FRANK LLOYD WRIGHT I



Van 1927 tot 1934 had Frank Lloyd Wright slechts drie opdrachten, Taliesin III maar dat was zijn eigen stek, en nog twee andere woningen.
Verder niets. Er was de economische crisis en er was zijn eigen persoonlijke crisis. Soms lijkt het dat gebeurtenissen elkaar wel moeten versterken om het dramagehalte te verhogen.

Wright hield zich staande met zijn Taliesin Fellowship, een aan de grond blijven kleven ark van Noah waar hij architectuur en levensonderricht gaf aan discipelen die daarvoor behoorlijk wat betaalden en bereid waren met hem mee te werken.
 
In 1934 kreeg hij een brief van de zeer welstellende heer Edgar Kaufmann die redelijk gefortuneerd door het leven ging als eigenaar van een warenhuisketen. De Kaufmanns bezaten een stuk vallei – met waterval – waar ze ’s zomers hun vakanties doorbrachten in een houten hut.
Ze waren verliefd op de plek maar het werd tijd dat er iets behoorlijks zou komen. 
Noblesse oblige, en dat geldt zeker voor mensen als Kaufmann die het maken in het leven.
Het contact met FL Wright kwam er door hun zoon – Edgar Kaufmann Jr - die ook een jaar fellow op Taliesin geweest was.
FL Wright – toen al 69 - was ongelooflijk blij en opgelucht met de opdracht maar antwoordde dat hij het redelijk druk had en of de heer Kaufmann wat geduld kon opbrengen ?

Drie maanden na het eerste plaatsbezoek had Wright nog niets van zich laten horen. 
Edgard Kaufmann werd wat ongeduldig en op een dag belt hij naar FL Wright zeggende dat hij op het punt staat om vanuit Pittsburg te vertrekken om de plannen te komen bekijken. 
FL Wright had op dat ogenblik enkel op het ontwerp lopen kauwen en herkauwen maar zoals gewoonlijk zette hij geen lijn van zijn gedachten op papier.

De afstand van Pittsburgh naar Taliesin - Wisconsin bedraagt een goede 220 km, zo’n dik drie uur rijden. Onmiddellijk na het telefoontje zette FL Wright zich achter zijn tekentafel en toog met T-lat en driehoek aan het werk.
Tegen de tijd dat dhr Kaufmann in de inkomhal stond waren de grondplannen, een doorsnede en een gevel klaar.
 
FL Wright begon zijn uitleg met de mededeling dat de plannen reeds een tijdje klaar waren maar dat hij nog de gelegenheid niet gehad had om ze met hem te bespreken. 

De kern van het ontwerp was dat de woning niet naast de waterval zou gebouwd worden maar er boven zou hangen, vooral door het enorme balkon dat het verlengde van de eet- en leefruimte zou worden.

Dat op zich was reeds bijzonder maar er was nog iets dat meespeelde. 

FL Wright was om allerlei omstandigheden reeds afgeschreven als vooruitstrevend architect. Zijn vormentaal werd als uitgepraat beschouwd, niets vernieuwend meer, het rustig herkauwen van wat hij reeds bedacht had, te dienstig voor welgestelde opdrachtgevers, die de laatste jaren blijkbaar ook niet meer de weg naar zijn bureau
vonden.

De nieuwe architectuurgoden waren nu Le Corbusier, Gropius, Mies van der Rohe, Breuer en anderen, enfin die linkse wereldverbeteraars uit Europa die hem links lieten liggen.
Het verhaal gaat dat hij de vliegen die hem ambeteerden Le Corbusier of Gropius doopte en ze dan met een vliegenmepper neersloeg.

Met dit ontwerp had FL Wright zichtzelf her uitgevonden. Ja, hij gebruikte nog steeds zijn vertrouwde natuursteen als authentiek bouwmateriaal maar vond een nieuwe asymmetrische monumentaliteit uit, gecombineerd met een ingenieurschap waarbij hij reuzenbalkons en strakke luifels van gewapend beton liet zweven over het water.

Die monumentaliteit, die mocht best wel anders zijn dan gebruikelijk als ze maar harmonisch was. En dat was het in dit geval.

Hij zou die Europese betweters eens wat laten zien.

FL Wright’s meesterlijk tekentalent en zijn charismatische en innemende persoonlijkheid trok de Kaufmanns over de streep. 
Ze werden verliefd op het ontwerp en schrokken van het prijskaartje. 
Drie keer wat ze gebudgetteerd hadden.

Maar op kunst staat geen prijs, toch niet in het milieu van de Kaufmanns en de Wrights, toch ?

10 april 2015 gaat mijn wereldgeschiedenis in als de dag dat ik dit meesterwerk heb mogen aanschouwen en bezoeken. 
Achttien uren, zeventien dagen, drie maanden en vierendertig jaren nadat ik het voor het eerst op foto gezien heb.
Het regende pijpenstelen toen we er naar toe reden. Na de rondleiding was de regen het regenen beu en genoot ik met volle teugen.

Ik behoorde niet tot de groep bezoekers die ook een photo-includedede rondleiding wisten te bemachtigen, dus werd het snelschetsen en luisteren naar de verhaaltjes van de gids tegelijk.

Die verhaaltjes, goh die zijn er altijd, bij het ene gebouw al wat meer dan bij het andere. 
Verhaaltjes, ze zijn gedoemd om te verdampen maar het kunstwerk hier vertelt zoveel meer.

Je kan bij dit vakantiehuis geen richting uitkijken of je voelt het kunstwerk jou aankijken. 
De muren, de wanden, de plafonds, de ramen, de maatmeubels, alles klopt als een mooi verteld verhaal dat je nog niet kende, als muziek die je voor de eerste keer hoort en toch onmiddellijk meeneemt naar dat akkoord dat je vermoedde maar niet kende.

Hoor mij lyrisch worden.

Ik weet niet hoeveel tijd ik zal nodig hebben om te ontWrighten.
Misschien doe ik dat nooit meer.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten