TOT WAAR RIJKT DE OPDRACHT VAN EEN ARCHITECT ?

Er zijn twee soorten opdrachtgevers.

De eerste categorie verwacht niets meer van hun architect dan een handtekening.
Kwestie dat ze in orde zijn met die vervelende wetgeving uit 1939.

Toen besliste de regering dat bouwwerken maar kunnen opgetrokken worden als een  architect de plannen tekent en de werken controleert.

De tweede categorie verwacht dat de architect zich alles en nog veel meer dan alles aantrekt, opdat het gebouw zou kunnen gebruikt worden waarvoor het bestemd is.

Wat ons redelijk normaal lijkt.

Die eerste categorie heeft niet zo lang geleden haar slag thuis gehaald.

Voor het eerbiedwaardige Hof van Cassatie dan nog.

Een architect moet zich niet meer met de werken bemoeien eens ze wind- en waterdicht zijn.

Het eerbiedwaardige hof baseert zich voor deze stelling op de artikels van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
In die codex staat dat een gebouw, eens het aangevat is, binnen de drie jaar winddicht moet zijn.

Winddicht, dat is nog niet waterdicht.

Het Hof heeft zich dus een beetje verslikt.

Ik denk niet dat de leden van het Hof tevreden zouden zijn met een gebouw dat winddicht is maar verder zo lek is als een mandje.

Het Hof stelde in haar besluit wel dat, als de afwerking stabiliteits- of constructieve problemen inhouden, de architect wèl aan boord moet blijven.

En hoe weet een architect wat de opdrachtgever, eens het winddicht is, verder met het gebouw zal doen ?

Het zal dus in de feiten te beoordelen zijn of hij al dan niet de werken had moeten opvolgen.

Het wordt tijd dat wettelijk eens duidelijk vastgesteld wordt tot waar de taak van de architect minimaal reikt.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten