STEDELIJKE VERDICHTING - WONING HOSTE

Men kan deze nieuwe invulling aan de Gentse ringlaan gerust kwalificeren onder sobere, ingetogen en onopvallende architectuur of architectuur  die zich tracht in te schrijven in het stedelijk landschap'.

Deze literaire dooddoener wordt vooral bovengehaald om iets dat past als een tang op een varken, toch nog goed te praten.

Let vooral op het gewicht van het werkwoord trachten.

In casu beweert de projectontwikkelaar nog dat dit gebouw bijdraagt tot de vergroening van de omgeving.

Minder gelukkig met dit soort ontwikkeling zal alvast de onmiddellijke nabuur zijn.
Als u goed kijkt ziet u dat rechts, vier lagen mooi aansluiten op wat men een aanvaardbare bouwhoogte zou kunnen noemen. Het ritme en de invulling van de bouwlagen trekt wel op geen kl.ten maar daar we gaan hier niet moeilijk over doen. Wat hoger springt het appartementsgebouw wat weg van de scheidslijn en wordt er afgewerkt met een paar lagen balkonnen waar een mens zich afvraagt waarom ze qua vorm en materiaalkeuze niet subtieler uit de hoek hadden kunnen komen.

Het architecturale geweld klotst er tegen de plinten op.

Dit zijn bouwsels die maar één boodschap hebben : KIJK NAAR MIJ;

Me, myself and I.

Hier wordt gebruik gemaakt van een artikel uit het burgerlijk wetboek dat zegt dat rechte zichten en lichten op minimum 190 cm van de scheidslijn moeten blijven. Deze afstand is hier een paar centimeter ruimer gehouden en daarmee is het juridisch dik in orde.

Nochtans is de woning HOSTE niet zomaar een huisje in de rij.
De woning werd gebouwd voor de toen wellicht redelijk bekende kunstschilder Charles Hoste, zo bekend dat er op Google niets meer terug te vinden is over 's mans werken.

Maar wie zo'n woning kon laten bouwen was wellicht toch geen prutser.

De woning werd ontworpen door architect Achilles Van Hoecke-Dessel die tijdens de art-nouveau periode zijn ontwerpen bedacht met een vrij persoonlijke invulling van deze stroming.
Het waren stuk voor stuk ontwerpen die zich consequent goed trachtten in te schrijven in de stedelijke omgeving.

Dat huis staat op de lijst van onroerend erfgoed - is niet beschermd - maar de kans dat het van die lijst zal geraken is bijzonder klein. De kans dat het ooit zal afgebroken worden is nog veel kleiner.

Van deze situatie hebben de promotor en in zijn kielzog de architecten handig misbruik gemaakt.
Als de buur toch niet mag afgebroken worden kunnen we de wachtgevel maar beter afwerken met een derde gevel.
Goed gezien maar moest het zo opzichtig ?

Men kan moeilijk beweren dat ze daar bij stedenbouw met een kritisch oog naar gekeken hebben. En bij de dienst monumentenzorg was er wellicht iedereen op buitendienst toen het advies moest overgemaakt worden.


De zogenaamde ruimtelijke overwegingen zullen in het verslag naar het college wel heel dunnetjes geweest zijn.

Nochtans, op geen tweehonderd meter verder staat er al een voorbeeld waar weinig mensen met een hart voor stedenbouw, gelukkig mee zijn. Zonder hart ook, overigens.

Er zijn er die beweren dat die schitterende witte balkons een vergunning kregen omdat één van de ontwerpers zeer goede relaties heeft met één van de mandatarissen uit het college maar dat zal wel een beetje te ver gezocht zijn.
Denk ik.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten