BRIEVEN AAN KUNSTENAARS - WILLIAM KENTRIDGE

.


 Dag meneer Kentridge,


Ik heb uw werk gezien en gehoord in het museum Voorlinden.

Uit drie mini megafoons waarin u telkens een luidsprekertje bevestigd hebt, klinken klagende gezangen, gezongen door niet geschoolde mannen die van klagen wel kaas gegeten hebben. Geraspte stemmen hoorde ik.

De megafoontjes draaien mooi synchroon heen en weer, aangedreven door een elektrische motor die ook drie bejaarde naaimachines aandrijft. Drie Singers die niet zingen maar klagen.

Kenners hebben respect voor zo'n naaimachines van Singer. De joodse Isaac Singer bracht ze rond 1850 op de markt en dertig jaar later had hij een marktaandeel van meer dan 80 procent. Vanuit New York - waar hij in den beginne op markten zijn machines zelf demonstreerde - veroverde hij heel de wereld. Mits een minimum aan onderhoud doen die machines van toen het nog altijd. En met een voetpedaal geniet u van de vrijheid ze overal te kunnen gebruiken. Ook in streken waar permanent over elektrische stroom beschikken, geen evidentie is. Zoals in Afrika, uw continent.

Die naaimachines hebben de wereld veranderd. Ook in uw land waar moeders vlijtig de naaimachine hanteren om de uniformen van hun kinderen te naaien als ze naar school willen om hopelijk uit de sloppen te geraken. Soms lukt het om met die naaimachines een mini-onderneming te starten.

Wij westerlingen zijn erg gesteld op dat soort self-employment. Wij verwachten dat heel de wereld ons economisch model overneemt. Produceren, winst maken, investeren, exporteren; u kent vast het hele verhaal.

Ik hoef u niets wijs te maken. U bent als joodse-blanke Zuid-Afrikaan al heel lang tegen apartheid aan het vechten op uw manier. Documenta, de Biënale van Venetië, Moma; u bent al op vele plaatsen welkom geweest om uw activisme te verspreiden onder mensen die op een beschaafde manier in hun cultuurpaleizen kennis willen nemen van het onrecht in de wereld. Drie jaar geleden was u nog in Brugge, alwaar u een record aantal bezoekers lokte.

Eigenlijk mag het uw wens zijn dat de zwarte bevolking van Afrika ooit zal kunnen lachen met onze merkwaardige manier van kennisname en confrontatie van wat hen allemaal aangedaan wordt.

In afwachting hiervan, dank om de creatieve manier waarop u ons wakker schudt.

Getekend, 

 

J.J.J. R.

 

 

 



 

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten