EEN GANG

Architecten vinden gangen maar plaatsverlies.

Hun opdrachtgevers ook.

Daarom zijn gangen altijd op hun smalst. Of eng.
Of een combinatie van beiden.

Gangen vinden architecten maar engerds. 

In deze woning Michaux ontworpen door architecten Jacques Dupuis en Albert Bontridder (klik), is de gang ook smal maar niet eng.

Door de bajonetbeweging en dat koepeltje op de juiste plaats, wordt die gang niet meer bang van zichzelf.

LA GARE DE MONS

Wat u hier ziet lijkt op een slagveld en is dat ook.

Mons, net zoals alle andere provinciehoofdsteden, zat vijftien jaar geleden al, te hunkeren naar een nieuw station. Mechelen - tot nader order gewoon de zetel van het aartsbisdom is, maar daarom nog geen provinciehoofdstad - zou ook een bescheiden nieuw station krijgen, dus waarom ook Mons niet.

Mons zou ook in 2015 culturele hoofdstad worden en daar mocht een nieuw station niet ontbreken. Cultuurfreaks, dat is algemeen geweten, komen en masse met de trein.

Het voormalige station dateert van 1950 en in de ogen van de NMBS is dat voor een station al een respectabele leeftijd. Niet alleen de werknemers gaan daar vroeg op pensioen.

Het station van Mons telt op normale werkdagen, zoals er veel normale werkdagen zijn in Wallonië, 10.000 eenmalige reizigers per dag. Voor een Waalse stad is dat behoorlijk veel. Ter vergelijking: Brussel-Zuid 110.00, Brussel Noord 60.000, Brussel-Centraal dat halfweg ligt kent het gemiddelde van die twee en Gent Sint-Pieters: 56.000 éénmalige reizigers per dag. Daarmee hebt u de grootste aantallen voor heel België gehad.

Er werd dus in 2006 een wedstrijd uitgeschreven en de winnaar was andermaal architect Santiago Calatrava.

Nu moet u niet te veel psychologisch en ander doorzicht hebben om te voorspellen dat met die meneer bouwen, per definitie de moeilijkheden ongevraagd op u afkomen. Mochten de achtbare leden tijdens het jureren al niet doorgehad hebben dat ze bezig waren een Calatrava te primeren, dan moeten we ons niet te veel illusies maken over de architectuurkennis van de juryleden.

Maar goed, Calatrava was de uitverkorene. Vandaag weten ze bij de NMBS op geen 50 of 100 miljoen euro na evenmin als in welk decennium ze daar in Mons eindelijk een station zullen hebben.

Het begon al kort na de wedstrijd toen een zekere Elio Di Rupo, voorzitter van de PS, Eerste Minister van België en burgemeester van Mons zich met de plannen begon te moeien en heel de passerelle van het breed uitgevallen spoorwegemplacement begon te verleggen.

Zoals u weet telt het station van Mons meer dan 18 sporen. Dat moet op Schaarbeek en Charleroi na, zowat het grootste aantal sporen naast elkaar zijn in een station. Ze kunnen daar niet aan doen. Dat groot aantal dateert van periode waarbij veel kooltreinen langs Mons de rest van het land bevoorraadden met 's lands gesubsidieerde energiebron.

Men zou kunnen denken dat bij de aanpak van het station er een paar overbodige sporen zouden sneuvelen waardoor andere ontwikkelingen op het emplacement mogelijk zouden kunnen gemaakt worden, maar blijkbaar leeft daar het idee dat ze die sporen in de toekomst nog eens hard zouden kunnen nodig hebben.  Soit.

De aanpassingen, gevraagd door Di Rupo, hebben wel een aardig centje gekost.  Het station zou plots van 38 miljoen naar 150 miljoen Euro evolueren. We denken niet dat het station van Antwerpen een prijsaanpassing gekend heeft in dezelfde verhoudingen. Voor dat van Luik zouden we dit vermoeden niet durven herhalen.

Na veel sofawerk is de aanbesteding voor de uitvoering er dan toch gekomen en in 2014 zijn de werken gestart. Eerst het station afbreken, dan de sporen en de perrons voorzien van voorlopige passerellen, dat vraagt wat tijd.

Ik heb ondertussen wat ervaring met spoor 8 in Gent Sint-Pieters, dat ook bediend wordt door een voorlopige constructie, die men bij de NMBS trappen noemt. Als het mij enigszins mogelijk is, neem ik een trein met een andere bestemming die spoor 8 niet aandoet. Zo ben ik al eens in Milaan terecht gekomen.

Ik kan mij zo ondertussen een beeld vormen van hoe de Montois zich moeten voelen. Ik begrijp het volkomen dat ze daar niet meer met de trein naar hun werk willen sporen. En de auto is sinds de opkomst van Ecolo, niet echt een waardig alternatief.


De werken zijn toegewezen aan C.I.T.-BLATON, een goede aannemer die ze bij de NMBS ook goed kennen om hun goedkoopste biedingen en hun doorgedreven  kennis en ervaring omtrent de waterdoorlatendheid van de lastenboeken van Eurostation. Die zijn zo lek als een mandje. Dat is gesneden koek om na iedere werfvergaderingen een paar aangetekende brieven te sturen naar het opdrachtgevend bestuur en het ontwerpbureau, om te duidelijk te maken dat de komende werkzaamheden niet kunnen uitgevoerd worden tegen de vooropgestelde prijs wegens onvoldoende juiste gegevens in het bestek en meetstaat. Zeker bij een werk van Santiago Calatrava. B-POST heeft daar een goede klant aan waardoor het directiecommittee van beider instellingen jaarlijks rond nieuwjaar een kistje wijn mogen verwachten.

Resultaat: de relatie tussen de aannemer en de NMBS zijn in die mate van ontbinding, dat midden januari 2019 de aannemer zijn werfkranen is komen weghalen. En als een aannemer zijn kranen van een werf weghaalt, dan weten we dat daar de komende jaren niet veel verandering in zal komen.

In Mons en omgeving zijn ze al meerdere succesprojecten gewoon (klik) maar het station zal toch zeker een eervolle vermelding krijgen in de categorie ... ja, bestaat er wel een categorie voor dit soort slagvelden ?

Sophie Dutordoir heeft inmiddels Eurostation opgedoekt, na hun succesrijke projecten in Jamaica. Wat ervan overschiet is ondergebracht bij Tucrail, het studiebureau van Infrabel, waarbij we ons kunnen voorstellen dat het dossier-Mons met plezier van het ene bureau naar het andere doorgeschoven wordt.

Voor 2040 hebben ze daar nog geen nieuw station.

Met dank aan collega Dirk Vanbecelaere voor het uitlenen van een paar van zijn foto's.




MIJN MOBISCORE IS 10 OP 10

Kijk, zoveel punten heb ik in mijn hele leven nog nooit gehad. Zelfs niet op de meest simpele toets. Het zal mij benieuwen om te horen hoeveel lezers onder u dat ooit wel gehad hebben.

Maar goed, beter laat dan nooit.
Hoe dat komt ga ik hier gevat proberen uit te leggen.

Ik heb hier drie bakkers, één beenhouwer, twee delicatessenzaken, een fruit- en groentenwinkel, wat kledingzaken, vier nachtwinkels, twee krantenwinkels, één boekenwinkel met wereldliteratuur, een exclusieve handtassenzaak, een centrum waar ze mijn phone weer aan de praat krijgen, negen restaurants waarvan drie vegetarisch, twee volkse cafés, één frituur en één frietkot, een bloemenzaak, een opticien, een psychologe en een waarzegger, een drankengroothandel waar je nog steeds niet met bankcontact kan betalen en waar BTW-bonnetjes en facturen onbekende documenten zijn, een weggeefpizzatent, drie apothekers en één café waar ik niet pas tussen de tooghangers, een kinesist en een tandarts, een rommelwinkel, twee artsen en één architect, een administratieve toren vol ambtenaren, drie kappers en één zaak die net het omgekeerde doet: uw haar verlengen. 

Dat en nog veel meer, binnen wandelafstand van max vijf minuten, en ik stap echt niet alsof er iets of iemand mij zit op te jagen.

Op acht minuten heb ik ook nog twee musea: één is zeer SMAKKERIG en het ander herbergt de Schone Kunsten met onder andere werk van de gebroeders Van Eyck. Niet slecht toch ?

Dan geniet ik ook dagelijks van een station met twaalf perrons, waarvan vier nog niet zo lang geleden vernieuwd zijn en acht waarvan we op tien jaar nauwkeurig niet kunnen zeggen wanneer ze vernieuwd zullen zijn. Ik beschik ook over drie tramlijnen die in zes verschillende richtingen rijden en dan nog een stuk of twintig buslijnen, maar wie mij een beetje kent weet dat ik zelden lijn.

Parkeren kan ik quasi altijd: voor mijn deur en gratis.

Dagelijks mag ik hier zo'n 25.000 fietsers zien rondtoeren, maar er zijn slechts vijfduizend fietsstallingen. Dat is dus nog een werkpunt.

Van groen ben ik ook goed voorzien: om de zeventien stappen een boom, ook langs de overkant van de straat,  en dat in de vier belangrijkste straten rondom mij. Op het einde van de straat bloeit een kerselaar. Aan het station is er ook nog een groene gordel van platanen en binnen die hoger vermelde loopfastand beschik ik ook nog over twee parken; het ene is het Citadelpark, het andere is het Delphine BOËL-park.

Op zondag komen hier bioboeren en kaasstekkers hun producten rechtstreeks afzetten, een pak duurder dan in het aanpalend carrefourke, maar die radijzen en champignons smaken tenminste naar radijzen en champignons. Zo straf soms, dat onze overburen, als ze er teveel van gegeten hebben, naakt door hun huis beginnen lopen. Ik heb daar geen foto's van maar het is echt waar.

Het aanbod overtreft hier meerdere malen het eerste het beste champignon- en shoppingcentrum.

De voorzitter van mijn beroepsorde stoefte deze week op zijn faceboek dat hij in zijn Brussels voorstadje een score van 7, 3 haalde. Bij ons op de faculteit wordt dat afgerond naar 7, 0. Het is een beetje typische score voor voorzitters; dat ze al best tevreden zijn met een matige onderscheiding. Ik kan het weten, ik ben ook een paar keer voorzitter geweest van een aantal organisaties die zichzelf ook au serieux namen.

De burgemeester van Fleteren - Stephan Mourisse - maakte zich op faceboek ook druk omdat zijn gemeente 4,3 scoorde en zakte naar 3,3  mèt verfijning. In zijn zog ook heel wat inwoners van die West-Vlaamse gemeente. En ook zijn collega burgemeesters.

Kunnen die inwoners van een agrarische gemeente een potje zagen zeg.
En hun burgemeesters ook.

Ze wonen daar rustig, weg van alles, maar willen wel hetzelfde comfort zoals ik hierboven beschreven heb.
Stephan, dat kan dus niet. In de hoofdstraten van uw gemeente heb ik trouwens om de zeventien stappen ook nog geen dubbele rij bomen zien staan.

Stephan Mourisse, als bij ons op de faculteit een student zo'n score haalt, dan voeren we daar een voorzichtig heroriënteringsgesprek mee, desnoods in het bijzijn van het lief,  de ouders of co-ouders.

Het gaat u - lezer - niet aan waarom ik de burgemeester van Fleteren met Stephan mag aanspreken, maar hij maakte zich ook boos over de Vlaamse Bouwmeester.
Ik wil mij niet in die discussie mengen - ik heb al problemen genoeg - maar Stephan, het was toch één van de vorige Vlaamse Bouwmeesters die ervoor zorgde dat dat trappistenklooster in één van uw deelgemeenten zich uitbreidde en ervoor zorgde dat daar van over heel de wereld, nu mensen met hun auto daar naar toe komen gereden, om twee bakken bier in te slaan. Twee bakken. Wekelijks komen daar ook minstens twee motorclubs neerstrijken om er  minimaal twee glazen Sint-Sixtus in hun kelen te gieten.

Van overtollige verplaatsingen gesproken.

En dan hoorde ik op de radio een inwoner van Voeren ook klagen dat zijn score maar 0,6 was, maar dat hij zeer gelukkig was en zeer ontstressed, omgeven door groen.

Dat kan zijn, maar dààr zou ik pas stress van krijgen. Als u onthouden hebt over wat ik hierboven allemaal mag genieten binnen loopafstand, en dat ik daar in dat groen gebied daar volledig van onthouden zou worden, dààr zou ik een beroerte van krijgen.
Ziet ge mij al voor alles en nog wat de auto nemen ? 

En dan ben ik nog iets belangrijks vergeten: mijzelf niet meegerekend zijn de meeste bewoners en passanten hier echt vriendelijke en sympathieke mensen.



GRIET AESAERT

Ze heet Griet Aesaert en neen, haar leeftijd doet er niet toe.

Tot voor een paar jaar zat ze in mijn colleges over ondernemerschap weg te dromen.

Ze zou een café beginnen.

Dat heeft ze mij toen niet verteld maar zorgde wel dat ze haar studies architectuur afmaakte.

Ze werkte een paar jaren als architect maar dat, naast het vele gewroet, die opdrachtgevers die voor haar te ongevoelig en te eigenwijs het altijd beter wisten en opdrachtgevers die haar te ongevoelig en te eigenwijs vonden; dat vergde een dosis energie, te kostelijk om ermee door te gaan.

Ondertussen werd ze besmet door de liefde voor het leer.
En wie iets van leer kent, die weet dat leer u stevig kan besmetten.
Op het randje van een coma.

Koeienleer werd het.
En handtassen.

Nu maakt ze hand-made tassen voor vrouwen van vandaag, die  weten wat werken is en die ook weten wat vrouw zijn is.

Juist, dat soort vrouwen.

Want vrouwen die werken  denken aan minstens de inhoud van twee mannenbroekzakken, twee dito achterzakken, een binnenzak of twee, twee zijzakken en ook nog één pochettezakje; wel heel die inhoud vermenigvuldigt u maal drie à vier want dat is het volume en gewicht dat hedendaags werkende vrouwen dagelijks nodig hebben en meesleuren.

Op dat randje van coma dus.


Dat gegeven liet haar niet meer los en dat ziet u, dat ruikt u, dat voelt u, maar dan veel verfijnder dan mannen dat zouden doen.
En dàt leer, dat laat u ook niet meer los.

Mocht ik een vrouw zijn, ik kocht er meteen minstens twee.
En zoals vrouwen kunnen twijfelen, zou ik ook twijfelen over die derde.

En denken - weten eigenlijk - dat je zoiets koopt VOOR HET LEVEN.

Mannen moeten dit niet willen begrijpen, mannen moeten dit aanvaarden (klik).

Griet is dus één van die duizend op wie ik een beetje vat heb gehad en die nu zorgen voor het multiplicatoreffect (klik).

Ze heeft nog dromen op overschot en misschien vertelt ze u die ook, maar klik eens op haar site

OVER BEELDHOUWEN EN LEIDING GEVEN

Het is een algemeen verspreide gedachte dat docenten meer weten dan hun studenten.

Verwonderlijk hoe naïef mensen dit voor waar aannemen.

Al is het voor een groot deel juist, een beetje correct denken noopt tot tonnen correcties op die premisse.

Meer dan wenselijk komen studenten af met uitspraken of zelfs waarheden die je nog niet kende.

De kunst bestaat erin dan te doen alsof je het allemaal best al wist maar dat het een beetje buiten het kader van het college valt, maar toch fijn bedankt om het er even tussen te gooien.

Ik werk het liefst met studenten die flink gebekt, u van alles voor de voeten gooien waarvan u zich afvraagt waar ze dat verdorie opgeraapt hebben.

Onder de vele goede, merkwaardige en hulpvaardige gedachten die ik in deze elective toegevlogen kreeg, deze.

Ik dacht dat ik al één en ander afwist van ene Michelangelo. Tot een student deze voor mij onbekende uitspraak van M voorschotelde :  
Beeldhouwen, dat is het beeld bevrijden uit het steenblok waarin het verborgen zit.

Wat een metafoor voor allen die leiding geven, die medewerkers mogen aansturen, voor docenten en hun studenten, voor studenten en hun docenten, voor ouders en hun kinderen, voor kinderen en hun ouders.


Zie deze studenten, examen afgelegd en nu klaar om te springen.
Allemaal ?

MUNDANEUM


In het begin van de vorige eeuw vonden ene Paul O(u)tlet en Henri La Fontaine dat ze een verfijnd systeem hadden, om alle kennis van over heel de wereld in vakjes en bakjes te verstoppen zodat u en ik later zouden kunnen terugvinden wie wat over een bepaald onderwerp geschreven had. Ze noemden het de UDC of Universele Decimale Classificatie.

Die verzameling stond tot 1998 in het jubelpark in Brussel.

In Mons - waar Di Rupo burgemeester is - stond een voormalig (groot)warenhuis van de UNION ECONOMIQUE DE BELGIQUE, een coöperatieve. Die stond te verkommeren wegens achterhaald succes van dit socialistisch initiatief. De partij hielp haar leden aan goedkope huisproducten, en leerde ze ook delen in de winst. We hebben nooit geweten welke van de twee het belangrijkste was.

Die teloorgang van de CV kwam er,  mede door de bouw in de jaren tachtig van Le Grandpres, een reusachtig shopping-center twee kilometer buiten Mons.
Sommige burgemeesters hebben voor hun inwoners wel een groot hart maar daarom geen groot verstand.

Die verzameling van Otlet en La Fontaine is nu verhuisd, van het Jubelpark naar die leegstaande gebouwen van die CV. Een beetje raar wat die burgemeester allemaal naar zijn streek weet te loodsen. Al gelezen over die TRIAGE-LAVOIR ? (klik)


Dat MUNDANEUM kan een doorbreking zijn van uw verveling als u echt niet beter weet wat te doen op een regenachtige zondagnamiddag.
Het leert u alvast één ding: alles wat wij vandaag bedenken kan over een paar dagen volledig achterhaald zijn.
En ook, dat het een piepklein museum is. 

Die fichebakjes zijn veel te vlug archeologisch geworden.

Naast dat werkloos centrum van het UDC, staat nu ook op enkele kilometers van het centrum van Mons: faze drie van het GOOGLE DATA CENTRE.

Sommige burgemeesters hebben naast een groot hart en weinig verstand, ook een groot talent om multinationals naar hun streek te lokken.
Tegen gunstige belastingtarieven.



STEDELIJKE VERDICHTING - VERKAVELINGSVLAAMS

Dit hoorde ik onlangs, bijna letterlijk.

Kijk, wij woonden eerst in X... maar zijn dan naar E..gem verhuisd. 

We zitten daar schoon in 't groen, en voor mij is het maar vijf minuten van de autostrade; de school van de kinderen is maar op een goeie vijf minuten en R... kan ze afzetten onderweg naar haar werk in X... en da's maar een goed half-uurtje rijden als ze voor half acht kan vertrekken.

En voor de rest is het hier zalig. 
Ge hebt hier nen Delhais op maar vijf minuutjes en ge kunt er altijd gemakkelijk parkeren en ook, 't is hier niet zo goedkoop maar allez, toch nog betaalbaar. In X... zouden we dat nooit gekund hebben. Echt niet.

.../...
Ik vind dat we al veel doen voor het milieu. 
Allez, als ge bedenkt wat wij vroeger allemaal door de ruit op 't straat gooiden. T'is toch waar, daar zijn we beginnen op letten want eigenlijk was dat verkeerd: wat ge niet meer nodig hebt, hup weggooien, een andere zal het wel opkuisen.

Eh wel, daar zijn we toch mee gestopt of nie ?

.../...
Da van die salariswagens, da mag ook eens ophouden hé. 
Oké, ik heb er ook één maar wat wilt ge ? 
Nu krijg ik om de drie jaar ne nieuwe. 
Als ze mij da geld gewoon in loon uitbetalen, dan kan ik daarmee om de vijf of zes jaar ne tweedehands diesel mee kopen, die à propos, veel vervuilender is. 

Is't da da ze willen, die groenen?

Want zeg nu zelf, die auto's van drie jaar oud, die zijn niet slecht hoor; die zijn nog heel wat waard op de Afrikaanse markt en zo hebben ze ginder tenminste nog goede auto's in plaats van die rammelkarren die ge daar altijd ziet.

WERFBEZOEK - TAALVERWARRING

De kennis van het Nederlands gaat achteruit.

Vooral in het onderwijs met haar patroonheilige Hilde Crevits die het als minister van die eerbiedwaardige instelling, het heel naturel vond om in haar kiesdistrict iedereen in plat West-Vlaams aan te spreken.

De gevolgen van die achteruitgang zie ik nu ook op mijn werven.

Niemand die nog het verschil kent tussen een kolom, een zuil, een pilaar, een paal, een pilaster.

Geen wonder dat een aannemer een kolom met een balk verwart.



RESONERENDE KEUKENS

Onze keuken staat er zesendertig jaar en de erven van onze voormalige leverancier moeten, samen met het team,  gedacht hebben dat we dringend aan een nieuwe toe zijn. Kijk maar naar de foto's.

We kregen een mooi boekje over wat je in een nieuwe keuken zoal kan doen en het team schreef daar een fraai tekstje bij:

Deze aflevering is een speurtocht naar het fenomeen resonantie tussen ruimte, mens en ding. We bezoeken plaatsen en persoonlijkheden die creatieve en culinaire mogelijkheden tot bloei willen laten komen. Lees hoe bij b......p de haptische ervaring van het perfecte keukenontwerp wordt beleefd. Het gaat daarbij om betrokkenheid en verbinding, interactie en uitwisseling, concentratie en bevrijding, kortom om het centrale thema van b......p: de keuken als leefruimte. De keuken als resonantieruimte, waarin pure presentie kan ervaren worden.

Benieuwd wanneer Donald Muylle dergelijke spotjes brengt.

ARCHITECTUUR ZONDER ARCHITECTEN - LE TRIAGE LAVOIR

Als u eens wil meemaken hoe indrukwekkend een gebouw kan zijn, dan moet u zich haasten naar de
TRIAGE LAVOIR in Péronnes nabij Binche.

Binche, dat is dat stadje waar eens per jaar die mannen in ongemakkelijke gekke pakken met vervelend klinkende belletjes appelsienen in het ronde gooien.

En ze dragen allemaal dezelfde voornaam: Gilles.

Die TRIAGE LAVOIR was ooit een zeer nuttig gebouw.

Het trieerde en waste kolen uit drie steenkoolmijnen die daar in de buurt lagen.
Dat gebeurde door  middel van een suspensie van water en magnetiet.  Deze vloeistof heeft een grotere dichtheid dan die van kolen, waardoor deze blijven drijven, terwijl de stenen naar de bodem zakken. De drijvende kolen werden door middel van schraapkettingen afgevoerd. Het magnetiet kon met behulp van magneten worden teruggewonnen en hergebruikt. Eenvoudig en vernuftig noemen we dat.

Het gebouw werd opgetrokken in 1954 en zou normaal dit jaar op pensioen mogen gaan, ware het niet dat het in 1969 al werkloos werd door het sluiten van de mijnen in de omgeving.

In Limburg ging die activiteit nog een tijdje door maar in Wallonië was het toen amen en uit.

Deze enorme Lavoir was er gekomen dank zij de leningen van het naoorlogse MARSHALL plan dat moest verhinderen dat we in Europa weer aan het vechten zouden slaan.
Investeren in de toenmalige sterke industrieën zoals kolen en staal stond bovenaan de Europese politieke agenda.

Dat gebouw lijkt van binnenuit een wirwar van kuipen, citernes en silo's, bruggen, hellingen en trappen, plateaus en werkvloeren.
Maar dat is niet zo.

Kijk, dat gebouw is ontworpen door ingenieurs wiens opdracht het was om zo efficiënt mogelijk die kolen te wassen.
Als ingenieurs aan zo'n opdracht beginnen is dat zonder franjes.
Dat gebouw zit dan logisch in elkaar, zonder omwegen bij elkaar gedacht.
De letterlijke vertaling van een industrieel proces.

De FFF-methode.

Form Follows Function.
Of ook Form Follows Finance, als u dat liever hoort.

Geef die opdracht aan architecten en dan pas zal u eens wat zien.

Een gebouw met een inkomhal, een ontvangstruimte, een gezellige werkhoek, rustruimtes, een vergaderruimte, bureau's voor de directie, wat bergruimte en helemaal op het einde de triage-lavoir.

In Binche hebben de ingenieurs er niet met appelsientjes naar gegooid: het is een degelijke structuur, rechttoe/rechtaan.
In tegenstelling tot nu, werd toen ook nog zuinig gerekend. Dat wil zeggen dat er niet meer beton en betonstaal berekend werd dan nodig was.
En zoveel was er niet nodig want het geheel was toch hyperstatisch; een magisch klinkend begrip waarbij ingenieurs een geruststellend vermoeden hadden dat ze begrepen wat het betekende.

Iets anders dan orthogonaal bedenken die mannen niet.
Tiens, waren daar toen geen vrouwen bij ?

Alles in dat gebouw is orthogonaal opgebouwd. Enkel de trappen en hellingen geven wat afleiding aan dit patroon. Maar ook die zijn telkens orthogonaal ingeplant.

Ik zei het al; iets anders kunnen die ingenieurs niet bedenken.
Het geeft je een beeld hoe de structuur van hun hersenen er moet uitzien.
In mijn gedachten toch.

Wat wel merkwaardig is: alles werd er opgetrokken in beton.
Dat is niet alleen duur, maar het gaat ook traag.

Een betongebouw trekt u in feite twee keer op: één keer in hout en dan één keer in beton. En nadien moet je dat houten gebouw nog afbreken.

Waarom niet in staal opgetrokken ? Ja, waarom niet in staal want Wallonië was toch het land van kolen èn staal. De klanten van de kolen waren toch de leveranciers van het staal ?

En een stalen constructie zou er toch veel vlugger gestaan hebben ?

Vragen waar ik niet direct een antwoord op weet, maar misschien was het staal dat in Charleroi en Luik gemaakt en verkocht werd, toen al te duur.
Wie zal het zeggen ?

Van 1969, het jaar waarin België groot was omdat Eddy Merckx de ene triomf na de andere mocht vieren en twee Amerikanen op de maan landden en ook naar huis terugkeerden, van toen af aan stond de TL werkloos op de omgeving te kijken.

Al wat ergens anders nuttig kon zijn, werd er uit geroofd en de ramen werden alle aan diggelen geslagen.

Nutteloze gebouwen verdienen niet beter.

In 2000 kwamen de slopers aardig dicht in de buurt.

Het werd een ZEN-gebouw. Een gebouw Zonder Economisch Nut. Het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling kreeg medelijden met betonnen karkas, en stond klaar met geld om het te slopen.

Vastberaden verdedigers van industrieel erfgoed kunnen soms harder vastberaden zijn dan het beton dat ze willen bewaren, want ze slaagden erin om het gebouw in 2001 op de voorlopige beschermingslijst te plaatsen.

Op 15 mei 2003 consacreerde de Waalse Regering de voorlopige bescherming tot definitief.

De buitenste betonschil werd tussen 2005 én 2008 voor 13 miljoen euro aangepakt tegen verder verval.

Tien jaar later moet gezegd dat op een substantieel aantal plaatsen de restauratiewerken nog eens overgedaan mogen worden. In die werken zat ook het plaatsen van nieuwe ramen en dubbel glas vervat.

In 2014 werd gestart met de bouw van een opslag depot dat aan de oost-zijde onder de grond werd aangelegd.

Dat is een afspraak met de Regie der Gebouwen die hier een depot wil organiseren voor, houd u vast :
• het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten
• het Koninklijk Museum voor Kunst en Geschiedenis
• het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen
• de Koninklijke Bibliotheek Albert I

Waarom u zich moet vasthouden ?
Voor zover ik hiermee vertrouwd ben zijn dit Nationale
Instellingen - federale overheidsdiensten - die in Brussel gevestigd zijn.  Waarom moet de overload van die instellingen naar een depot in Henegouwen verhuizen, een buurgemeente van Mons waar ene Elio Di Rupo burgemeester is en in de periode dat de verhuis beslist werd, uw en mijn eerste minister was ?

Di Rupo heeft het al langer in de mot: als België gesplitst of geconfedereerd wordt is er al plaats in Wallonië voorzien om de boedelscheiding te herbergen.

Zou onze erfgoed- en archeoloogliefhebber Geert Bourgois daar ook al voorzieningen voor getroffen hebben ?

Wie die ondergrondse depot gefinancierd heeft, is niet helemaal duidelijk maar het lijkt erop dat de nog steeds federale Regie der Gebouwen dat op zijn rekening genomen heeft.

Evenals de 16,3 miljoen euro die als voorschot gereserveerd zijn om de kosten van de grote schoonmaak binnen te bekostigen.

Dat zou gebeuren door de S.A. Tirage-lavoir du Centre, een in 2007 opgerichte vennootschap die de restauratie binnen zou aanvatten. Die TL du Centre is sindsdien ook eigenaar van het gebouw en heeft er geen wilde plannen mee.

Alleen gewone plannen.

Drie vierden van de oppervlakte zou gebruikt worden voor een centraal archeologisch depot dat naast studie- en documentatiecentrum ook de archeologische stalen zou bewaren.
Het vierde vierde zou gebruikt worden door het IFAPME - centrum voor beroepsopleiding voor hedendaagse kunst- en ambachtvormen.

Daarvoor moeten alle betonkuipen, silo's en troggen wel plaats maken voor plateau's waarop kan gewerkt worden want naarmate je in het gebouw stijgt vermindert het aantal vierkante meter.

Waarom je een gebouw met uiterst merkwaardige betoninstallaties moet bewaren om er dan alles uit te halen en te vervangen door plateau's is een redenering die ik eerder krom durf noemen.

Voor de beoogde gebruikers is het eenvoudiger, goedkoper en energiezuiniger in een nieuwbouw te investeren.

Ik was er recent met een handvol collega's architecten en ik kan u verzekeren, dan ruimt hun welgekende redelijkheid plaats voor op hol geslagen hallucinaties.



Er zijn er die zeggen dat dat komt omdat het gebouw doet denken aan Esher. Daar valt iets voor te zeggen en verklaart voor een deel de hallucinante ideeën die door hoger vermelde groep naar voor gebracht werden. Mij deed het eerder denken aan Giovanni Battista Piranesi, die architect die in de achttiende eeuw zijn boterham in Rome verdiende met het maken van tekeningen van Romeinse ruïnes en imaginaire ondergrondse kerkers.

Wat we ermee zouden doen als we het voor één symbolische euro in handen krijgen ?

Een dance-temple, een permanent Tomorrow-land, een paint-ball, een permanent scouts- of chirokamp, een bibliotheek voor overtollige boeken, een out-let shoppingcentre, een food-market, een permanent decor voor naaktfotografen, of permanente naaktmodellen voor hun fotografen, een pretland voor kinderen, een praatcafé, een museum van hedendaagse kunst, een bubbelbadcafé met bubbelbabbelwater, een verzamelplaats voor fichebakken waarin alle kennis van over heel de wereld bewaard wordt, een bezinningscentrum, een mundanemum, een permanente kermis, een museum over het kolenwassen,  een pretland voor volwassenen, een kunstenaarsatelier - tiens is dat niet iets voor Wim Delvoye - een reuze cloacaca, nog een food-market, een woonzorgcentrum, een architectuurschool met annex ingenieursopleiding, een pretland voor adolescenten, een permanent winter- en ijspaleis, een rusthuis en opvangcentrum voor doorgeslagen architecten.

Nog een idee ?

Als u door een van de reeds stukgeschoten ramen kijkt ziet u op drie kilometer dat ander betonwrak - La Tour Albert (klik) - het liftgebouw dat van dezelfde periode dateert en op een goede dag eens zal omvallen, hopelijk niet op de er langs gelegen weg.

Wat gaan we daar mee doen ? (klik) 

En in Beringen staat ook zo'n reusachtige kolenwasserij te wachten op vruchtbare ideeën en centen.








MULTIPLICATOR

Het moet zowat tien jaar geleden geweest zijn. Op de Permanente OnderwijsCommissie van onze faculteit uitte ik mijn ongenoegen over het feit dat uit een onderzoek bleek dat amper 3% van onze jongeren als ondernemer door het leven wil gaan. Dat percentage lag even hoog als in Rusland. Alle onze omringende landen scoorden op hun één been gemiddeld 6 à 7 %.

Onze Vlaamse jongeren waren onverzadigbaar lui geworden, leefden in een samenleving die er uitzag als één grote hangmat.
Waar zaten de durvers ?
Wie zou er in de toekomst nog ondernemen ?

Ik had die cijfers als lid van de RVB van Unizo zo maar in de POC gegooid.

Ehwel, geef jij dat vak maar, was het antwoord, je kunt het toch zo goed uitleggen.

Nooit gedacht dat ik op twee minuten tot missionaris zou gepromoveerd worden.

Enfin, tien jaar lang geef ik aan mijn studenten het vak management en ondernemen en zie eens hoe het aantal ondernemers in Vlaanderen in diezelfde periode gestegen is.
(RESULTATEN)

Toeval ?

Ik denk het niet.

Jamaar, zegt u dan, jij hebt toch geen 16.591 studenten gehad, laat staan dat je die allemaal tot ondernemen zou aangezet hebben.

Neen, het waren er iets minder.
Zonder de brossers zo'n duizend; inclusief brossers zo'n drieduizend.

Maar hebt u ooit al van het multiplicatoreffect gehoord ?