Het Orpheus-Instituut mag dan in Gent niet zo bekend zijn, in de internationale wereld van de musicologie en muziekonderzoek des te meer.
Gelegen in hartje Gent, maar zoals vaak, in een een beetje onaangepast gebouw en zoals nog vaker: een beetje te klein.
Wie vindt nu een pasklaar gebouw ?
In hartje Gent was het een hele uitdaging; het pand ligt letterlijk in de tuin van d'Hane de Steenhuyse waar de dienst monumenten van de Stad Gent, op dat ogenblik gehuisvest was.
Dat zit zo.
Emmanuel Ignace d'Hane plantte in 1768 de eerste aanzetten voor de bouw van een stadspaleis in de Veldstraat.
Een man van adel en aanzien, zo ook zijn voorgevel, zijn tuingevel, zijn monumentale hal en wat al zeker niet misstond: zijn prachtige Italiaans ingerichte balzaal op het gelijkvloers, badend in de tuin.
Die tuin liep vroeger tot aan de Korte Meer waar hij ook een koetshuis neerzette.
Voor zijn zoon en dochter liet hij later aan de kant van de Korte Meer twee statige huizen bouwen, kwestie dat ze degelijk gehuisvest waren.
Dat van de dochter is iets frivoler van opsmuk, haar broer was zakelijker.
De plannen van beide huizen zijn elkaars spiegelbeeld.
De voorgevel is één doorlopend geheel, maar met een knik ter hoogte van de scheiding van beide panden.
In één van die huizen is het Orpheus Instituut nu gevestigd.
Na de eerste golf van renovatie volgde de inname van het dak. Een zolder om U tegen te zeggen.
Het programma was ook niet min: studeerruimten voor the students in residence; een grote oefenruimte èn een grote vergaderruimte.
Maar bouwen in het zicht van een dergelijk historisch pand vergt een subtiele benadering.
Dat het een houten structuur zou worden was van in het begin duidelijk. De statige panden van de Veldstraat zijn alle gebouwd op zeer slappe kleilagen en ze nog extra belasten met zware constructies is geen optie.
Het innemen van zolderruimtes is zeer aanlokkelijk. Het uitzicht over de stad is altijd weer een boeiende aangelegenheid. Het lijkt wel het veroveren van een unieke positie.
Dergelijke gebouwen worden ook onderworpen aan het oordeel van de brandweer, en een brandtrap voor de evacuatie van de zolder zou er komen. Op zo'n momenten plooit niet de brandweer maar de dienst monumentenzorg.
Zo zijn er een reeks voorstellen de revue gepasseerd. De massaal aanwezige zijmuren van de Innovation en de parking van de Korte Meer - jaren zestig en zeventigpolitiek - zijn ten huize d'Hane Steenhuyse nog niet verteerd.
Geen gratie dus voor wie daar nog een stukje geweld aan toe zou voegen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten