LA TOUR SAINT-ALBERT IV

Dat François Schuiten een boon heeft voor La Tour Saint-Albert moet ons niet verwonderen. Schuitens strips gaan over architectuur, wat we ermee doen of net niet doen, en af en toe krijgt de architectuur zelfs een rol in het verhaal.

Klik naar de vorige pagina's La Tour I, II en III.

Eén van zijn albums heet overigens La Tour. Eén uit de reeks Cités Obscures. Te tittel alleen al.

In zijn tekeningen zijn die torens natuurlijk machtige landmarken die een rol te vervullen hebben.

La Tour Saint-Albert heeft zijn rol uitgespeeld. Een gebouw als een maatpak op een plaats waar er niet direct behoefte is aan een andere invulling.

Ingepland in een open landschap, langs een afgrijselijk lintbebouwde chaussée zoals er jammer genoeg te veel zijn in dit wanordelijke land.

De staat van het gebouw is ook niet van die aard dat je mond openvalt van bewondering voor de hoge graad van degelijke en vakkundige uitvoering.

Ik kan mij dat wel een beetje inbeelden. Die liftschacht werd in een snel tempo gebouwd, met geld dat uit de hemel kwam gevallen - het Marshall plan, weet u nog ?. Veel tijd investeren in kwaliteitscontrole was waarschijnlijk niet zo'n prioriteit.

Vijfenzestig jaar na de realisatie laat het beton zijn geraamte zien - wapening die op heel veel plaatsen bloot zit; daar zijn heel veel kosten aan. Betonrot noemt men dat.

En een erg energievriendelijk gebouw zal het ook niet vlug worden.

Men heeft het zeer ver laten komen en daar zitten we nu mee.
Geen zinnige invulling, geen interessante locatie, geen bevlogen eigenaars, geen centen.

Gebouwen als deze hebben reeds van bij het ontwerp iets dramatisch over zich. Ze zijn stoer, gezond, nuttig, kostbaar, onmisbaar voor de tijd dat wij willen dat ze dat zijn.
Het is niet evident dat dergelijk maatwerk op die plaats een eeuwig leven beschoren krijgt.

Of we moeten leren leven met loslaten, of we moeten tijdig investeren in de toekomst van onze gebouwen waarvan we van mening zijn dat ze een langer leven verdienen dan dat waarvoor ze bedacht zijn.

Misschien moeten we wel jaarlijks een recupel taks op merkwaardige gebouwen heffen, om ze hoop te kunnen geven op een nieuw leven.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten