In Vlaanderen
daarentegen is een achterbouwlijn in de meeste steden een sterk relatief begrip.
Meestal ligt die op 12
à 15 m van de voorbouwlijn.
In heel wat steden met een sterk variërende
achterbouwlijn zijn er diverse regels hoe ver je voorbij de nabuur mag gaan als
een gemiddelde bouwdiepte niet overschreden wordt.
Op deze foto – toevallig
in Nederland genomen en even toevallig heeft het gesneeuwd – zie dat de meesten
zich houden aan de vastgelegde achterbouwlijn.
De tuintjes blijven min of meer
gerespecteerd.
Wat opvalt is het doortrekken van de tuinzone tot aan de
dwarsende straat.
Zo heeft de woning op het hoekperceel nog behoorlijk licht in
de achtergevel en … een rechtstreeks toegangspoortje naar de tuin.
Zo'n open aansluiting maakt steden en straten luchtiger, leefbaarder.
In Vlaanderen moet bouwblokken van rijwoningen
gesloten zijn. Omdat we bang zijn van stoute mensen die zouden durven binnenbreken.
Met alle gevolgen van dien voor de woningen op de hoekpercelen:
geen koertje, geen tuintje en enkel via de straatgevels rechtstreeks licht en
lucht.
Merk ook op dat de
woning rechts geen lichten en zichten heeft op de tuinen van hun linker nabuur.
Een overblijfsel van de code Napoleon die ook in Nederland zijn sporen heeft
achtergelaten.
Of terrassen aan de
achterbouwlijn mogen aangebouwd worden dan wel of ze inpandig moeten zijn,
daarrond bestaat er discussie.
In sommige gevallen is men hier zeer strikt in,
bij andere gevallen houdt men rekening met de afstand tot de tegenoverliggende
bebouwing.
Indien dit een bepaalde afstand overschrijdt kunnen terrassen
gedeeltelijk voorbij de achterbouwlijn opgetrokken worden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten