De blog van vorige vrijdag (klik) over de legendarisch hoge kwaliteit van het asfalt tussen en rond de tramsporen, in de zelfverklaarde grootste fietsstad van Vlaanderen - na Kopenhagen dus - heeft wat reacties uitgelokt.
En niet van de minsten.
Een zittend schepen van ons geliefd college, waarvan ik dacht dat mobiliteit zowat zijn core-business is, heeft zelfs geantwoord dat het eigenlijk de schuld is van de Lijn.
De schuld in de schoenen van anderen schuiven, het is vele politici die ik ken, niet vreemd.
Overigens had ik het uittredende bestuur niets verweten. 't Moet zijn dat politici zich wel verantwoordelijk weten maar zich daarom niet verantwoordelijk achten.
Kleine ettertjes zijn het, die straatwonden.
Er zouden naar verluidt tien à vijftien diensten bij betrokken zijn als het gaat om het afwerken van het straatdek met een laagje asfalt of wat betonklinkers.
Al merkwaardig dat de schepen niet precies kan zeggen over hoeveel diensten het gaat. We mogen hopen dat hij wel weet welke hij met hun neus op de harde realiteit moet drukken.
Nu ben ik sinds 2002 een bijna dagelijkse fietser in deze straten met tramsporen, en heb ik op sommige plaatsen al vier keer weten de straat openbreken om het kl..tewerk van die klunzen op te lossen.
Dat is dus reeds meer dan zestien jaar.
In de voorbije zes jaren zou de achtbare schepen al vele malen gepleit hebben voor het aanstellen van één wegbeheerder, namelijk de stad zelf.
Ik dacht dat politici met een uitvoerend mandaat af en toe ook eens overgaan tot het stellen van daden met resultaten, in plaats van pleidooien te houden.
In deze concrete case niet dus.
Pleiten voor iets, ideeën hebben over iets, het is allemaal schoon en wel maar een bestuur dat ook eens iets kan oplossen in plaats van voortdurend naar anderen te verwijzen, daar zou ik nog eens voor willen stemmen zie.
Ik heb de laatste weken veel offertes gezien in mijn brievenbus, die druipen van samenhorigheid, verbondenheid, samenwerken, opbouwend in dialoog gaan, oog hebben voor de zwakkeren in onze maatschappij, een duale samenleving, economische driften niet afremmen, steden maken die unieke kansen bieden voor jongeren, werkenden, ouderen en senioren; het lijkt wel een oproep om een nieuw concilie op te starten.
Ik weet het.
Zestien jaar is kort, zéér kort om een probleem opgelost te krijgen.
Maar stel, stel dat de namen van die wilde weldoeners die ons een lekker wegdek bezorgen, stel dat hun namen, in het oppervlak gegraveerd zouden blijven voor de eeuwigheid, zoals bij de inhuldigingsplaten van een voetbalstadion of een bibliotheek, ik zeg maar wat, zouden onze straten er dan niet gezonder uit zien ?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten