PAUL RUDOLPH II




Dat zit zo.

Paul Rudolph was hoofd van de afdeling architectuur van de Yale University van 1958 tot 1965.
In die functie was het mogelijk om te denken aan een nieuw gebouw voor de zijn studenten. 
Voor zijn faculteit dus. 
 
En wie zou daarvan de ontwerper moeten zijn ? 
Het werd Paul Rudolph himself.

U kan zich al inbeelden dat er voor zo’n postje gevochten wordt.

Als u New Haven een beetje kent, kan u zich ook inbeelden dat de discussies omtrent de confrontatie tussen de zeer traditionele universiteitsarchitectuur en die nieuwe moderne architectuur eind de jaren 50. 

Als je weet dat nog in 1930 de heel traditionalistische Engelse geïnspireerde bouwstijlen dè enige wijze van bouwen was die ze aan de Yale kenden, dan moeten de voorontwerpen van Paul Rudolph bij sommigen naar adem hebben doen snakken.
 
Maar ja, moeten ze daar op het rectoraat gedacht hebben, voor die architecten moeten we daar misschien wel een uitzondering voor maken.

De voetafdruk van dit gebouw is niet zo groot en om het hele programma er in te krijgen moest Rudolph het wel in de hoogte gaan zoeken.
 
De buitengevels zijn vrij gesloten en hij maakte er meteen aan abstract aanvoelende compositie van.

Brutalisme is men dit soort architectuur gaan noemen.

Zijn liefde voor beton is hier ook pertinent aanwezig. Zowel buiten als binnen is alles in zichtbeton uitgevoerd, gecombineerd met één pertinent aanwezige kleur: paprika.

 
Lyrisch brutalisme ketsten de architecten terug.

De ateliers zijn zoals overal ter wereld in architectuurscholen: perfect georganiseerde wanorde.

Vraag mij niet waarom, het lijkt universeel de enige methode om van gewone mensen architecten te maken. 
Dat moet misschien nog eens wetenschappelijk onderzocht worden, maar mijn ervaring bevestigt deze regel.

De werkplekken van de docenten zien er daar in Yale wèl behoorlijk uit.
Van de drie blijken er toch twee te werken.

In Yale hebben ze tenminste een werkplek. 

Ik kan u verzekeren: dat is geen universeel gegeven.
Het auditorium roept enige vragen op.

Het is bescheiden, stemmig, alles er op en er aan maar, ter hoogte van de parterre bevindt zich links en rechts een klassiek Grieks kapiteel.

Strange.

Nog stranger zijn de reliëfen die aan de projectiecabine geplaatst zijn.

Het lijkt wel of de basis van onze cultuur bij de Grieken ligt en dat dit maar een universeel aanvaard gegeven moet zijn.

Maar dat is niet het enigste dat vragen oproept. 

Op het programma in de master staat ook een maand verblijf in Rome.

Met Rome is er niets mis maar het lijkt er op dat studenten in een zeer klassieke richting gestuurd worden.

Van een universiteit verwacht je kritische openheid tegenover alle culturen.

Benieuwd wat Aziatische, Afrikaanse of Latijn-Amerikaanse studenten daarvan denken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten