SANKT AGNES KIRCHE / KÖNIG GALERIE

Het is niet enkel in het eens zo katholieke Vlaanderen dat de kerken leeglopen; ook in de andere
Europese landen is die trend niet te keren.

Die kerken zijn aan nieuwe bestemmingen toe. Soms plant men daar een boekhandel in, een hotel of ook wel een Delhaize, met alle nodige herrie die ze met zich meebrengen.

Voor de modernistische Sankt Agnes Kirche in Berlijn is dat precies vlotjes gegaan.

In 1967 was de kerk voltooid, in 1989 valt de muur en in 2004 gedesaffecteerd voor erediensten.

Dat woord alleen al: gedesaffecteerd.

Maar goed.
Als zo'n gebouw gedesaffecteerd wordt, wil men toch graag dat de nieuwe bestemming geen bordeel wordt.

De kerk is nu wel ruimdenkender geworden maar liever toch niet iets waarvoor Jezus Christus andermaal uit zijn graf zou moeten opstaan om de kooplieden uit de tempel te verdrijven.

In 2011 zijn er wel nieuwe kooplieden bij Sankt Agnes ingetrokken: de kunstgalerij KÖNIG en daar moet u niet aan een altruïstische cultuurinstelling denken.

KÖNIG verkoopt kunst en niet zomaar het eerste het beste werkje. Het gaat om kunstwerken die eerder onder de noemer beleggingen vallen.

Ik heb daar werken gezien die ik niet zomaar in mijn woonkamer op een behoorlijke manier zou binnenkrijgen, laat staan dat er voldoende ruimte overblijft om ze van op enige afstand te bewonderen.

De Berlijnse architecten Brandhuber+Emde hebben het gebouw van de meer dan verdienstelijke modernist Werner Düttmann gerespecteerd.

Op de niveau van het doksaal hebben ze een werkplateau in beton gegoten. Hierdoor ontstaat een bijna sacrale tentoonstellingsruimte waar kunstwerken uit één stuk niet groter kunnen zijn dan het niet zo overdreven trapgat naar het voormalige doksaal.

Kunstwerken van dit genre vragen een sacrale benadering

Nog een geluk dat Dütmann zijn trapgat niet zo krenterig bemeten heeft.

PLATOALLEE - BERLIN

Dit koppel verhuisde van München naar de Platoallee nr 16 in Berlijn.

Hun zoon studeerde in Berlijn en had hen eens voor een maand naar Berlijn uitgenodigd.

Het onrustige, levendige en ook een beetje linkser Berlijn was hen beter vervallen dan het zeer conservatieve München daar in Beieren.

En dus waren ze verhuisd naar een vrijstaande duplex in Corbusier's Wohnmachine.
Wie de beslissing nam is op de foto duidelijk te zien.

Die vijfde en laatste unité d'habitation verschilt op een aantal punten van de vier vorige.

Aan een winkelstraat op de vijfde verdieping had het bestuur in. 1957 geen behoefte meer.

De winkeliers misschien ook niet want zeg nou zelf: zo'n winkel in een flatgebouw, dat is geen cadeau.

Op papier klopt dat allemaal: meer dan vijfhonderd units die dagelijks wel iets te consumeren hebben, dat kan toch niet fout lopen.

Maar zwicht u van architecten en nog meer van planologen en stedenbouwkundigen die in de plaats van commerçanten beweren te weten wat goed voor hen is.

Op tien jaar tijd zijn er in ons land al meer dan tienduizend van die kleine winkeltjes gesneuveld; waarom zou dat in andere landen verschillen ?  En dat is geen trend van de laatste jaren: dat is al decennia lang aan de gang.

Wij, vrijgevochten consumenten, zijn geen liefhebbers van zo'n winkeltje op de vijfde verdieping.
Onze grootste vrijheidsdrang is dat we kunnen kiezen. En kiezen zullen we.

Niet voor het eerste het beste winkeltje
dat ons voorgeschoteld of opgedrongen wordt, maar voor iets dat we ontdekt hebben, desnoods op een kwartier auto-rijafstand.

De gangen zijn ook erg versoberd qua kleur ten opzichte van de vorige projecten. Zo versoberd dat het plunje van de onderhoudsman in harmonie is met de omgeving. Het lijkt wel een camouflagetenue.

Voor boeiende gangen moest u wel niet bij Le Corbusier zijn. Noch in Marseille, noch in Nantes, Briey en Forêt of Firmigny. Overal zijn ze breed, daar niet van, maar vooral lang. Eindeloos lang en daar heeft Le Corbusier zelf schuld aan: zijn gebouwen zijn gewoon te lang.

Wat bezielde die man toch om zo'n grote gebouwen te maken en daar mensen in te stoppen ?

Waar Corbusier ook nooit oog voor had was voor het zicht naar buiten.

Het betonbalkon is zeer prominent aanwezig zodat je vanuit zithouding niets, maar dan ook niets van de omgeving ziet.

De maten van het plan en doorsnede zijn ook wat ruimer: in plaats van 3,66 m breed zijn alle flats hier 4.00 m breed, en de hoogte werd van 226 cm opgetrokken naar een comfortabele 250 cm.

Dat komt goed uit voor de Münchner meubels die hier strandden.


BERLINER PHILHARMONIKER II

In de vorige blog zong ik het lof over wat zich in de concertzaal van de Berliner Philharmoniker afspielt. 

Hans Sharoun, de architect ervan, heeft ook heel goed begrepen wat er van hem verwacht werd.

Op het ogenblik dat de Berlijnse stadstaat beslist om er het concertgebouw op te richten, bevinden ze zich daar in volle koude oorlog. Het ijzeren gordijn is er al, de muur moet nog opgetrokken worden. Het 'vrije' West-Berlijn - zo klein als de provincie Oost-Vlaanderen - is omsingeld door de communistische DDR. Berlijn wordt gevoed door een luchtbrug en een ingesloten spoor- en dito
verkeersweg.
Overal staan soldaten - VOPO's - langs het gordijn de wacht te houden dat niemand uit de DDR er zich aan waagt om naar het westen te vluchten.
In de DDR wordt het uitgelegd om dat edele communistische model te vrijwaren tegen het westers kapitalisme.
En geef ze eens ongelijk.

Ondertussen moet het vrije Westen ervoor zorgen dat Berlijn niet uit zichzelf leegloopt. Berlijn moet voor de oorspronkelijke inwoners aantrekkelijk blijven. Ze mogen zeker niet dépri worden.

Vandaar dat de overheid ze overlaadt met aantrekkelijke woonvormen, groene parken, theaters, nieuwe modernistische kerken, theaters en cinema's und die Berliner Philharmoniker. Het beste orkest ter wereld dat reeds in 1882 was opgericht en twee wereldoorlogen overleefd had. In 1942 speelde het orkest in de AEG-fabriek.

In de periode van de plannen en de realisatie van de BS was Herbert von Karajan de dirigent van het orkest. Van 1954 tot 1989. Toen het gebouw af was liet hij er een professionele opnamestudio in bouwen want van al zijn uitvoeringen werden plaatopnames gemaakt tot en met The Best of HvK en nog meer tot en met The Best of the Best of HvK.
Alle vorige dirigenten verdwenen in het niets want van hen waren er geen high fedility opnames.

Toen hij in 1989 vervangen werd - toevallig met de val van de muur - door Claudio Abbado als chef-dirigent vond von Karajan het toch maar spijtig dat nu pas het digitale opnametijdperk was ingetreden en dat hij te oud was om alles nog eens over te doen, inclusief zijn The Best of The Best.

In 2002 volgde de Brit Simon Rattle Claudio Abbado op en in 2004 werd - onder druk ? - de Berliner Symphoniker omgezet in een stichting die onafhankelijk is van de stadstaat Berlijn. Deze stichting voert ook een onafhankelijke koers: het zijn de orkestleden die stemmen over wie ze als chef-dirigent willen.

Hopelijk is dat dan niet de meest populaire zoals bij ons de politici.

Wat Sharoun in zijn opdracht goed begrepen had was dat alles moest getuigen van Deutsche Tegeligkeit, alles organisatorisch vlekkeloos verloopt en dat de Berlijners er zich thuisvoelen.

In dat laatste is hij wonderwel geslaagd. In de twee overige punten nog beter.

Al vind ik het gebouw van buiten er uitzien als de klanken die uit de instrumenten komen tijdens de stemmingsronde, net voor de aanvang van het concert, ingezet door de eerste viool.

BERLINER PHILHARMONIKER

Als u voor meer dan één dag naar Berlijn gaat mag een voorstelling in de Berliner Philharmoniker niet ontbreken.

Om het even wat er gespeeld wordt, u boekt een ticket en u gaat er naar toe.

Ik ben reeds drie maal in Berlijn geweest en heb drie maal een voorstelling meegemaakt. Nooit een cent spijt van gehad.

Vorige week was ik er weer.

U moet geen fan zijn van klassieke muziek maar nergens, ik herhaal, nergens ter wereld komen de klanken van instrumenten zo goed en zo zuiver uw oren begroeten als daar.

Als de muziek nog wil meevallen wordt het echt strelen.

Ik heb ze geteld: 12 violisten, 24 altviolen, 12 cellisten, 12 contrabassen, 3 fluitisten waarvan 1 altfluitist, 2 hobo's, 2 klarinetten, 2 hoornblazers, nog wat ander blaaswerk dat ik niet zo goed kon onderscheiden, 1 paukenist en 2 slagwerkers, 1 pianiste en 1 organist.

En één Daniël Barenboim.

Na de voorstelling volgt dan het uitgebreide groeten.

Let u op de violist links die met zijn twee violen en slechts één strijkstok niet goed weet wat er mee te doen.

Achter het podium zijn de goedkoopste plaatsen, tenminste, als er geen koor moet zingen.
Het is een vast ritueel dat ook die cheap tickets door alle orkestleden gegroet worden.

NEUE WACHE - UNTER DEN LINDEN - BERLIJN

Vlak naast de Brandenburger Tor werd een wachthuis opgetrokken in 1816 naar een ontwerp van Karl Friederich Schinkel. Die Schinkel zou voor het opkomende Berlijn heel wat gebouwen tekenen. Berlijn wilde immers andere grootsteden zoals Parijs of London evenaren.

Het was een wachthuis voor het nabijgelegen Kronprinzenpalais.
Volgens Schinkel kwam het grondplan volledig overeen met dat van een Romeins castrum.

In de loop der geschiedenis heeft het gebouw voor verschillende ideologieën dienst gedaan.

Het oculus  werd in 1931 toegevoegd door architect Heinrich Tessnow.
Het werd een gebouw voor de gevallenen van de oorlog.

Onder de DDR werd het in 1960 een herdenkingsmonumnet voor de slachtoffers van het fascisme en oorlogsgeweld.

Na de val van de muur besliste bondskanselier Helmut Kohl dat het een herdenkingsmonument zou worden voor alle slachtoffers van geweld.

Hij liet er een uitvergroot beeld van Kate Kolwitz in onderbrengen: de moeder die treurt over haar dode zoon.

Wie in Vlaanderen Vladslo zegt, kent Kate Kolwitz.

U moet eens goed op het tegelpatroon letten; het zijn allemaal vierkante tegeltjes van verschillend formaat die in groepjes rondom en in elkaar vervlochten zijn.

Aanvankelijk bestond de straatbetegeling voor de Reichstag en de Brandenburgertor uit grote vierkanten die het de soldaten moest toelaten om heel snel in geordende formatie te staan waardoor de indruk gewekt werd dat de militaire precisie meer dan precies was.
Achter de Neue Wache is nog een deel van het patroon te zien, alleen groeien daar nu Linden.

Ook het vriendschapsembleem tussen de DDR en het communistisch regime is vakkundig van de muur verdwenen.

Velen hopen dat de huidige piëta er voor eeuwig zal mogen rusten.
.




BRANDENBURGER TOR - BERLIN

Ik was er enkele dagen geleden en enkele Chilenen waren er vreedzaam aan het demonstreren voor hun goede zaak.

Berlijn en de Brandenburger Tor is weer één van die wereldplekken geworden waar het er toe doet.

De Duitse èn de Europese vlag waaien er steeds samen op alle regeringsgebouwen.

Dertig jaar geleden was het er ook feest. Of liever; een onwaarschijnlijk feest.
De val van de muur. Het in het niets oplossen van de DDR.

Zonder bloedvergieten.

De Oost-Duitse fotografe Evelyn Richter vat het in één foto zeer goed samen, genomen op de eerste Sylvesternacht na de val. Een jong uitgeregend koppel kan zijn eigen ogen niet geloven.

SECURAIL

Ik zie ze regelmatig staan, de mannen van Securail.

Gelukkig dat ze in de stations een beetje orde op zaken zetten. Ervoor zorgen dat fietsers met hun plooifietsen niet door de gangen razen bijvoorbeeld. Wat denken die gasten wel zeg.

Of zwartrijders van het perron naar de gevangenis leiden als ze door de conducteur betrapt en gesignaleerd worden.

Geen leuke job. Ik zou het niet willen doen.

En zo hele dagen rechtstaand moeten
vergaderen.
Echt niets voor mij.

SCHAAK

Ze zijn zeldzaam geworden, de cafés waar er gespeeld wordt.

Waar er niet constant met de vingers op het schermpje gespeeld wordt.

Pionnen verzetten bedoel ik.

Pionnen en stukken verzetten, verzet de gedachten.

Met twee, met drie.

Laten we het bij dat aantal houden.

FOTOGRAFIE

Bijna iedereen mag zich fotograaf noemen.

Het nemen van foto's is een makkie geworden.



Er worden teveel foto's gemaakt en erger nog, er worden teveel foto's de wereld ingestuurd.

Kijk maar naar mij; ik kan het ook niet laten.


Maar kijken naar foto's van iemand die gepassioneerd is door - neen, niet door het nemen van foto's - maar gepassioneerd is door wie of wat hij ziet, dat wordt pas boeiend.



Foto's nemen; het rijmt op stelen.



Foto's maken is iets heel anders.
Foto's worden gemaakt door mensen die iets van de wereld trachten te begrijpen, die zoeken naar wat mensen beweegt en die zoeken naar de mens die ze afbeelden.

Iemand die daar overtuigend in slaagt is Stefaan Van Fleteren.

Zijn tentoonstelling in het FOMU Antwerpen is zeker de moeite waard.

Al moet u rekening houden met aanschuiven; iets wat fototentoonstellingen niet zo vaak te beurt valt.

En wat mij ook opviel: SVF blijft de wereld ontvouwen in zwart/wit. Af en toe mag er kleur bij als de kleur iets te zeggen heeft.

Het zal mij niet verwonderen dat de tentoonstelling verlengd wordt. Maar rekent u daar vooral niet op. Stel uw bezoek niet uit.

Zwart/wit verstilt.

KUNST OP DE WERF



Mijn aannemer heeft het niet geprobeerd; hij heeft het gedaan.

Een kunstwerk maken. 

Vijf minuten later was het kunstwerk verwrongen tot een banale opening voor een brandkoepel.

Functionaliteit gaat voor sensualiteit.

Spijtig.

Mondriaan heeft het ook een paar keren geprobeerd.

Rechte hoeken in een ruit proppen.

Naast dit opus magnum van mijn aannemer vind ik Mondriaan maar eeen pruster.

Ik vind het werk van mijn aannemer niet alleen mooier; het is ook beter dan dat van Mondriaan. Krachtiger vooral. En de verhoudingen kloppen tenminste.


Mijn aannemer moet toch serieus ééns denken aan een carrièreswitch.







NIEUWE MARKTEN

Rotterdam lijkt wel een laboratorium om te experimenteren met nieuwe architecturale vormen.
Aan de Blaak waren ze al wat gewoon; sinds een tweetal jaren is de leegte daar ingevuld door de nieuwe markthal.
Het idee van de zuiderse overdekte markthal werd met Hollandse koopmansgeest overruled door een dak van dure appartementen met daaronder twee lagen parkeerruimte. In deze waterzieke omgeving is dat op zich al een dure aangelegenheid.

Die mercado kan mij niet bekoren, net zo min als heel veel volbloed Rotterdammers er geen pap van lusten. Noch omwille van de aangeboden producten, noch omwille van het aangetrokken publiek.

Het is er letterlijk volgepropt met eet- en drankstandjes die noch duur noch goedkoop zijn. De kerzen van de enige fruitstand waren goedkoop maar ze moesten het in volle seizoen meer van omzet dan van kwaliteit hebben.

De restaurantjes in de zijbeuken van deze kathedraal zijn van het soort van dertien pizzeria's in een dozijn voorverpakte eetculturen. De huurprijs per vierkante meter laat geen behoorlijke keukeninfrastructuur toe. Dat hebben de Nederlandse projectontwikkelaars in een vergadering met karnemelk beslist. In Napels zouden deze lui in de Vesuvius gedropt worden.

Een paar rasechte Rotterdam-
mers stuurden ons naar de Fenix Food Factory; een nog niet eens zo oud net niet platgebombardeerd pakhuis dat in afwachting van nieuwe projectontwikkeling ingepalmd werd door een groep jonge en niet meer zo jonge ZZP'ers die graag lekkere
koffie, taarten, biertjes allerhande, wijnen, kazen, fruit, hapjes en snapjes voorzetten op meubilair dat al twee keer de kringloopwinkel gepasseerd is, maar dat geeft niet: het is is er gezellig, rustig, geen projectontwikkelaars die de commerçanten op de hielen zitten. Hier zijn de neringdoenders de baas zonder baas te spelen. Rotterdammers komen hier graag lanterfanten, een gewoonte die ze door hun vele buitenlandse reizen met de kemper geadopteerd hebben.

Ik mag ze graag, diè Rotterdammers.

FENIKSBOSSEN

Onze kerkhoven kennen een merkwaardig parcours. Van echte hoven rond kerken waar gelovigen -
sommigen dagelijks - geconfronteerd werden met hun nabestaanden als ze de mis bijwoonden, naar grote nietszeggende hectaren verloren terreinen waar verkavelingen van grafkelders aan de overledenen aangeboden worden. Het lijken wel vergroende industrieterreinen voor kleinschalige stervelingen.

Dan zijn er de strooiweiden bijgekomen. Sommige werden van vlak naar golvend omgebouwd als betrof het een mini-golfterrein waar het aanschuiven is om de urne uit te strooien. Aslaagje boven aslaagje.

Kathy Lindekens - dè vrouw die in een vorig leven mijn kinderen op woensdagnamiddag van twee tot vier creatief aanscherpte - ik heb maar weinig uitzendingen gemist - lanceert een idee, groter dan het Amazonewoud, om onze doden te gedenken: DE FENIKSBOSSEN. Verdeel hectaren braakliggende terreinen in percelen waarop in elk perceel een feniksboom kan geplant worden om onze dierbare overledenen een eeuwig leven te schenken. Voedt die boom met zijn/haar as, zet er zijn of haar naamplaatje naast en heb geduld tot wanneer je na een paar jaren die boom nog eens kan omarmen en knuffelen; liever dat dan die grafsteen gaan schrobben.

Het Vlaanderen, maar ook het Europa van onze kinderen en kleinkinderen zullen best wat bossen kunnen gebruiken om alle CO2 van onze vervuilende gewoontes en gemakzucht te capteren. Feniksbossen zijn een hoopvolle thuishaven en oplossing voor heel veel samenlopende omstandigheden.

Al was het maar om die bijkomende 10.000 ha beloofde bossen, die twintig jaar geleden in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen ingeschreven waren, eindelijk eens te realiseren. Als de opeenvolgende ministers van ruimtelijke ordening noch het geld noch de moed vonden om hun eigen ambities waar te maken, laat dan de rouwende burgers dat doen. Dat de nabestaanden een putje graven, de as van de overleden er in uitstrooien en dan er hun feniksboompje in planten; wat een heilzame beleving voor we naar de koffietafel trekken.