschoten is.

Die Twaalf Paleizen zijn in de Noord-Europese mythologie gebouwd door Odin (of Wodin) en zijn broers.

Het was in Asgaard dat ze gebouwd werden, toebehorend aan twaalf tronen van waaruit de goden de  negen werelden beheersten.

Ze vergaderden er dagelijks om over de belangrijke dingen des levens na te denken na het drinken van de drank der wijsheid.

Die twaalf hemelpaleizen zouden van goud en edelstenen zijn gemaakt, de gewelven uit gouden speren, muren en vloeren waren eveneens met goud bedekt en op de daken schitterden de schilden van de helden.

Anselm Kiefers werk laat wel iets anders zien. Het zijn gestapelde betonvlakken waarvan ik vermoed dat ze komen van de afbraak van zijn tentoonstellingsruimte La Ribaute in Barjac, maar zeker ben ik daar niet over.

Wat ik wel gezien heb is veel stof, flarden loden boeken, en nummers van joden die verdwenen zijn in de concentratiekampen.

Voor de volledigheid, hieronder het lijstje van de twaalf paleizen en hun bezitters, de volgorde is louter alfabetisch:

Alfheim, ("Alfenheim")
Freyrs Paleis Breidablik, ("Breedglans")
Baldrs Paleis Folkvangr, ("Volksplein")
Freyja's Paleis met Zaal Sessrumnir Gladsheimr, ("Vreugdewereld")
Odins Paleis met Zaal Walhalla Glitnir, ("Glitter", Stralende)
Forseti's Paleis Himinbjörg,
Heimdalls Paleis Nóatún, ("Scheepsplaats")
Njörðrs Paleis  Sökkvabekkr, ("Dieptebeek")
Saga's Paleis Þrymheimr,
Skaði's Paleis Valaskjálf,
Vali's Paleis met Odins troon Hlidskjalf Vidi,
Vidars Paleis, ook Landwidi ("Landwijdte") Ydalir,
Ullrs Paleis





MÄRKLI II

Ik had reeds verslag uitgebracht over de Fundazion la Congiunta in het dorpje Giornico in Ticino, (klik) Zwitserland.

Dat dorpje waar u nog ooit van gehoord hebt en waar een betonnen schrijn staat om de kunstwerken van Hans Josephson meesterlijk bescheiden op te stellen.

Dat schrijn is van de hand van architect Märkli.

Een zekere Wim S. had zich openlijk afgevraagd waarom de eerste ruimte een beetje wrang voelde en de tweede wel klopte.

Om daarop te antwoorden moet ik  u eerst de volgende vraag stellen.

Welke van deze vormen vindt u het mooist ?
1, 2, 3 of 4 ?
Dan de volgende reeks.

Welke van deze drie vormen vindt u het mooist ?   A ?  B ?  C ?

En dan nog deze: welke van deze twee vindt u het mooist ?  X of Y ?


Als u een normaal mens bent vindt u van de eerste reeks nr 3 het mooist, van de tweede reeks de middenste (B) en van de derde reeks de rechtse (Y).

Waarom noem ik u dan een normale mens ?

Wel, omdat een zekere GUSTAV FECHNER bijna twee eeuwen geleden dat al eens bij honderden mensen uitgetest heeft en de meeste mensen een verhouding van 5:8 het mooiste vinden.
5:8, dat zijn toevallig twee getallen uit de Fibonachi-reeks.
U kent die wel:  1.1.2.3.5.8.13.21.34.55.89..... waarbij u telkens het vorige bij het laatste optelt. Als u dan het laatste deelt door het vorige komt u altijd maar dichter in de buurt van  0,618....   uit of het getal van de gulden snede.

Van de derde reeks noemen de linker rechthoek ad triangulatum en de rechter ad quadratum.

Hoe je tot die verhoudingen komt is eenvoudig; kijk maar:


En kijk nu nog eens naar de foto's van dat schrijn.

U mag zelf invullen welke ruimte aan de triangulatum en welke aan de quadratum verhoudingen beantwoordt.

En u mag ook zeggen welke ruimte u het lekkerst zit of de mooiste vindt.

En is dat dan hetzelfde ?

Ik zou het graag van u weten.


Want ziet u, over schoonheid valt er wel wat te discuteren.

NUOVA SCUOLA ELEMENTARE - TEGNA

Ik begin weer, zoals wel vaker, met een citaat uit een gerenommeerde architectuurgids.

"Het gebouw is gelegen aan de noordoostelijke hoek van het terrein, om zo de vrije ruimte van het park te vrijwaren en tegelijk een relatie met het straatgebeuren te definiëren. Het gebouw richt zich op de omgeving."

Dit moet beter kunnen, vind ik.
Lees maar.

Het gebouw gaat een dialoog aan met enerzijds het straatgebeuren en anderzijds het tuin- en parkgebeuren, waardoor er weer een nieuw verhaal ontstaat.

kijkt u eens naar de architecturale voorbeelden die de leerlingen hier krijgen
Het lijkt een beetje logisch dat je zo een gebouw niet midden in de gemeentelijke tuin zet.

Je houdt meer tuin over en tijdens de speeltijd zie je beter waar de kinderen aan het ravotten zijn.


Verder is de school weer van een nuchtere eenvoud en alles verslaande logica.

Alle klassen bevinden zich op de verdieping, hebben een mooi uitzicht en hebben rechtstreeks toegang naar buiten via een trap.
Als ze buitenkomen mag het regenen of sneeuwen: geeft niet, want daar dient net de overkraging voor.

De klassen zelf hebben twee ruimtes: een grote klasruimte en een bij-klasje waarbij rechtstreeks vanuit het open binnenraam kan gevolgd worden hoe een kleine groep die apart aan de slag is, het er van af brengt door dezelfde juf of meester die tegelijk voor de grotere groep staat.

Dat heet pedagogische efficiëntie: niet alle kinderen hoeven tegelijk hetzelfde te doen en zo leren ze ook zelfstandig iets voor elkaar te krijgen.

Er zullen zeker nog andere voordelen aan verbonden zijn maar daar ben ik te weinig pedagoog voor.

Zoals overal in Zwitserland is de school geen ommuurde gemeenschap maar maakt ze deel uit van de dorpsgemeenschap en omgekeerd.

Die speeltuin kan ook op vrije dagen door iedereen gebruikt worden. Waarom niet trouwens.
Dat noem ik efficiënte ruimtelijke ordening.

In de onvolprezen architectuurgids staat nog zo'n pareltje van een zin in het architecturees:
"In de materialisatie wensten de architecten (Baserga Mozetti n.v.d.r.) de eigenschappen van de gekozen materialen te accentueren, waarbij de constructieve rol en complementariteit benadrukt werd."

Dit om te zeggen dat het beton en hout in een perfecte harmonie elkaar aanvullen, en ze andermaal bewezen hebben dat Zwitserse bouwvakkers erin slagen het beton even zacht te doen aanvoelen dan het hout waarin het gegoten werd.



TICINO SCHOOL I - LUIGI SNOZZI

De Ticino-school is een architecturale realiteit.


Het gaat over een reeks architecten die niet alle aan één en dezelfde architectuurschool gestudeerd hebben.


Hun grootste gemene deler is de onmiskenbaar aanwezigheid van Le Corbusier op de achtergrond, die ze in die warme provincie in het zuiden van Zwitserland tot leven brengen.


De school vindt u terug in een redelijk verspreid aantal woningen en gemeenschapsgebouwen die ze gebouwd hebben en nog steeds bouwen.


Strak en wel geproportioneerd, ook wel geprononceerd.

Das weltemporierte klavier van Bach, zo u het wil


Pareltjes met een uitgepuurd soberheidsgevoel die beantwoorden aan de basis ideeën van de grootmeester, zonder hem slaafs te imiteren.




Luigi Snozzi is één van die adepten.



In Carosso staat zo'n pareltje van zijn hand.

De Casa Guidiotti, het huis van de burgemeester.


Meesterlijk ingeplant in de dorpskern die het geluk heeft in een nog niet dichtgeslibde ruimte te ademen.


Als je van de hoofdverbinding naar de dorpsplaats afzakt kan je er niet naast de casa kijken, maar niet omwille van zijn omvang.


Eerder omwille van zijn bescheidenheid, haar elegante gestalte en de meesterlijke inplanting.


Vier lagen hoog, waarbij de bovenste verdieping eigenlijk een beschut terras is.


Ingeplant op het hoogste deel van het perceel, net op de rooilijn en afgescheiden door een betonnen tuinmuur,


Een paar mensen hebben het aangedurfd om er een harmonische analyse op los te laten en de harmonie klopt blijkbaar, zowel in plan als in gevel.



Die tuinmuur en het tuinpaviljoen kom je nog tegen in het werk van Snozzi.

Het zijn essentiële elementen die het perceel duidelijk markeren en tegelijk de beleveniswaarde vergroten.

Niet alles in één keer laten zien maar ruimte laten voor ervaringen opdoen.

Die gehumaniseerde analyse van Neumann lijkt een beetje op de Vitruvio-man van Leonardo da Vinci.

Misschien zijn er nog andere modellen uit te testen om de proportione devina er uit te sleuren;

Ik ben er lang niet zeker van dat Luigi Snozzi op die manier aan zijn ontwerp begonnen is.

Kunstenaars werken eraan tot hun gevoel zegt dat het zo hoort.


De theoretische uitleg van de analytici ondergaan ze minzaam.

Hebt u ook gemerkt dat de ramen op de eerste verdieping in de analyse overgeslaan werden ?

PALESTRA DOPPIA CHIASSO

Naast het M.A.X. museum in Balstra, deelgemeente van Chiasso in Ticino (klik) staat een sport- en turnzaal, ontworpen door Baserga Mozetti en gerealiseerd van 2007 - 2010.

Staan is veel gezegd.

Het is een gebouw dat zichzelf permanent in evenwicht houdt door vier V-vormige consoles in het midden van de ribben van het vierkantig dak.

Om een beetje te beseffen wat dat betekent moet u rechtstaan, de armen evenwijdig strekken en dan twee emmers gevuld met 10 liter water aan uw handen laten hangen.

Nu  doet u dat ook eens met nog drie andere vrijwilligers, staand in een vierkant.
Experimentele bouwkunde noemt men dat.

Zo moet het gebouw zich voelen.

Een staaltje van ingenieurskunst waar iedereen die daar iets van kent, zijn pet voor afdoet.


Als u dan nog in aanmerking wil nemen dat de regenwaterafvoeren zich ook in die steunconsoles bevinden, dan smelt u voor zoveel ingenieurskunde.
Dit zijn geen standaardoefeningen die ze op de universiteit leren; dit is een ver doorgedreven mix van inzicht, ervaring en ... durf.


De turnzaal zelf zit meer dan half onder grond. 

Heel wat gebouwen in Zwitserland lijden onder deze aandoening.

Zwitsers sidderen bij de gedachte van een atoomaanval.

Vandaar dat heel wat openbare gebouwen ondergronds gaan; je weet maar nooit dat het ooit eens van pas komt.


Tot zover het lovende gedeelte.

Is een dergelijk staaltje aan ingenieering echt nodig ?

Zijn dergelijke V-consoles poëtisch ?

Zou het gebouw minder architecturale waarde gehad hebben mochten er discrete kolommen uit de buurt van de buitenhoeken discreet hun functie waargenomen hebben ?

Allemaal vragen waar ik geen antwoord op vind.

Wat ik wel zag is een brede goot water die vanuit het park een eind naast de sokkel van het gebouw rust en koelte brengt.

De buitenruimte is vaak minstens even belangrijk als de binnenruimte.

TECTONISCH II

Heb ik mij daar op mijn kop gekregen.
Nog geen uur na de publicatie van de vorige pagina, regende het al van aangetekende mails.(klik)

Ik mag het architecturees niet meer in het belachelijke trekken.

Echte architectuurkritiek moet zich kunnen bedienen van woorden die nauw aansluiten met wat architectuur is of wil zijn.

Dat was zowat de algemene teneur van de niet zo flatterende reacties.

Vandaar dat ik mijn huiswerk nog eens over doe.
Sorry dat ik u meesleur in mijn boetedoening.

Die school in Riva San Vitale is van een oorverdovende logica en eenvoud.
Alles in dit gebouw van Durisch & Nolli (klik) ademt rust en soberheid.
De ideale omgeving om zuinig met het leven om te gaan.

Het is een volgehouden intellectuele oefening om de opbouw en organisatie zo rationeel mogelijk te benaderen, zonder in te boeten aan het enorme ruimtelijk gevoel dat je binnenin ervaart.

Onder de lichtstraten die je boven de dakrand ziet uitsteken is de grote sport- en turnzaal.
De galerij langs deze turnzaal is tevens de gang naar de klaslokalen.

Er is niet zoveel nood aan ramen die rechtstreeks naar buiten kijken: enkel aan de kopse gevels en ter hoogte van de patio's zijn er ramen.

Deze school kijkt naar zichzelf.

Terloops, de sportzaal is er niet enkel voor de school, maar ook voor lokale gemeenschap.

Dat noem ik pas verstandig met de schaars beschikbare middelen omspringen.


Het biedt meteen de mogelijkheid om meer kwaliteit te bieden.

Over die gevels en de BACH-cantate wil ik het graag nog eens hebben, als ik de partituur te pakken krijg.


TECTONISCH I

Leest u eens mee wat ik zopas in een niet te negeren architectuurgids las:
" Het geheel vertoont een eenheid door middel van tectonische expressie van het gebouw: de regelmatige betonstructuur in de vorm van een penanten-ritmiek die eerder refereert naar een klassieke architectonische orde, waarbij op een hedendaagse wijze met kleurrijke invulpanelen een tweede verhaal werd gegeven".


Bij zoveel architecturees hoort wat uitleg, vind ik.

De tectonische wetenschap houdt zich bezig met het geheel van de beweging van tectonische platen die, als het wat heftig wordt, soms aanleiding geven tot aardbevingen, tsunamies en/of vulkaanuitbarstingen.

Ik mag hopen dat het gebouw dat hier zo subtiel beschreven wordt, niet teveel aan tectonische expressie gaat doen want dan zitten we in een derde verhaal dat zeker het nieuws zal halen.

U mag er niet aan denken dat regelmatige betonstructuur een beetje tectonisch expressief wordt.

Het gaat hier immers om een school en beeldt u in dat die klassieke architectonische orde wat gaat schuiven.

Mama mia.

De volgende passage gaat nog verder. Sorry dat het een beetje lang is maar dat heb je vaker in dit taaltje.
" Vertrekkende van het thema Contrapunctus XIV, gecomponeerd door Johann Sebastiaan Bach -  anagram van de noten die overeenkomen met de letters van zijn naam (B-A-CH) is het de harmonie van kleuren die de longitudinale gevels van dit gebouw karakteriseert. Hierdoor ontstaat er een eigen verhaal in het landschap. De delicaatheid van dit filigraan patroon op basis van chromatische tectoniek genereert een sterke relatie tussen het gebouwde en het landschap, wat telkens blijft verrassen. "

Dat laatste is nog het meest juiste.

Het blijft mij telkens verrassen hoe architecturees er in slaagt mijn brein eventjes uit het lood te slaan.

Waar hebben ze het over ?

Deze gevel leek misschien een beetje saai en dus vonden de architecten dat wat kleuren aan de buitenzijde de boel wat zouden opfleuren.

Daar is niets mis mee; Paul Robrecht zei ooit eens in één van zijn zeldzame lezingen dat hij in het concertgebouw van Brugge plan-B had bovengehaald door in het schaars aanwezige hout, tussen de overspelige betonmassa, een discreet kleurenpalet te vermengen.

Dat zou volgens Paul Robbrecht het geheel beter verteerbaar maken voor mensen met een wat overgevoelige maag.

Ik heb al een paar keer mogen ervaren dat dat geen onverstandig plan was.

Ik weet niet of de architecten Durisch + Nolli dit ook als een plan-B beschouwden, maar de door hen gehanteerde kleuren zijn feller en meer basic dan de subtiele variaties in het concertgebouw van Brugge.
Ik zou graag eens welke chromatische ondersteuning de geciteerde J.S.Bach nu het nauwst aan het hart zou liggen : Brugge of Riva San Vitale ?

Zeer  filigraan zal hij het patroon waarschijnlijk niet vinden.
Want filigrane patronen zien er eerder zo uit.

Ik zei het al, architecturees, het blijft ons verrassen.