Dat is toch een kunstenaar.
Inderdaad, maar wat is soms het verschil ?
Eén van zijn uitspraken is:
Of course, if a person is at once making art and building furniture and architecture, there will be similarties.
If you like simple forms in art, you will not make complicated ones in architecture.
U kent Judd vermoedelijk van zijn zeer herkenbare bakskes die hij aan muren hangt en die je in elke museumcollectie van hedendaagse kunst met enige faam tegenkomt.
Architectuur zoals wij dat verstaan, heeft hij niet gepleegd.
Hij was New Yorker en studeerde art aan de Columbia University aldaar. In de jaren 1970 trok hij naar Marfa in Texas waar hij op een groot stuk land zijn kunst kon maken want die nam alsmaar grotere proporties aan.
Judd denkt als een amerikaan: big, groots en veel.
Small is beautifull. Never make anything bigger than necesarry, is ook één van zijn uitspraken.
Hij bedoelde dat ook politiek.
Later zocht hij in Manhattan een tweede stek om er te kunnen werken, denken maar ook omdat hij wist dat de nieuwe art-scene zich daar afspeelde.
Het werd een oude textielfabriek in SOHO.
Ooit een wijk die blaakte van stevige bedrijvigheid van van alles en nog wat en nadien verlaten.
Zo'n wijk wordt dan weer opgepikt door kunstenaars die er voor een appel en een ei, grote, verwaarloosde en onverwarmde ruimten vinden die dan later op hun beurt verdrongen worden door foundations, galerijen, chique modewinkels en trendy restaurants.
Judd haalde alle elementen weg uit het gebouw die hem stoorden en maakte er een ruimte van waar hij kon werken, tekenen, produceren en vooral nadenken.
Proportion is specific and identifiable in art and architecture and creates our space and time,
placht hij te zeggen.
Judd was door zijn studies een gecultiveerd kunstenaar in die zin dat hij ook wist hoe het kunstenaarswereldje in elkaar zat en daarom was SOHO de plek waar hij het zou waar maken.
Hij doceerde ook kunst aan de Yale Univeristy, de Universiteit van Saskatchewan en het Oberlin College in Ohio.
Maar hij liet zijn studenten ook naar Springstreet in SOHO komen. De zeer klassieke pose die hij op deze foto aanneemt is er één van dè meester boven zijn leerlingen.
Kijkt u ook eens naar de outfit van verhipte would-be kunstenaars die bijna aan zijn lippen hangen.
Vandaag is zijn leef- en werkruimte een foundation dat u voor veel dollars mag bezoeken - op afspraak - en waar een valse impressie gegeven wordt van hoe hij er leefde.
Oké, zijn kunst vertoont een perfect minimalisme maar de manier waarop zijn levenswijze nu in beeld wordt gebracht is sterk verdacht.
Je vindt er (mooie) oude meubels met karakter, een paar collectorstukken zoals de Z-stoelen van Rietveld maar ook prototypes van eigen ontworpen meubelen.
Zijn dagbed, zijn tafel en zijn stoelen zijn een weerspiegeling van zijn beeldend werk.
Functionaliteit, vormelijkheid en vakmanschap gaan hier perfect samen.
Hij weet tenminste hoe je meubels stevig moet in elkaar steken in plaats van die onhandige Rietveld.
Overigens, zo ging hij ook te werk bij het maken van zijn kunstwerken. De verbindingen zijn sterk doch quasi onzichtbaar.
In die foundation mag je - zoals je hier ziet - geen foto's maken.
Zeker niet, want de gidsen houden dat zeer nauwkeurig in de gaten.
Dan wordt het snelschetsen.
Let vooral op de beschikbare ruimte die hij maximaal wil benutten.
Op de foto's afgaand moet u wel denken dat dit grandioos moet zijn om in te leven.
Dat is ook zo, zeker als het behoorlijk sneeuwt en vriest en koude winden tegen het enkel glas dreunen.
Ook de geluidsisolatie maakt dat je je rechtstreeks op straat waant en slapen doet hij in principe op een eiland.
Dat eiland gevoel, geeft hij zeer subtiel weer door een grote plank om duimhoogte boven de grond te laten zweven.
De hoge plinten van het vertrek doen hem drijven en op die plank is alles aanwezig wat een nacht nodig heeft: twee matrassen, kussens, lakens en dekbedden, een telefoon, een leeslamp en schakelaars om de lichten te doven.
Bij Sleepy hebben ze een ander idee over slaapcomfort maar soit.
Overigens, iemand die Judd goed bleek te kennen en ook grondig bestudeerd had zei mij dat Judd sliep in de veel intiemere alkoven op de bovenste verdiepingen die bedoeld waren voor de gasten in plaats van op dat eiland.
Bijzonder handig was ook het open rek op het bordes van de eerste verdieping.
Vooral de voor het grijpen en bijzonder rijk gevarieerd aanbod van diverse soorten sterke drank, zal zeker positief bijgedragen hebben tot de vermeende ascetische levenswijze.
Naar welke verdieping Judd ook trok, hij moest voorbij dat open rek passeren.
Meer dan de helft van dat rek lag vol sterke drank.
Ik ben er zeker van dat Judd daar heel sober mee omging.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten