DE ONTEIGENING

Niemand kan van zijn eigendom worden ontzet dan ten algemenen nutte, in de gevallen en op de wijze door de wet bepaald en tegen billijke en voorafgaande schadeloosstelling.
Zo luidt art.16 van onze grondwet.

Het is maar dat u het weet.

De eerste wet omtrent de onteigening dateert van 17april 1835. Ruim 130 jaar later is er de wet op de onteigening bij hoogdringendheid bijgekomen (16 juli 1962). Deze laatste wet is ontstaan omdat de overheid in een aantal gevallen moeilijkheden ondervond met sommige koppige eigenaars die haar belette haar plannen te realiseren.
Onteigeningen zijn een noodzakelijk kwaad om sommige plannen te kunnen realiseren. Kijk maar eens hoe ze in het verleden toegepast werden. Haussmann en Haussmann in België.

Wie mag onteigenen ?

In principe alle overheden met het doel plannen van algemeen belang op hun niveau te realiseren. Dat zijn dus de gemeente, provincies, gewesten en de federale overheid.
Maar ook overheidsinstellingen kunnen aangewezen worden als gemachtigde onteigenende instantie. Dat kunnen zijn: de OCMW's, de intercommunales, Infrabel, De Lijn, De Post en andere overheidsinstellingen.

Onteigening moet altijd in het algemeen belang zijn. 

Een stedelijke bibliotheek is een instelling van algemeen belang, die heel de bevolking ten goede kompt. Om die te kunnen realiseren is het een gemeente dus toegestaan om hiervoor de meest geschikte locatie uit te kiezen en indien zich daar gebouwen op bevinden, deze aan te kopen en indien dit niet mogelijk blijkt, deze gronden of gebouwen te onteigenen. Voor zover dit ook past binnen de normale gemeentelijke begroting.

Onteigenen kan ook ten private nutte. 
Dit wil zeggen dat, ontwikkelaars die reeds over meer dan helft van een bouwblok beschikken, de overheid kunnen vragen om in hun plaats over te gaan tot onteigening van de overige percelen, om het beoogde project te realiseren.

Voorwaarde is wel dat de overheid van mening is dat dit project het algemeen belang zal dienen. Bijkomende voorwaarde is ook dat de begunstigde ook de nodige financiële garanties kan voorleggen.

Zoals in het voorbeeld hier, het wetenschaps- en technologiepark in Ieper, beter bekend als de Lernaut & Hauspie site. Het plan doet mij eerder denken aan een illustratie uit één of ander medisch werk maar dat is geheel terzijde.

Om te kunnen overgaan tot onteigenen moet er eerst een goedgekeurd onteigeningsplan zijn. De onteigenende instantie zal steeds eerst overgaan tot het bekomen van een minnelijke regeling. Indien dit niet lukt zal de onteigenende instantie bij de rechtbank van Eerste Aanleg vragen om over te gaan tot onteigening.



Indien men niet tot een minnelijke regeling komt heeft dat vaak te maken met de billijke vergoeding die door de onteigende te laag wordt bevonden.

Hoe lang zijn onteigeningsplannen geldig ?
De oudere onteigeningsplannen, die Koninklijk Besluit waren, leidden een eindeloos leven. Tot ze door een ander K.B. opgeheven werden. Maar dergelijke initiatieven nemen de begunstigde onteigenaars quasie nooit. Je kunt nooit weten dat het nog eens van pas komt.

Met de invoering van het Decreet op de Ruimtelijke Ordening is hier sinds 2000 een beperking op gekomen.

Goedgekeurde onteigeningsplannen zijn nog steeds gelding zolang ze niet opgeheven worden. Maar de eigenaars kunnen nu wel, vijf jaar na de goedkeuring van het plan, aan de onteigenende instantie vragen of ze nog van plan zijn om over te gaan tot onteigening. Indien ja, dan moet binnen de twee jaar tot aankoop zijn overgegaan of moet binnen die periode de procedure opgestart zijn.

Indien de instantie dit niet binnen deze voorziene termijn doet, vervalt de onteigening voor het perceel waarvan de eigenaar de vraag gesteld heeft. Deze regeling geldt ook voor het geval de onteigenende instantie niet binnen de zes maanden antwoordt op de vraag van de betrokken eigenaar.

Klik hier voor billijke schadeloosstelling.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten