STEDELIJKE VERDICHTING LIV - RENAAT BRAEM

Ik heb de man nog een lezing horen geven toen ik nog student was; een eeuwigheid geleden dus.

Wat ik er mij van herinner is vooral die naïeve benadering van architectuur waarin plastische en vormelijke elementen moesten bijdragen tot het geluk en een optimistische kijk op het leven, voor de mensen die er in  woonden en er naar keken.

De weldoende hand van de ontwerper als meerwaarde voor de bewoner.

Dat klopte wel in een aantal gevallen van individuele woningen - onder meer dat slakvormig huis dat hij voor zijn secretaresse en haar gezin bouwde - maar voor de sociale woningbouwcomplexen die hij neerzette kan men daar wel wat vraagtekens bij bedenken.

Hij was ook zeer gevoelig voor de aarzelende kritiek die enkele studenten uitten over de toch bombastische monumentaliteit van het politiekantoor van Antwerpen of de sociale woontoren in Sint-Maartensdal bij Leuven.

Het was jammer, vond een licht geïrriteerde Braem, dat we die symboliek niet snapten.

Die zogenaamde monumentaliteit was deel geworden van de woon- en leefcultuur van de arbeiders.
Het was geen exclusief element meer van de bezittende klasse.

Dat we dat niet begrepen, zeg.

De garage is nu video-ruimte geworden.
Onbeschaamd en overmoedig vonden we nadien dat hij gelijk had met België als lelijkste land ter wereld te bestempelen; mede dank zij zijn architecturale bijdrage.

Grof en ongenuanceerd zijn is onlosmakelijk verbonden aan student zijn.

Toen ons onlangs de kans geboden werd, was ik wel eens benieuwd naar zijn eigen woning met atelier.

Gebouwd in 1957 op de kop van een reeks rijwoningen in Deurne, drie bouwlagen, groot genoeg voor een gezin, maar een beetje krap voor gezin plus atelierruimte.

Renaat Braem toont hier een aantal oplossingen die toen niet echt nieuw of origineel waren, maar door hun combinatie leidden tot een resultaat dat zeker nauw aansluit bij zijn wijze van denken: het maximum aan ruimtegevoel opwekken met een minimum aan middelen.

Zowel zijn socialistische achtergrond en zijn niet ongelimiteerde middelen noopten hem daartoe.

Daarom duikt het atelier half in de tuin, die hij ook een drietal treden verlaagd had.

Het atelier baadt in het licht  en heeft een gaanderij.

In een interview zegt hij hierover dat jonge architecten wel stonden te springen om in zo'n mooi atelier te komen werken.

Nou moe, ik heb ook een deel van mijn stage vertoefd in zo'n half onder de grond ingegraven atelier waar je op ooghoogte naar de paardenbloemen keek; ik was blij toen ik opgeroepen werd om mijn dienstplicht te gaan vervullen en deze catacomben achter mij mocht laten.

Wat opvalt is dat hier veel grote gebouwen in zo'n klein atelier geboren zijn; dat hier gemakkelijk drie, vier mensen permanent aan het werk waren.

Vandaag zou je voor hetzelfde aantal mensen minstens het dubbele aan ruimte nodig hebben, zelfs al hebben we nu genoeg aan één of twee schermen die merkelijk kleiner waren dan de veel grotere
tekentafels.

Zelfs nu we documenten opslaan op de server, on line documentatie raadplegen en in principe ook hiervoor minder ruimte nodig hebben.

Voor S-A, die er ook bij was, was dit een retourticket naar haar jeugd, die ze doorbracht in het architectenatelier van haar papa.

Zelfde schaal, zelfde sfeer.

Met een lichte brok in de keel, hoorde ik het haar zeggen.
En vochtig wordende ogen.

Kinderen die mogen opgroeien in zo'n tastbaar creatieve omgeving kunnen erover getuigen: onvervangbaar erfgoed.

De woning is nu bewoond erfgoed, door mensen die in hun hart een warme plek hebben voor Renaat Braem.
Met dank aan ARCHIPEL. 



Geen opmerkingen:

Een reactie posten