
Pietro Belluschi: heeft het niet gehaald,
evenmin als Paul Rudolph, Eero Saarinnen
en Edward Durell Stone. Allemaal om diverse redenen.
Philip Johnson : wel
gehaald.


Dat manifesto baseerde zich op de ideeën van
Karl Friedrich Schenkels Altes Museum dat die laatste 130 jaar eerder in
Berlijn bouwde.
Het principe is eenvoudig: een parterre en een galerij gebouwd
rond een centrale plaats waar het licht binnenvalt.
Johnson gaf aan dit strakke model een zeer
hedendaagse invulling.
Langs buiten, een zeer gesloten doos met enkel de ingang
als doorbreking van dat volume en twee pilasters waarop twee enorme balken
rusten die het dak van het gebouw moeten dragen.
Een heel sterk beeld dat naar mijn aanvoelen
niet helemaal thuishoort in een drukke straat als Geneseestreet. Dat museum
staat er, autoritair, zelfzeker. Zoiets had ik eerder in een vrij landschap
verwacht en niet pal tegenover het gebouw van de gebroeders Salesianen dat in
de categorie lelijke gebouwen wel een ereplaats verdient.
Daar kan Johnson natuurlijk niets aan doen.
Integratie in de omgeving is geen verplichting, maar wel aangenaam.
Maar het zegt veel over de wijze van aanpak.
Johnson zet hier een, in zijn ogen, perfect gebouw neer dat een kunstwerk op
zichzelf wil zijn.
En dat is het ook.
Binnenkomen slaat je meteen achterover met de
sterke monumentaliteit die hij ambieert: twee schaarvormige trappen leiden u
naar de galerijen waar zich – zoals op het gelijkvloers -, diverse zalen
bevinden waar het rustig heen en weer wandelen is.
Ik hou van die ongedwongen sfeer waarin ik als
bezoeker de vrijheid heb om te gaan en te staan waar ik wil. Kunst proeven op
mijn ritme in mijn volgorde.
Het bestuur had zich budgettair lichtjes
vergist – of was het Johnson ? Van het oorspronkelijk budget van 1 miljoen
dollar evolueerde het naar 5 miljoen. Wellicht heeft de smaak voor dure
materialen – Canadese graniet aan de buitenzijde, travertin en veel teakhout
aan de binnenzijde, ermee te maken, maar misschien zit ook het programma er
voor iets tussen.
Voor die kunstwerken is dat een handig middel
om hun waarde te verhogen. Dat maakt de investering acceptabeler.
Donald Judd – kunstenaar – stelde dat alle gebouwen symmetrisch moeten zijn en
indien niet, dan moet je daar een grondige reden voor hebben.
Nou moe. Dat is een stelling die ik niet
zomaar wil onderschrijven.
Maar ik kan mij inbeelden dat bij de
voorstelling van het project, de doorsnede met die symmetrische trappen en de
monumentale stalen kolommen, het bestuur onmiddellijk zal gesnapt hebben dat ze
hier een gebouw met waardigheid en status en bijgevolg macht in handen kregen.
Kan je dat aan mensen met geld verwijten ?
Wat mij nog omver sloeg: de stalen elementen
zijn allemaal zwart geschilderd. Echt zwartzwart. En dat zuigt veel aandacht
op.
Nu zouden we het wellicht anders doen, maar
doe je dat zomaar, raken aan het kunstwerk van Philip Johnson ?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten