VERDICHTE STEDEN III GENT

Het aaneenrijgen van pleintjes - onregelmatig van vorm - ontstaan uit een onweerstaanbare drang om handel te drijven.
Huizen waren te klein - dan maar op straat verkopen.

Steden lokten veel volk naar hun markten.

In veel steden bestond er al van oudsher een reglement dat 's avonds de goederen weer van straat moesten gehaald worden. Die middenstanders, als je ze laat begaan ...

Die pleintjes raakten hun marktwaarde kwijt.
Ze zijn enige tijd sympathieke parkeerplaatsen gebleken - nu ondenkbaar.
Behalve het Edward Anseelepleintje -  tussen vrijdagmarkt en Ottogracht - dat vroeger de Draadmarkt heette en nog steeds vol auto's staat.

Auto's verdwenen, terrasjes kwamen in de plaats.

Ik wil ook wel best een terrasje doen, maar er zijn er mij een paar teveel. Iedereen mag er wat aan verdienen maar mag het ook sober ?


Ik mis heel vaak wat gewone zitbanken waar je zonder enige verplichting voor anker kunt gaan.

Die marktjes worden dan kamers. Stadskamers.
De stad als een huis met gangen en kamers. 

Dàt is het wat een stad zo aantrekkelijk maakt.

Raar dat we dat in de moderne stedenbouw niet meer kennen.
Niet meer kunnen ? 
Niet meer willen ?


Geen opmerkingen:

Een reactie posten