Langs de straatzijde was er niets te zien, in de tuin een ruïne en langs de overzijde aan de Bijlokekaai dit: één begroeide groene ruïne.
Ooit was het een huis geweest aan de waterkant, met een balkonnetje. Of een atelier ?
Wat nog het meest charmeerde was dat trapje vanuit de tuin dat rechtstreeks aan de Leie uitkwam.
Ik waande mij in een Zuid-Italiaans dorpje ergens aan de Middellandse zeekust.
Natuurlijk kon je daar iets van maken. Maar wat ?
Ik moet overigens iets bekennen.
Reeds van in mijn studententijd vind ik die achterkant van de Kortrijksepoortstraat, één van de boeiendste stadsgedeelten van Gent.
Verwaande architecten die nu op non actief zouden moeten staan, hadden daar in de jaren '70 een trambedding gepland maar gelukkig is dat er nooit van gekomen.
Maar telkens ik daar voorbij fietste klonk het in mijn hoofd: hier wil ik ooit iets doen.
En voilà.
Stedenbouw ging akkoord op basis van een foto die we terugvonden over dat pand.
Sarah en Noëmie Carlier waren er minstens op 29 april in 1901 langs geweest.
Op het toen al bouwvallig pand stond in 1901 geen dak meer.
We mochten de vorm behouden en fantaseren over wat er op mocht komen.
Eén voorwaarde echter : bescheiden blijven.
Met die voorwaarde kon ik leven.
Ik schetste wat ik daar graag zag en het was ok.
Een sober ogend dak met terras mocht. Feestelijk bescheiden noem ik het.
Het programma was eenvoudig : een woning voor Mia en de liefde van haar leven.
Mia had het licht gezien.
Dat het geen makkelijke opdracht zou worden wist ik al meteen.
Dat het boeiend zou worden zag je zo.
Stabiliteit was een probleem, wooncomfort was een probleem, de riolering was een probleem.
Maar problemen zijn er om opgelost te worden.
Toen we er aan begonnen zag het er al vlug zo uit.
Het was niet altijd een toonvoorbeeld van een efficiënt georganiseerde werf maar de beperktheid van het terrein liet dat ook niet altijd toe.
Ik kwam er graag. Het is het soort werven waar je veel aanwezig moet zijn of het loopt fout.
Op een dag zag ik Mia en haar grote liefde op hun terras staan, kijken of het wel goed was.
Zo'n foto laat je niet liggen.
Er zijn zo om en bij de honderd van dit soort schetsen en details getekend.
Samen met Mia en haar grote liefde rond de werktafel.
Geef mij een potlood - stift mag ook - en een blad papier en de gedachten stromen zo op het blad.
Op een dag komen Mia en haar grote liefde binnen op bureau en hij legt een schets voor van een vriend die de tuinaanleg zou doen. Hij vroeg mij wat ik ervan vond.
Het was vooral Mia die aan mijn gezicht zag dat het mij geen fluit aanstond.
Nou het hoefde niet per sé dat te zijn. Ik mocht er gerust eens over nadenken.
En tijdens het daaropvolgende week-end kwam het: water.
Water was er achteraan, enkel bereikbaar via dat trapje. Voor de rest was het vooral kijkwater.
Er moest dus ook water in de tuin komen.
En je moest over het water kunnen lopen, met een shelter erbij. Ook het water moest kunnen lopen.
Ik legde mijn tekening voor, een beetje op mijn hoede voor hun reactie. En toen keken ze naar elkaar, knikten en het was oké.
Ik had het op een speciaal soort papier uit India getekend. Ze hebben de originele tekening. Tenminste, dat hoop ik toch. Ik heb enkel een scan ervan.
Over de materialen, het karakter, het uitzicht waren we het vrij vlug eens. Alleen over de verhoudingen van de shelter waren we het niet eens. Toen we met de bekisting begonnen werden we het wel eens; het mocht zeker niet kleiner uitgevoerd worden dan ik getekend had.
Water was er achteraan, enkel bereikbaar via dat trapje. Voor de rest was het vooral kijkwater.
Er moest dus ook water in de tuin komen.
En je moest over het water kunnen lopen, met een shelter erbij. Ook het water moest kunnen lopen.
Ik legde mijn tekening voor, een beetje op mijn hoede voor hun reactie. En toen keken ze naar elkaar, knikten en het was oké.
Ik had het op een speciaal soort papier uit India getekend. Ze hebben de originele tekening. Tenminste, dat hoop ik toch. Ik heb enkel een scan ervan.
Over de materialen, het karakter, het uitzicht waren we het vrij vlug eens. Alleen over de verhoudingen van de shelter waren we het niet eens. Toen we met de bekisting begonnen werden we het wel eens; het mocht zeker niet kleiner uitgevoerd worden dan ik getekend had.
En als de bekisting weggenomen was zag Mia het licht, en ze zag dat het goed was.
Toen we zo een tijdje bezig waren ontdekte Mia's grote liefde twee oude peeping Tom's in de zijgevel. Net op ooghoogte van het gelijkvloers.
De oorspronkelijke bewoners keken waarschijnlijk graag de Leie af. Op zoek naar schepen die door sterke mannen en vrouwen voortgetrokken werden. Misschien moest er ook aangemeerd worden.
Een erfdienstbaarheidje waar iedereen mee zou moeten kunnen leven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten