In 1957 schreef het bestuur van het Munson
Williams Proctor Arts Institute van Utica (Massachusetts) verschillende
architecten met naam en faam aan om een nieuw museum te bouwen.
Pietro Belluschi: heeft het niet gehaald,
evenmin als Paul Rudolph, Eero Saarinnen
en Edward Durell Stone. Allemaal om diverse redenen.
Philip Johnson : wel
gehaald.
Dat zat zo: de twee belangrijkste passies in Philips Johnson’s leven waren kunst en
architectuur. Tenminste, die passies waarmee hij naar buiten kwam.
Hij reisde heel veel (Europa, Asië ), was van
heel veel cultuurmarkten thuis en zo kwam het dat hij – via zijn zorgvuldig
opgebouwd netwerk, directeur werd van de Architectuur & Designafdeling van
het MoMA.
Het was ook in die hoedanigheid dat hij een
manifesto uitbracht dat beschreef hoe musea opgebouwd moesten worden. Wellicht
was dit manifesto een waardevol bevonden uitgangspunt om een museum voor
moderne kunst op te richten.
Dat manifesto baseerde zich op de ideeën van
Karl Friedrich Schenkels Altes Museum dat die laatste 130 jaar eerder in
Berlijn bouwde.
Het principe is eenvoudig: een parterre en een galerij gebouwd
rond een centrale plaats waar het licht binnenvalt.
Johnson gaf aan dit strakke model een zeer
hedendaagse invulling.
Langs buiten, een zeer gesloten doos met enkel de ingang
als doorbreking van dat volume en twee pilasters waarop twee enorme balken
rusten die het dak van het gebouw moeten dragen.
Een heel sterk beeld dat naar mijn aanvoelen
niet helemaal thuishoort in een drukke straat als Geneseestreet. Dat museum
staat er, autoritair, zelfzeker. Zoiets had ik eerder in een vrij landschap
verwacht en niet pal tegenover het gebouw van de gebroeders Salesianen dat in
de categorie lelijke gebouwen wel een ereplaats verdient.
Daar kan Johnson natuurlijk niets aan doen.
Integratie in de omgeving is geen verplichting, maar wel aangenaam.
Maar het zegt veel over de wijze van aanpak.
Johnson zet hier een, in zijn ogen, perfect gebouw neer dat een kunstwerk op
zichzelf wil zijn.
En dat is het ook.
Binnenkomen slaat je meteen achterover met de
sterke monumentaliteit die hij ambieert: twee schaarvormige trappen leiden u
naar de galerijen waar zich – zoals op het gelijkvloers -, diverse zalen
bevinden waar het rustig heen en weer wandelen is.
Ik hou van die ongedwongen sfeer waarin ik als
bezoeker de vrijheid heb om te gaan en te staan waar ik wil. Kunst proeven op
mijn ritme in mijn volgorde.
Het bestuur had zich budgettair lichtjes
vergist – of was het Johnson ? Van het oorspronkelijk budget van 1 miljoen
dollar evolueerde het naar 5 miljoen. Wellicht heeft de smaak voor dure
materialen – Canadese graniet aan de buitenzijde, travertin en veel teakhout
aan de binnenzijde, ermee te maken, maar misschien zit ook het programma er
voor iets tussen.
De zeer symmetrische opbouw van de gevel maar
nog meer symmetrie binnenin helpt het gebouw en vooral de kunst in haar waarde
te bevestigen. Symmetrie, de architecturale truc bij uitstek om vanuit een
strakke ordening macht uit te drukken.
Voor die kunstwerken is dat een handig middel
om hun waarde te verhogen. Dat maakt de investering acceptabeler.
Donald Judd – kunstenaar – stelde dat alle gebouwen symmetrisch moeten zijn en
indien niet, dan moet je daar een grondige reden voor hebben.
Nou moe. Dat is een stelling die ik niet
zomaar wil onderschrijven.
Wat vindt u van deze: alle gebouwen zouden asymmetrisch moeten zijn en indien u daar wil van
afwijken moet u daar een grondige reden voor hebben.
Maar ik kan mij inbeelden dat bij de
voorstelling van het project, de doorsnede met die symmetrische trappen en de
monumentale stalen kolommen, het bestuur onmiddellijk zal gesnapt hebben dat ze
hier een gebouw met waardigheid en status en bijgevolg macht in handen kregen.
Kan je dat aan mensen met geld verwijten ?
Voor de goede orde: musea als deze hebben,
zoals op heel veel plaatsen in Amerika, een collectie om U tegen te zeggen en
wie weet wat ze nog allemaal in stock hebben.
Wat mij nog omver sloeg: de stalen elementen
zijn allemaal zwart geschilderd. Echt zwartzwart. En dat zuigt veel aandacht
op.
Nu zouden we het wellicht anders doen, maar
doe je dat zomaar, raken aan het kunstwerk van Philip Johnson ?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten