Het Ministerie van Openbare Werken is een nieuw experiment gestart.
Men vraagt aan de werklui enige creativiteit te ontwikkelen, voor die gevallen waar er wat materiaal tekort schoot bij het uitvoeren van die openbare werken.
Jaarlijks wordt een prijs uitgereikt voor de origineelste.
Deze maakt veel kans het dit jaar te halen.
Als u voor zondagavond de juiste coördinaten noorderbreedte en westerlengte weet door te geven op dit mailadres, dan maakt u kans op citytrip in die stad.
MAOFF - BEDRIJFSRESULTATEN
Bij MAOff maken de cursisten regelmatig simulaties.
Resultaatsimulaties bijvoorbeeld.
Alle overheadkosten inbrengen, de investeringen en dan, niet onbelangrijk, de loonmassa.
Want in een architectenbureau worden er nogal wat uren geproduceerd alvorens iedereen tevreden is over het resultaat.
Het bedrijfsresultaat is meestal wat anders.
Op de bovenste foto ziet dat bedrijfsresultaat er aanvankelijk nog blinkend goed uit. Dat merkt u aan de opgewekte gezichten.
Maar dan worden er blijkbaar wat correcties aangebracht, wat vergetelheden, zoals het terugbetalen van het vreemd vermogen.
En dan zien de resultaten er plots minder fraai uit.
Aan de gezichten te zien toch.
Beter ware het geweest als de foto's in omgekeerde volgorde zouden staan.
Meer weten over MAOff ? (KLIK)
Resultaatsimulaties bijvoorbeeld.
Alle overheadkosten inbrengen, de investeringen en dan, niet onbelangrijk, de loonmassa.
Want in een architectenbureau worden er nogal wat uren geproduceerd alvorens iedereen tevreden is over het resultaat.
Het bedrijfsresultaat is meestal wat anders.
Op de bovenste foto ziet dat bedrijfsresultaat er aanvankelijk nog blinkend goed uit. Dat merkt u aan de opgewekte gezichten.
Maar dan worden er blijkbaar wat correcties aangebracht, wat vergetelheden, zoals het terugbetalen van het vreemd vermogen.
En dan zien de resultaten er plots minder fraai uit.
Aan de gezichten te zien toch.
Beter ware het geweest als de foto's in omgekeerde volgorde zouden staan.
Meer weten over MAOff ? (KLIK)
STEDELIJKE VERLICHTING LV - BLINDE STRAATMUREN
Blinde straatmuren heten saai en a-sociaal te zijn.
Je kan niet zien wat er achter gebeurt.
Ze zijn het werkterrein voor grafitisch ingestelde kunstenaars; een ingesteldheid die lang niet door elke niet-grafitisch ingestelde burger gewaardeerd wordt.
Zeker niet in Brugge.
Daar hebben ze er iets op gevonden.
Ze laten er elke dag de zon schijnen op de overkant van de straat, met zijn regelmatige ramen, dubbel opendraaiend en met een vaste bovenwaaier.
Je kan niet zien wat er achter gebeurt.
Ze zijn het werkterrein voor grafitisch ingestelde kunstenaars; een ingesteldheid die lang niet door elke niet-grafitisch ingestelde burger gewaardeerd wordt.
Zeker niet in Brugge.
Daar hebben ze er iets op gevonden.
Ze laten er elke dag de zon schijnen op de overkant van de straat, met zijn regelmatige ramen, dubbel opendraaiend en met een vaste bovenwaaier.
TROMPE L'OEIL - XXXX - VICTOR HORTA I
Georgette had een lijf dat niet enkel de beeldhouwer
inspireerde; Georgette was ook de muze van Maurice Maeterlinck, Belgisch’
eerste en tot nu toe enige Nobelprijswinnaar literatuur.
Georgette was niet
alleen operazangeres maar ook zijn muze, with
benefits.
Het is mij nog steeds niet duidelijk hoe Maeterlynck
het aandurfde zijn Georgette met haar goddelijke lijf uit te lenen aan die Godefroid want die had de reputatie een succesrijke
dandy te zijn.
De sokkel van het beeld is van de hand van Victor
Horta.
Horta en De Vreese waren goed bevriend, jaren lang.
Voor
heel wat beelden van De Vreese ontwierp Horta de sokkels. De sukkel.
Op de foto hiernaast ziet u een bijeenkomst bij
kunstverzamelaar van Cutsem.
De tweede van links, zittend
is Godefroid De Vreese.
Achter hem staat Victor Horta.
De Vreese is een geboren amuseur,
zie maar hoe de twee vrouwen naast hem smakelijk lachen om zijn grappen.
Op het ogenblik van de foto deelt zij al tien jaar de lakens
met De Vreese; Horta weet zoals alle horendragers op dat ogenblik nog van niets.
Dat is op de foto heel duidelijk.
Horta werkte zich al die jaren dag en nacht krom in zijn atelier, kende geen rust.
Als bezetene
tekende en hertekende hij de klok rond alle details tot in de laatste krullen uit
voor de steenkappers, of de smeden.
Dat heb je nu eenmaal als je onsterfelijk wil worden als dè paus
van de art-nouveau.
Dat krijg je ook als je daardoor je jonge bevallige vrouw
alle pap ontneemt die ze zo lust; pap die ze dan noodgedwongen bij een ander gaat proeven.
Naar verluid had mevrouw Heyse nog andere minnaars, of
hadden andere mannen mevrouw Heyse als minnares.
Een beetje later krijgt Horta lucht van de affaire.
Zijn
vrouw begot, en dan nog met zijn beste vriend.
Waar hebben we dat nog gehoord ?
Het komt tot een vechtscheiding in 1906.
Horta bouwt op dat ogenblik zijn huis met ernaast zijn atelier.
Het atelier komt op naam te staan van Jules Hiclet, zijn trouwe
medewerker, want mevrouw Heyse mag op dat ogenblik niet weten wat haar ex-Victor echt
bezit.
Hij verlaat zelfs zijn huis en duikt onder in de berging van
het atelier.
Later zal hij met de Zweedse Julia Carlsson hertrouwen. In een alles behalve art nouveau-decor, zo te zien.
WERFCONTROLE - VERDWENEN BEKISTERS
Soms gaan bekisters zo op in hun werk dat ze er veel voor over hebben.
Zoals hier.
In volle winter - bijtende kou - en dan zijn handschoenen gebruiken om een opening te dichten en te beletten dat het beton er uit gulpt.
Dat zijn mannen waar je kunt op rekenen.
Zoals hier.
In volle winter - bijtende kou - en dan zijn handschoenen gebruiken om een opening te dichten en te beletten dat het beton er uit gulpt.
Dat zijn mannen waar je kunt op rekenen.
STEDELIJKE VERDICHTING LIV - RENAAT BRAEM
Ik heb de man nog een lezing horen geven toen ik nog student was; een eeuwigheid geleden dus.
Wat ik er mij van herinner is vooral die naïeve benadering van architectuur waarin plastische en vormelijke elementen moesten bijdragen tot het geluk en een optimistische kijk op het leven, voor de mensen die er in woonden en er naar keken.
De weldoende hand van de ontwerper als meerwaarde voor de bewoner.
Dat klopte wel in een aantal gevallen van individuele woningen - onder meer dat slakvormig huis dat hij voor zijn secretaresse en haar gezin bouwde - maar voor de sociale woningbouwcomplexen die hij neerzette kan men daar wel wat vraagtekens bij bedenken.
Hij was ook zeer gevoelig voor de aarzelende kritiek die enkele studenten uitten over de toch bombastische monumentaliteit van het politiekantoor van Antwerpen of de sociale woontoren in Sint-Maartensdal bij Leuven.
Het was jammer, vond een licht geïrriteerde Braem, dat we die symboliek niet snapten.
Die zogenaamde monumentaliteit was deel geworden van de woon- en leefcultuur van de arbeiders.
Het was geen exclusief element meer van de bezittende klasse.
Dat we dat niet begrepen, zeg.
Onbeschaamd en overmoedig vonden we nadien dat hij gelijk had met België als lelijkste land ter wereld te bestempelen; mede dank zij zijn architecturale bijdrage.
Grof en ongenuanceerd zijn is onlosmakelijk verbonden aan student zijn.
Toen ons onlangs de kans geboden werd, was ik wel eens benieuwd naar zijn eigen woning met atelier.
Gebouwd in 1957 op de kop van een reeks rijwoningen in Deurne, drie bouwlagen, groot genoeg voor een gezin, maar een beetje krap voor gezin plus atelierruimte.
Renaat Braem toont hier een aantal oplossingen die toen niet echt nieuw of origineel waren, maar door hun combinatie leidden tot een resultaat dat zeker nauw aansluit bij zijn wijze van denken: het maximum aan ruimtegevoel opwekken met een minimum aan middelen.
Zowel zijn socialistische achtergrond en zijn niet ongelimiteerde middelen noopten hem daartoe.
Daarom duikt het atelier half in de tuin, die hij ook een drietal treden verlaagd had.
Het atelier baadt in het licht en heeft een gaanderij.
In een interview zegt hij hierover dat jonge architecten wel stonden te springen om in zo'n mooi atelier te komen werken.
Nou moe, ik heb ook een deel van mijn stage vertoefd in zo'n half onder de grond ingegraven atelier waar je op ooghoogte naar de paardenbloemen keek; ik was blij toen ik opgeroepen werd om mijn dienstplicht te gaan vervullen en deze catacomben achter mij mocht laten.
Wat opvalt is dat hier veel grote gebouwen in zo'n klein atelier geboren zijn; dat hier gemakkelijk drie, vier mensen permanent aan het werk waren.
Vandaag zou je voor hetzelfde aantal mensen minstens het dubbele aan ruimte nodig hebben, zelfs al hebben we nu genoeg aan één of twee schermen die merkelijk kleiner waren dan de veel grotere
tekentafels.
Zelfs nu we documenten opslaan op de server, on line documentatie raadplegen en in principe ook hiervoor minder ruimte nodig hebben.
Voor S-A, die er ook bij was, was dit een retourticket naar haar jeugd, die ze doorbracht in het architectenatelier van haar papa.
Zelfde schaal, zelfde sfeer.
Met een lichte brok in de keel, hoorde ik het haar zeggen.
En vochtig wordende ogen.
Kinderen die mogen opgroeien in zo'n tastbaar creatieve omgeving kunnen erover getuigen: onvervangbaar erfgoed.
De woning is nu bewoond erfgoed, door mensen die in hun hart een warme plek hebben voor Renaat Braem.
Met dank aan ARCHIPEL.
Wat ik er mij van herinner is vooral die naïeve benadering van architectuur waarin plastische en vormelijke elementen moesten bijdragen tot het geluk en een optimistische kijk op het leven, voor de mensen die er in woonden en er naar keken.
De weldoende hand van de ontwerper als meerwaarde voor de bewoner.
Dat klopte wel in een aantal gevallen van individuele woningen - onder meer dat slakvormig huis dat hij voor zijn secretaresse en haar gezin bouwde - maar voor de sociale woningbouwcomplexen die hij neerzette kan men daar wel wat vraagtekens bij bedenken.
Hij was ook zeer gevoelig voor de aarzelende kritiek die enkele studenten uitten over de toch bombastische monumentaliteit van het politiekantoor van Antwerpen of de sociale woontoren in Sint-Maartensdal bij Leuven.
Het was jammer, vond een licht geïrriteerde Braem, dat we die symboliek niet snapten.
Die zogenaamde monumentaliteit was deel geworden van de woon- en leefcultuur van de arbeiders.
Het was geen exclusief element meer van de bezittende klasse.
Dat we dat niet begrepen, zeg.
De garage is nu video-ruimte geworden. |
Grof en ongenuanceerd zijn is onlosmakelijk verbonden aan student zijn.
Toen ons onlangs de kans geboden werd, was ik wel eens benieuwd naar zijn eigen woning met atelier.
Gebouwd in 1957 op de kop van een reeks rijwoningen in Deurne, drie bouwlagen, groot genoeg voor een gezin, maar een beetje krap voor gezin plus atelierruimte.
Renaat Braem toont hier een aantal oplossingen die toen niet echt nieuw of origineel waren, maar door hun combinatie leidden tot een resultaat dat zeker nauw aansluit bij zijn wijze van denken: het maximum aan ruimtegevoel opwekken met een minimum aan middelen.
Zowel zijn socialistische achtergrond en zijn niet ongelimiteerde middelen noopten hem daartoe.
Daarom duikt het atelier half in de tuin, die hij ook een drietal treden verlaagd had.
Het atelier baadt in het licht en heeft een gaanderij.
In een interview zegt hij hierover dat jonge architecten wel stonden te springen om in zo'n mooi atelier te komen werken.
Nou moe, ik heb ook een deel van mijn stage vertoefd in zo'n half onder de grond ingegraven atelier waar je op ooghoogte naar de paardenbloemen keek; ik was blij toen ik opgeroepen werd om mijn dienstplicht te gaan vervullen en deze catacomben achter mij mocht laten.
Wat opvalt is dat hier veel grote gebouwen in zo'n klein atelier geboren zijn; dat hier gemakkelijk drie, vier mensen permanent aan het werk waren.
Vandaag zou je voor hetzelfde aantal mensen minstens het dubbele aan ruimte nodig hebben, zelfs al hebben we nu genoeg aan één of twee schermen die merkelijk kleiner waren dan de veel grotere
tekentafels.
Zelfs nu we documenten opslaan op de server, on line documentatie raadplegen en in principe ook hiervoor minder ruimte nodig hebben.
Voor S-A, die er ook bij was, was dit een retourticket naar haar jeugd, die ze doorbracht in het architectenatelier van haar papa.
Zelfde schaal, zelfde sfeer.
Met een lichte brok in de keel, hoorde ik het haar zeggen.
En vochtig wordende ogen.
Kinderen die mogen opgroeien in zo'n tastbaar creatieve omgeving kunnen erover getuigen: onvervangbaar erfgoed.
De woning is nu bewoond erfgoed, door mensen die in hun hart een warme plek hebben voor Renaat Braem.
Met dank aan ARCHIPEL.
TROMPE L'OEIL XIVL - MIMESIS
We vertonen allemaal één of ander nabootsgedrag.
Zelfs, zelfs indien we onszelf een sterke onverwoestbare persoonlijkheid vinden, nauwelijks beïnvloedbaar door om het even wat. Een leven, enkel gevoed door onze eigen wil, onze eigen gedachten en onze eigen daden.
Dat dacht u maar.
We vertonen meer mimesisgedrag dan we willen toegeven.
Zelfs door het te willen ontkennen nemen we het gedrag en de argumenten over van de groep van ontkenners.
Nabootsing hoeft - volgens de wetenschappers - niet altijd klak hetzelfde zijn als het origineel.
Er mag wat afwijking op zitten.
Bij voorkeur zelfs.
Mimesis, het overnemen van gedragingen van anderen bezorgt ons anders wel wat zekerheid.
Toegeven dat we dat bij anderen zouden lenen, dat vinden we niet prettig.
Zelfs, zelfs indien we onszelf een sterke onverwoestbare persoonlijkheid vinden, nauwelijks beïnvloedbaar door om het even wat. Een leven, enkel gevoed door onze eigen wil, onze eigen gedachten en onze eigen daden.
Dat dacht u maar.
We vertonen meer mimesisgedrag dan we willen toegeven.
Zelfs door het te willen ontkennen nemen we het gedrag en de argumenten over van de groep van ontkenners.
Nabootsing hoeft - volgens de wetenschappers - niet altijd klak hetzelfde zijn als het origineel.
Er mag wat afwijking op zitten.
Bij voorkeur zelfs.
Mimesis, het overnemen van gedragingen van anderen bezorgt ons anders wel wat zekerheid.
Toegeven dat we dat bij anderen zouden lenen, dat vinden we niet prettig.
WERFCONTROLE - ARCHEOLOGISCH ERFGOED
Ik mag u uitnodigen om heel aandachtig naar deze foto te kijken.
En met heel aandachtig bedoel ik dan ook: hèèl aandachtig.
Opperste concentratie graag.
Als u op de vertikale wand kan aanduiden waar er iets archeologisch interessants te zien is, wel dan bent u een archeologische crack.
Daar hoort dan een traktatie bij.
Ons was het ontgaan maar de werken liggen nu eventjes stil om het verder te onderzoeken.
Voor de goede orde: het is het Lupulus-project in Asse aan de Hopmarkt.
En met heel aandachtig bedoel ik dan ook: hèèl aandachtig.
Opperste concentratie graag.
Als u op de vertikale wand kan aanduiden waar er iets archeologisch interessants te zien is, wel dan bent u een archeologische crack.
Daar hoort dan een traktatie bij.
Ons was het ontgaan maar de werken liggen nu eventjes stil om het verder te onderzoeken.
Voor de goede orde: het is het Lupulus-project in Asse aan de Hopmarkt.
STEDELIJKE VERDICHTING LIV - FIETSSTAD
Dit is toch godgeklaagd.
Een student - wie weet hoe lang heeft hij hier voor gespaard ? - is het grootste deel zijn fiets kwijt bij het stallen onder een afdak op de campus Sint-Lucas van de KULeuven in Gent; Gent-fietsstad, weet je wel.
Jaja, er blijft nog iets van over. Een zuur souvenier aan betere tijden.
Je moet maar niet met zo'n flashy fiets rijden voor dagelijks gebruik, hoor je dan, natuurlijk dat ze die dan stelen.
Hoezo, natuurlijk ?
Je kiest dus maar beter een lelijk lief voor dagelijks gebruik, dan ben je ook zeker dat ze die van jou niet inpakken.
Je moet zo'n fiets met kader en al stevig aan een paal vastmaken.
Wel, dat ze daar op die campus er godverdomme dan maar vlug werk van maken. Studenten de kans geven zich te beschermen tegen smerige dieven is een verantwoorde eis.
Bij de decaan moeten ze niet gaan klagen want die zet zijn fiets nooooooit in de fietsstalling; hij plooit die steevast naast zijn bureau.
Hoe lang gaan de studenten dit nog slikken ?
Een student - wie weet hoe lang heeft hij hier voor gespaard ? - is het grootste deel zijn fiets kwijt bij het stallen onder een afdak op de campus Sint-Lucas van de KULeuven in Gent; Gent-fietsstad, weet je wel.
Jaja, er blijft nog iets van over. Een zuur souvenier aan betere tijden.
Je moet maar niet met zo'n flashy fiets rijden voor dagelijks gebruik, hoor je dan, natuurlijk dat ze die dan stelen.
Hoezo, natuurlijk ?
Je kiest dus maar beter een lelijk lief voor dagelijks gebruik, dan ben je ook zeker dat ze die van jou niet inpakken.
Je moet zo'n fiets met kader en al stevig aan een paal vastmaken.
Wel, dat ze daar op die campus er godverdomme dan maar vlug werk van maken. Studenten de kans geven zich te beschermen tegen smerige dieven is een verantwoorde eis.
Bij de decaan moeten ze niet gaan klagen want die zet zijn fiets nooooooit in de fietsstalling; hij plooit die steevast naast zijn bureau.
Hoe lang gaan de studenten dit nog slikken ?
TROMPE L'OEIL XIIIL - KATE BARRY
Het bushokje dat u hier ziet zullen we niet meteen als hoogstaande architectuur omschrijven. Rechttoe, rechtaan, eenvoudig en o zo sober.
Geen grafiti, toch niet langs deze zijde.
Het wordt wel architectuur door het standpunt van de fotografe.
Ze heeft net dit punt gekozen dat je op ooghoogte door de twee uitsparingen kijkt.
Die boom groeit er als een gezwel naast.
Je neemt dit soort foto's niet al tetterend, rijdend in een auto van de ene rusteloze stad naar de andere.
Je moet heel opmerkzaam zijn.
En geduld hebben want niets zegt dat hier geen auto's en bussen langs rijden.
Als je maar lang genoeg wacht kom je tot zo'n eenzaam leeg moment, een dode natuur.
De fotografe, Kate Barry was de dochter van John Barry (componist van heel veel James Bond muziekjes) en Jane Birkin.
Die laatste hoef ik niet voor te stellen, denk ik.
Jane voedde Kate op samen met haar dochter Charlotte, voorwaar niet meteen makkelijk in een jetset-omgeving. Op haar achtentwintigste werd Kate fotografe voor Vogue, Elle, Vanity Fair; voorwaar niet meteen het soort bladen die gekend zijn voor het publiceren van bovenstaande foto's.
Deze foto maakte deel uit van haar laatste tentoonstelling POINT of VIEW / NATURES MORTES.
Ze was toen 46 en stierf kort daarna, alleen, op haar appartement in Parijs in een wolk van anti-depressiva.
Kijkt u nu eens opnieuw naar deze foto en wedden dat u er andere gedachten bij heeft dan zojuist ?
Geen grafiti, toch niet langs deze zijde.
Het wordt wel architectuur door het standpunt van de fotografe.
Ze heeft net dit punt gekozen dat je op ooghoogte door de twee uitsparingen kijkt.
Die boom groeit er als een gezwel naast.
Je neemt dit soort foto's niet al tetterend, rijdend in een auto van de ene rusteloze stad naar de andere.
Je moet heel opmerkzaam zijn.
En geduld hebben want niets zegt dat hier geen auto's en bussen langs rijden.
Als je maar lang genoeg wacht kom je tot zo'n eenzaam leeg moment, een dode natuur.
De fotografe, Kate Barry was de dochter van John Barry (componist van heel veel James Bond muziekjes) en Jane Birkin.
Die laatste hoef ik niet voor te stellen, denk ik.
Jane voedde Kate op samen met haar dochter Charlotte, voorwaar niet meteen makkelijk in een jetset-omgeving. Op haar achtentwintigste werd Kate fotografe voor Vogue, Elle, Vanity Fair; voorwaar niet meteen het soort bladen die gekend zijn voor het publiceren van bovenstaande foto's.
Deze foto maakte deel uit van haar laatste tentoonstelling POINT of VIEW / NATURES MORTES.
Ze was toen 46 en stierf kort daarna, alleen, op haar appartement in Parijs in een wolk van anti-depressiva.
Kijkt u nu eens opnieuw naar deze foto en wedden dat u er andere gedachten bij heeft dan zojuist ?
WERFCONTROLE X - ONDERSCHOEIIEN
Het is een beetje een merkwaardige term: onderschoeiien.
Komt eigenlijk van het beschoeien waarbij oevers van rivieren of kanalen verstevigd werden door het inheien van palen en plankjes ertussen gewrongen werden, om te beletten dat die oevers inkalven.
Het zal u dan ook niet verwonderen dat de term uit Nederland komt.
Later is daar onderschoeiien bijgekomen toen men stouter werd en constructies wou maken, dieper dan de bestaande
Het is een specialisatie en diegenen die het moeten uitvoeren mogen niet al te claustrofobisch zijn.
Die graven moten uit van iets meer dan één meter uit, moeten dan de grond er rond stutten en al alles klaar is, heel de zone onder de bestaande constructie ondermetselen of volstorten met beton.
Soms meters diep.
Een beetje respect als u weer eens gebruik maakt van zo'n ondergrondse constructies zou niet misplaatst zijn, want het zijn dappere lui die zoiets voor elkaar krijgen.
Veel inspanningen die nauwelijks met de aandacht gaan lopen die ze eigenlijk wel verdienen.
Komt eigenlijk van het beschoeien waarbij oevers van rivieren of kanalen verstevigd werden door het inheien van palen en plankjes ertussen gewrongen werden, om te beletten dat die oevers inkalven.
Het zal u dan ook niet verwonderen dat de term uit Nederland komt.
Later is daar onderschoeiien bijgekomen toen men stouter werd en constructies wou maken, dieper dan de bestaande
Het is een specialisatie en diegenen die het moeten uitvoeren mogen niet al te claustrofobisch zijn.
Die graven moten uit van iets meer dan één meter uit, moeten dan de grond er rond stutten en al alles klaar is, heel de zone onder de bestaande constructie ondermetselen of volstorten met beton.
Soms meters diep.
Een beetje respect als u weer eens gebruik maakt van zo'n ondergrondse constructies zou niet misplaatst zijn, want het zijn dappere lui die zoiets voor elkaar krijgen.
Veel inspanningen die nauwelijks met de aandacht gaan lopen die ze eigenlijk wel verdienen.
STEDELIJKE VERDICHTING LIII - TORHOUT
Sinds 2013 hebben ze in Torhout een nieuw stadskantoor.
Stadskantoor, het klinkt minder afstandelijk dan administratief centrum of stadhuis, maar in de praktijk komt het wel een beetje op hetzelfde neer.
De architect - Gino De Bruyne - maakte er wel een lekker swingend gebouw van. Niet uitbundig swingend maar zwierig genoeg, geheel in de lijn van de soberheid die ontwerper als figuur zelf uitstraalt.
Je zou het hem niet zo direct aangeven maar hij heeft van die pretoogjes en weet met leuke knipoogjes van een gebouw dat geen macht meer mag uitstralen, een kantoor te maken waar je als burger graag komt vragen wat je wil.
Loketfuncties, ze zullen in de toekomst meer en meer verdwijnen maar dat hoeft hier geen bezwaar te zijn.
Het gebouw is erop gericht om ook de medewerkers - de ambtenaren - alle kansen te geven met elkaar te communiceren - een babbeltje te slaan - wat bevorderlijk is voor een vlot verloop van administratieve procedures.
Het centrale atrium dat hiervoor zorgt kan ook dienen om uiteenzettingen te geven of ontmoetingen op lokaal niveau mogelijk te maken.
Daglicht is er dank zij het atrium lekker zacht aanwezig; een basiscomfort dat vaak om economische redenen weggesneden wordt.
Hier gelukkig niet.
Zou er een wetenschappelijk aantoonbaar verband bestaan tussen werktevredenheid, oplossinggerichtheid en de hoeveelheid daglicht in de werkruimte ?
Een gebouw dat aan de buitenkant ook een plint heeft die noch afstoot noch uitnodigt maar gewoon comfortabel is voor de gebruikers.
Ook dat is vaak een teer punt bij nieuwe gebouwen.
En voor de rest: de zinken tegels doen schitterend hun werk.
Over dit gebouw las ik volgende zinnen - in loepzuiver Sint-Lucathees : ... een stadskantoor schuift zich als een paviljoen tussen en onder ... / .. het tilt zich visueel op van haar gelijkvloerse niveau ....
Het antropomorfisme klotst hier tegen de plinten op.
Gebouwen, ze worden soms beschreven in een soort Nederlands, als wezens die niet goed weten hoe ze er uit zien.
Een gebouw dat werkt als een raam dat open staat verdient beter.
Stadskantoor, het klinkt minder afstandelijk dan administratief centrum of stadhuis, maar in de praktijk komt het wel een beetje op hetzelfde neer.
De architect - Gino De Bruyne - maakte er wel een lekker swingend gebouw van. Niet uitbundig swingend maar zwierig genoeg, geheel in de lijn van de soberheid die ontwerper als figuur zelf uitstraalt.
Je zou het hem niet zo direct aangeven maar hij heeft van die pretoogjes en weet met leuke knipoogjes van een gebouw dat geen macht meer mag uitstralen, een kantoor te maken waar je als burger graag komt vragen wat je wil.
Loketfuncties, ze zullen in de toekomst meer en meer verdwijnen maar dat hoeft hier geen bezwaar te zijn.
Het gebouw is erop gericht om ook de medewerkers - de ambtenaren - alle kansen te geven met elkaar te communiceren - een babbeltje te slaan - wat bevorderlijk is voor een vlot verloop van administratieve procedures.
Het centrale atrium dat hiervoor zorgt kan ook dienen om uiteenzettingen te geven of ontmoetingen op lokaal niveau mogelijk te maken.
Daglicht is er dank zij het atrium lekker zacht aanwezig; een basiscomfort dat vaak om economische redenen weggesneden wordt.
Hier gelukkig niet.
Zou er een wetenschappelijk aantoonbaar verband bestaan tussen werktevredenheid, oplossinggerichtheid en de hoeveelheid daglicht in de werkruimte ?
Een gebouw dat aan de buitenkant ook een plint heeft die noch afstoot noch uitnodigt maar gewoon comfortabel is voor de gebruikers.
Ook dat is vaak een teer punt bij nieuwe gebouwen.
En voor de rest: de zinken tegels doen schitterend hun werk.
Over dit gebouw las ik volgende zinnen - in loepzuiver Sint-Lucathees : ... een stadskantoor schuift zich als een paviljoen tussen en onder ... / .. het tilt zich visueel op van haar gelijkvloerse niveau ....
Het antropomorfisme klotst hier tegen de plinten op.
Gebouwen, ze worden soms beschreven in een soort Nederlands, als wezens die niet goed weten hoe ze er uit zien.
Een gebouw dat werkt als een raam dat open staat verdient beter.
TROMPE L'OEIL XXXXII - L'EFFORT
Hier ziet u hoe kunstenaars zich verenigen rond hun model, elk met hun eigen invalshoek en het model met een redelijk angstige uitvalshoek.
L'EFFORT was één van die vrije academies, opgericht in Brussel in de tweede helft van XIX° eeuw, boven de zaak van Hubert Bellis, die zichzelf kunstschilder noemde, om te genieten van zijn leven, maar in de dagelijkse sleur paintre-décorateur was aan de Brandhoutkaai nr 31.
Zoals zovelen toen zouden zij zich losrukken van het academisme en de kunsten vrij hun gang laten gaan.
Een mens kan zich afvragen waarom ze dan nog een model nodig hadden zoals in de academies, maar misschien inspireerde de dame wel op andere niveau's het denken van die dertien kunstenaars.
Misschien wel in combinatie met een piano.
De fotograaf, nummer veertien, had wel iets beter zijn best kunnen doen om het model zo niet over te belichten opdat haar kunstige vormen en fraaie gezicht beter tot uiting zouden komen.
L'EFFORT heeft een leven gekend van vele bovenzaaltjes, naar het schijnt ook boven De Zwaan aan de Grote Markt, waar netjes geklede mannen elkaars kunnen en kunde bespraken.
Marx en Engels ook overigens.
Kijk ook eens naar de muren waar u hun tekeningen ziet hangen, misschien wel van deze heren, en op de lezenaar ziet u echt ook wel een partituur.
Niet direct een kunstenaarsatelier, met heren achter hun schildersezel en dito schort, maar soit.
Vandaag zou daar op de sociale media wel andere commentaar ontploffen.
De inspanningen van L'EFFORT zijn blijven voortduren tot WO I.
Een paar van die leden hebben wèl naam gemaakt: Willem Paerels, Ferdinand Schirren en Rik Wouters.
Beenhouwers, wonende in de buurt van slachthuizen, met enkel dierlijke lusten, zo zou broeder Marès - stichter van de Sint-Lucasscholen - deze burgermannetjes genoemd hebben. (KLIK)
Met dank aan Eric Min.
De foto behoort tot de collectie van Ever Meulen.
DE ZWAAN - BRUSSEL |
L'EFFORT was één van die vrije academies, opgericht in Brussel in de tweede helft van XIX° eeuw, boven de zaak van Hubert Bellis, die zichzelf kunstschilder noemde, om te genieten van zijn leven, maar in de dagelijkse sleur paintre-décorateur was aan de Brandhoutkaai nr 31.
Zoals zovelen toen zouden zij zich losrukken van het academisme en de kunsten vrij hun gang laten gaan.
Een mens kan zich afvragen waarom ze dan nog een model nodig hadden zoals in de academies, maar misschien inspireerde de dame wel op andere niveau's het denken van die dertien kunstenaars.
Misschien wel in combinatie met een piano.
De fotograaf, nummer veertien, had wel iets beter zijn best kunnen doen om het model zo niet over te belichten opdat haar kunstige vormen en fraaie gezicht beter tot uiting zouden komen.
L'EFFORT heeft een leven gekend van vele bovenzaaltjes, naar het schijnt ook boven De Zwaan aan de Grote Markt, waar netjes geklede mannen elkaars kunnen en kunde bespraken.
Marx en Engels ook overigens.
FERDINAND SCHIRREN |
Niet direct een kunstenaarsatelier, met heren achter hun schildersezel en dito schort, maar soit.
Vandaag zou daar op de sociale media wel andere commentaar ontploffen.
De inspanningen van L'EFFORT zijn blijven voortduren tot WO I.
Een paar van die leden hebben wèl naam gemaakt: Willem Paerels, Ferdinand Schirren en Rik Wouters.
Beenhouwers, wonende in de buurt van slachthuizen, met enkel dierlijke lusten, zo zou broeder Marès - stichter van de Sint-Lucasscholen - deze burgermannetjes genoemd hebben. (KLIK)
Met dank aan Eric Min.
De foto behoort tot de collectie van Ever Meulen.
Abonneren op:
Posts (Atom)