dagelijks brood was. In 1987 begon Alain een restaurant Le Dome maar een groot succes was dat niet. In 1990 opende hij ernaast in de leegstaande bakkerij Le Pain Quotidien en nodige een paar journalisten uit om eens te proeven van de nieuwe zaak. Hij haalde een paar kranten waaronder Le Soir die onder zijn lezers ook Evelyne Gérard telde. Die Evelyne wilde ook graag een Pain Quotidien beginnen als franchiseneemster. Dat kon en binnen enkele maanden waren er al zes Pain Quotidiens geboren.
Het was niet duidelijk wat Le Pain nu werkelijk was: een bakker waar je kon ontbijten en 's middags slaatjes met brood kon krijgen of een pseudo restaurant waar je ook brood kon kopen.
Het succes van de boîte was dat er naast enkele losse tafeltjes ook één ouderwetse lange houten tafel stond waar je met meerderen aan kon zitten of alleen, doen alsof je de krant las en dan proberen gesprekken aan te knopen met anderen die ook deden alsof ze de krant lazen.
Een beetje zoals in een bibliotheek maar dan met lekkere koffies en koeken en gebakje en een slaatje.
Die tafel was geen concept; die stond daar aanvankelijk uit miserie. Bij de eerste inrichting was het budget op. Geld om nog veel losse tafeltjes te kopen was er niet. Maar bij Alain's grootmoe stond nog een lange houten tafel die hij mocht gebruiken. Toen hij zag wat er zich rond die tafel afspeelde werd het zijn concept.
De sterkte van sommige CEO's is dat ze iets kunnen bedenken; van andere dat ze niets kunnen bedenken maar wel goed kunnen observeren.
En toen begon het hard te gaan. De wereld moest veroverd worden met Pain Quotidiens. Eerst via Europa, dan de V.S. en zo de rest van de wereld. Met veel geld van investeerders en leningen. In 2003 verhuisde het hoofdkwartier zelfs naar New York. Op zijn hardst werden er per maand ergens ter wereld drie nieuwe Pains geopend alsof dat dagelijkse kost was, met telkens een nieuwe pseudo oude lange tafel, want die authentieke van zijn grootmoe kon hij maar één keer kapen.
Het kon maar niet hard genoeg gaan. De tijdscurve waarbinnen een imperium moest neergezet worden is niet oneindig rekbaar.
Begin deze maand verschenen berichten dat de diverse filialen te koop staan. Heel de organisatie staat al langer op financiële zwakke poten.
Heel de organisatie mag u ook kopen.
Er zijn wel meer ketens te koop tegenwoordig.
De expansie vergde telkens nieuwe inplantingen op zeer dure locaties. Het moet de geldschieters ontgaan zijn dat er een contradictie zat in het verdienmodel. Je kunt op dure locaties geen grote omzetten halen als je daar lange tafels hebt staan waar intellectuelen doen alsof ze de krant lezen, in de hoop er een date te kunnen versieren, met de consumptie van slechts één koffie om de twee uren.
Dergelijke vaste klanten ben je in dat verdienmodel beter kwijt dan rijk.
Toen er al eerder sprake was van financiële moeilijkheden weigerde Alain Coumont een bod van Star Bucks want die hebben juist een omgekeerd verdienmodel. Daar hebben ze liever dat u uw koffie zo duur mogelijk betaalt en zo snel mogelijk elders uitdrinkt.Misschien heeft Alain Coumont daar nu wel een beetje spijt van.
Enfin, de geïnteresseerde overnemers liggen op de loer. Eerst moet LPQ nog over kop gaan.
Misschien moet Alain er één of twee overhouden en leren genieten van een kleinschalig bedrijfje waar klanten dagelijks de tijd even stilzetten achter een koffie, een theetje, wat koeken of een slaatje. En voor 's avonds een klein gesneden bruintje kopen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten